ChristenUnie
Bijdrage Cynthia Ortega inbreng derde aanpassingswet BES
Bijdrage Cynthia Ortega inbreng derde aanpassingswet BES
donderdag 30 september 2010 10:00
ALGEMEEN
Artikel 2.01 (Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers)
Het brengen van de positie van de Rijksvertegenwoordiger onder het
recht van het Europese deel van het Koninkrijk betekent dat er een
onderscheid komt in rechtspositie tussen de Rijksvertegenwoordiger en
de lokale politieke ambtsdragers. De leden van de fractie van de
ChristenUnie vragen op welke grond dit verschil te rechtvaardigen is.
Deze leden vragen waarom ervoor gekozen is een aparte
rechtspositieregeling voor de Rijksvertegenwoordiger op te stellen en
niet aan te sluiten bij de Ambtenarenwet. In vervolg daarop vragen deze
leden waarom de belastingheffing over de bezoldiging van de
Rijksvertegenwoordiger bij AMvB wordt geregeld en niet in de wet is
opgenomen. Zij vragen, nu de belastingheffing over de bezoldiging van
de Rijksvertegenwoordiger zal plaatsvinden volgens de regels van het
Europese deel van het Koninkrijk juist ter voorkoming van dubbele
heffing. op welke wijze ook voor andere burgers de dubbele heffing kan
worden voorkomen. Welke voorstellen zijn in voorbereiding om de nog
steeds aanwezige dubbele heffing in de toekomst te voorkomen, zo vragen
deze leden.
Artikel 2.10 (Pensioenwet ambtenaren BES)
In de memorie van toelichting spreekt de regering over aanpassingen van
de Pensioenwet en de privatisering van de pensioenregeling. Daartoe is
overleg met de bonden noodzakelijk en dit zal niet gerealiseerd zijn
voor de transitiedatum. De leden van de fractie van de ChristenUnie
vragen op welke termijn het overleg met de bonden tot een resultaat zal
leiden. Op welke wijze wordt er in voorzien dat wel recht wordt gedaan
aan de betrokkenen als het land Nederlandse Antillen wordt opgeheven
terwijl er nog geen overeenstemming is met de bonden over de nieuwe
regeling, zo vragen deze leden. Daarnaast willen zij weten of er na het
akkoord nog een nieuwe aanpassingswet komt om dit akkoord met de bonden
wettelijk te regelen. De leden van de ChristenUnie vragen waarom er is
gekozen voor een privaatrechtelijk pensioenfonds voor ambtenaren van de
BES eilanden en er niet is aangesloten bij de Nederlandse situatie
waarin sprake is van een publiekrechtelijk pensioenfonds. Wat verandert
hierdoor voor de deelnemers die nu bij het Algemeen Pensioenfonds
Nederlandse Antillen (APNA) zitten? Worden deze deelnemers ook gekend
in het besluit om over te gaan op een privaatrechtelijk fonds, zo
vragen genoemde leden. Het nieuw in te stellen pensioenfonds zal
bestuurd worden door een pensioenbestuur. De leden van de fractie van
de ChristenUnie vragen wie dit pensioenbestuur vormen en op welke wijze
deze bestuurders worden gekozen. Zij leden vragen voorts wie de
wettelijke vertegenwoordigers van de werkgevers en werknemers zijn bij
het pensioenfonds.
Artikel 1, 7 onderdeel F. lid 1.1 bepaalt dat er bij algemene maatregel
van bestuur nadere criteria kunnen worden vastgesteld voor de
aanwijzing van een zodanige rechtspersoon. De leden van de fractie van
de ChristenUnie vragen waarom dit criterium niet in de wet wordt
verankerd.
Artikel 27 derde lid bepaalt dat bij ingang van het pensioen op de
pensioendatum niet meer dan 70% van de laatst vastgestelde
pensioen-grondslag mag bedragen. Bij maximale overschrijding vindt geen
verdere pensioenopbouw plaats. De leden van de fractie van de
ChristenUnie vragen waarom deze beperking is ingevoerd, terwijl het
hierbij gaat om een privaatrechtelijke regeling.
Artikel 58 vijfde lid schrijft voor dat het fonds niet aansprakelijk
kan worden gesteld voor het niet nakomen van betalingsverplichtingen
door een lichaam. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen op
welke manier het wetsvoorstel erin voorziet dat werknemers worden
beschermd door wanbetaling van een lichaam.
Artikel 58 zesde lid bepaalt dat de opgebouwde pensioenrechten
tijdelijk naar beneden worden bijgesteld. De leden van de fractie van
de ChristenUnie vragen waarom bij dit onderdeel niet de dezelfde
uitgangspunten worden gehanteerd zoals verankerd in de Nederlandse
Pensioenwet. Waarom is bijvoorbeeld de verplichting om een herstelplan
op te stellen niet opgenomen?
Artikel 6.7 (Wet toezicht beleggingsinstellingen en administra-teurs
BES)
De leden van de fractie ChristenUnie vragen of de regering overweegt
een bepaalde termijn vanaf de transitiedatum af te spreken waarbinnen
de instellingen en administrateurs orde op zaken kunnen stellen
alvorens artikel 35 wordt gehandhaafd.
Artikelen 11.21 11.22. 11.26 en 11.28 (Wet algemene
ouderdoms-verzekering BES, Wet algemene weduwen en wezenverzekering
BES, Wet minimumlonen BES, Wet ongevallenverzekering BES)
De leden van de fractie ChristenUnie vragen wanneer het duidelijk wordt
welke instantie(s) belast zal worden met de betaalbaarstellingen van
ouderdompensioenen of weduwen- en wezenpensioen. Voorts vragen deze
leden welke instantie(s) momenteel belast is (zijn) met de
betaalbaarstelling en waarom dit in de toekomst niet voortgezet kan
worden. Zij vragen wanneer uitkeringsgerechtigden zowel op de eilanden
als in Nederland of daarbuiten op de hoogte worden gebracht van de
veranderingen. Deze leden vragen waarom niet gekozen is voor een
gedifferentieerd ouderdomspensioen of weduwen- en wezenpensioen voor de
BES-eilanden. Zij vragen vervolgens op welke manier de hoogte van
genoemde uitkeringen wordt berekend en vastgesteld. Is al bekend hoe
hoog de tegemoetkoming voor de algemene ouderdomsverzekering BES wordt,
dit toegerekend per eiland. Daarnaast vragen deze leden of de hoogte
van de tegemoetkoming jaarlijks wordt vastgesteld. De leden van de
fractie van de ChristenUnie vragen in hoeverre door toepassing van
artikel 11.26 eerste lid op den duur zich substantiële verschillen in
de hoogte van minimumloon tussen de verschillende BES-eilanden
voordoen.
Artikelen 11.18, 11.21, 11.22, 11.28 en 11.32 (Cessantiawet BES, Wet
algemene ouderdomsverzekering BES, Wet algemene weduwen en
wezenverzekering BES, Wet ongevallenverzekering BES en Wet
ziekteverzekering BES)
De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen de regering te
motiveren waarom de uitvoering van de sociale verzekeringsregelingen op
de BES-eilanden niet valt onder de verantwoordelijkheid van
zelfstandige bestuursorganen op de eilanden. Daarnaast vragen deze
leden waarom voor de uitvoering niet gekozen is voor een constructie
waarbij het bestuurscollege belast is met de directe aansturing.
Immers, zo merken deze leden op, die verantwoordelijkheid ligt
momenteel wel bij de bestuurscolleges van de BES-eilanden. De leden van
de fractie van de ChristenUnie vragen een toelichting op artikel 11.32
onderdeel 1 subonderdelen 1 en 2, tweede lid: «Voor zover het loon per
dag meer heeft bedragen dat een door Onze minister vastgesteld bedrag
blijft het bij de toepassing van de eerste zin buiten aanmerking».
Artikel 11.23 (Wet arbeid vreemdelingen BES)
In artikel 7 van deze wet wordt de termijn voor een
tewerkstellingsvergunning op maximaal drie jaar gesteld met inbegrip
van de verleningen. De leden van de fractie ChristenUnie vragen of een
persoon na die drie jaar voor een andere functie opnieuw een
tewerkstellingsvergunning kan aanvragen om wederom drie jaar te werken
op een van de eilanden, zodat de persoon wel onafgebroken op de
eilanden verblijft, maar in een nieuwe functie. De leden van de fractie
ChristenUnie willen een toelichting op de keuze om in een algemene
maatregel van bestuur te regelen dat in een aantal specifieke situaties
afgeweken kan worden van de verplichting om de vacature te melden aan
het eilandsbestuur en van de weigeringgrond dat op de lokale
arbeidsmarkt arbeidskrachten beschikbaar zijn. Daarnaast vragen deze
leden waarom deze specifieke situatie niet in de wet zelf wordt
verankerd. Zij vragen om een opsomming van mogelijke specifieke
situaties per BES-eiland.
Artikel 11.27 (Wet ondernemingspensioenfondsen BES)
Onderdeel II Artikel 12.19 (Luchtvaartwet BES)
De regering spreekt in de memorie van toelichting over de mogelijkheid
voor de houders van documenten om zich in te schrijven bij een Arubaans
of Curaçaos register. Dat zou gunstiger kunnen zijn omdat men dan na
vijf jaar niet aan nieuwe Nederlandse eisen hoeft te voldoen. De leden
van de ChristenUnie vragen welke soort nieuwe eisen er zouden kunnen
zijn waaraan de genoemde houders van documenten dan niet zouden hoeven
te voldoen zonder dat dit ten koste gaat van de veiligheid in de
luchtvaart.
Cynthia Ortega