ChristenUnie
Bijdrage ChristenUnie Financiële Beschouwingen
Bijdrage ChristenUnie Financiële Beschouwingen
woensdag 29 september 2010 11:26 Tweede Kamerlid Arie Slob heeft namens
de ChristenUnie het woord gevoerd tijdens de Financiële Beschouwingen.
In dat debat kwam het tot een confrontatie met onder andere GroenLinks
over de bekostiging van de kinderopvang.
Bijdrage fractie ChristenUnie (1e termijn) tijdens Algemene Financiële
Beschouwingen.
Voorzitter. Vorige week stelde een van de collega-woordvoerders
Financiën de vraag of wij deze week wel de algemene financiële
beschouwingen moesten houden. Hij deed dat overigens per twitter en
buiten de debatten om. Die vraag is ook aan de orde geweest bij de
termijn van de heer Weekers. Ik heb vandaag en vorige week al laten
blijken dat het goed is dat wij deze algemene financiële beschouwingen
houden ondanks de complexe politieke situatie, waarin wij zitten. Het
zou toch raar zijn als wij de Miljoenennota en straks de departementale
begrotingen onbesproken laten. Er is gerede verwachting dat wij
misschien snel een missionair kabinet hebben maar wij weten het niet.
Laten wij daarom gewoon ons werk oppakken.
Gezien de inhoud van wat het demissionaire kabinet ons vorige week
heeft gepresenteerd, is er alle reden om dat met elkaar te bespreken.
Er is in de ogen van mijn fractie, over de gehele linie gesproken,
prima werk geleverd. Dat wil niet zeggen dat er her en der niet nog wat
zou kunnen en misschien zou moeten veranderen. Ik zal vandaag namens
mijn fractie nog wat punten noemen. Ook bij de departementale
begrotingsbehandelingen zal dat gebeuren. Laten wij dat debat met
elkaar voeren.
Mijn fractie vindt -- fijn ook dat andere fracties daar complimenten
voor hebben gegeven -- dat deze begroting getuigt van een groot
verantwoordelijkheidsgevoel voor de rijksfinanciën. Die gevoelens zijn
ook omgezet in daden.
Je kunt zelfs stellen dat deze begroting misschien wel het eerste
gelijk aantoont van de crisismaatregelen die eerder door het destijds
missionaire kabinet-Balkenende IV zijn genomen. Zeer bewust -- ik heb
de heer Weekers in een interruptie daaraan herinnerd -- is er toen niet
voor gekozen om direct met forse bezuinigingen te beginnen. Ik herinner
mij nog goed de ergernis van de nu beoogde premier de heer Rutte
daarover. Maar ik ben er echt van overtuigd dat als we de liberale
bezuinigingsreflexen van vorig jaar gevolgd zouden hebben, we nu geen
begroting hadden gehad die én de eerste tekenen van economisch herstel
én sterk verbeterde overheidsfinanciën laat zien. Het is fijn dat we
dat nu met elkaar kunnen constateren.
Het voorzichtige economische herstel klinkt ook door in de
werkloosheidscijfers. Iedere werkloze is er nog steeds een te veel,
maar het is toch fijn dat we met het huidige aantal van 435.000
werklozen een behoorlijk stuk af zitten van de vorig jaar
geprognosticeerde 675.000 werklozen. Dat geldt ook voor het
begrotingstekort. Het is nog steeds te groot, maar aanzienlijk kleiner
dan vorig jaar werd voorspeld. We zijn er dus nog lang niet, maar dit
zijn hoopgevende tekenen. Op onze schouders rust nu de taak om op een
verantwoorde wijze te werken aan een verder herstel van de
overheidsfinanciën. Ik hoop oprecht dat we dat in de komende jaren als
een gezamenlijke verantwoordelijkheid zien, in welke positie we in de
Kamer ook terecht zijn gekomen.
Verantwoordelijkheid tonen, dat zien we ook terug in de wijze waarop
het kabinet invulling heeft gegeven aan de 3,2 mld. aan ombuigingen,
die in eerste instantie voortvloeien uit het aanvullend beleidsakkoord.
De motie van de heer Koolmees heeft een extra zetje gegeven. Er was
natuurlijk enige aarzeling, niet alleen bij het kabinet, maar ook bij
de coalitiepartijen, of een demissionair kabinet zulke bedragen zou
mogen invullen. Maar de Kamer was vrij duidelijk: doen! Het is dus
gebeurd. Het was een redelijk bijzonder moment toen de motie werd
ingediend, want op dat moment waren de eerste bewegingen richting
onderhandelingen over Paars-plus zichtbaar. Nu zijn heel andere
fracties met elkaar aan het onderhandelen. Het is maar goed dat het
kabinet het heeft opgepakt. Nu ligt er een invulling. Het is bijzonder
dat een groot aantal fracties dat in juni er bij het kabinet er zo
sterk op aandrong om het in te vullen, een groot deel van de
invullingen van het kabinet min of meer aan de kant schuift. Dat is
echter hun goed recht, want zo gaat dat. Je mag altijd tegenvoorstellen
doen.
Kijkend naar de voorstellen van het kabinet is het alleen niet echt
nodig. Neem de kinderopvang, een van de meest heikele punten uit dit
pakket. De heer Plasterk had zojuist een prijsvraagje over de toename
in de zorg. Ik vraag hem nu met hoeveel procent de kosten van de
kinderopvang zijn toegenomen. Ik zal het antwoord zelf maar geven. Het
gaat niet om 70%, de toename bij de zorg, maar om 230%, een enorme,
explosieve stijging van de kosten van de kinderopvang in de afgelopen
jaren. Deze daadwerkelijke kosten overstijgen de geprognosticeerde
kosten mijlenver. Daar komt nog bij dat de effecten op participatie
mijlenver achterblijven bij de verwachtingen die velen daarbij hebben
gehad. Ook al doet het pijn, enige nuchterheid rondom dit onderwerp is
wel op haar plaats.
De heer Plasterk (PvdA): Voordat dit helemaal gelijk wordt gesteld, bij
de zorg hebben we natuurlijk geen enkele ambitie om meer zorg te gaan
toepassen. We gaan ervan uit dat het niveau waarop de zorg wordt
gepleegd bij een ongeveer gelijkblijvende bevolking idealiter niet heel
veel duurder zou hoeven worden. Bij de kinderopvang was het wel
degelijk gericht beleid om te zeggen: we willen stimuleren dat man en
vrouw beiden gaan werken; we ondersteunen dat door de kinderopvang
beter toegankelijk te maken. Ik zou dit niet helemaal parallel willen
leggen.
De heer Slob: Daar hebt u gelijk in. Maar de prognose was dat we in dit
begrotingsjaar, 2011, ongeveer 1,7 mld. aan kosten zouden maken. U weet
dat we op dit moment op 2,9 mld. zitten. Er is dus wel iets gebeurd.
Daar mogen we met elkaar ook wel aandacht voor hebben. Ik zei dat er
enige nuchterheid rondom dit onderwerp op haar plaats is. Dat zeg ik
ook tegen fracties, die op zich het volste recht hebben om hiertegen te
ageren, die nu bezwaar maken tegen deze bezuiniging terwijl in hun
eigen verkiezingsprogramma's forse bezuinigingen op de kinderbijslag en
het kindgebonden budget staan. Bij GroenLinks betreft het bezuinigingen
van 1,3 mld., bij D66 1,5 mld. Die bedragen overstijgen vele malen de
bezuinigingen op de kinderopvang die nu worden neergezet. Dit moet in
perspectief worden gezien. Er zit natuurlijk een bepaalde ideologie
achter, namelijk zo veel mogelijk mensen de arbeidsmarkt opdrijven. De
fractie van de ChristenUnie staat daar iets anders in. Zij vindt dat er
keuzevrijheid moet zijn en wil de mensen niet met het financiële mes op
de keel dwingen om de arbeidsmarkt op te gaan. Gelukkig gaan er al
steeds meer mensen de arbeidsmarkt op. Dit is misschien zelfs wel een
iets liberalere wijze van omgaan met dit onderwerp dan GroenLinks en
D66 dat doen.
Mevrouw Sap (GroenLinks): Er zit natuurlijk enige mate van ideologie
achter. Dat klopt. Maar er zit ook een nuchtere afweging achter wat
deze samenleving in de toekomst nodig heeft. Wij weten allemaal dat de
vergrijzing eraan komt, dat er enorme tekorten dreigen in de zorg en in
het onderwijs en dat wij iedereen die kan werken, nodig hebben. Dan
vinden wij het acceptabel om op de kinderbijslag te bezuinigen, want
dat is helemaal niet slecht voor de arbeidsmarktparticipatie. Wij
vinden het echt ongelooflijk kortzichtig om op de kinderopvang te
bezuinigen. Ik houd de heer Slob voor om met mij die nuchterheid te
betrachten en te kijken naar wat wij wel weten over wat bezuinigingen
in de kinderopvang doen. Ik verwijs naar het Centraal Planbureau
waarnaar de heer Dijkgraaf zojuist ook verwees, maar wat hij niet
helemaal compleet citeerde. Het Centraal Planbureau zegt namelijk dat
een kleine bezuiniging op de kinderopvang, zoals in 2009, nog wel
meevalt wat betreft verlies van werkgelegenheid, maar dat een grote
bezuiniging op de kinderopvang -- ongeveer een derde van het budget
weghalen vanaf 2011 kan niet anders gekwalificeerd worden dan als een
grote -- aanzienlijk negatieve effecten op de werkgelegenheid heeft.
Daarom mijn vraag aan de heer Slob: waarom heeft het demissionaire
kabinet een keuze gemaakt die zo haaks staat op wat wij voor de
toekomst nodig hebben, namelijk grotere participatie?
De heer Slob: Wat ik heel mooi vind van dit demissionaire kabinet, is
dat het dat voor 2012 en verder niet heeft ingevuld. Het is goed om dat
nog eens hardop uit te spreken. Wij moeten met elkaar heel gericht
zoeken naar een juiste besteding van het geld. Het is een fors bedrag,
dat klopt. Wat ons betreft ontzien wij de lagere inkomens en ontzien
wij ook de informele kinderopvang, waarin al genoeg gebeurd is. Als je
kijkt naar wat er de afgelopen jaren bij is gekomen, kunnen wij best
bij de hogere inkomens nog een en ander weghalen. Ik herinner eraan dat
er in 2005 een enorme smak geld bij is gekomen, waar mensen bij wijze
van spreken niet eens op zaten te wachten maar wat zij natuurlijk wel
in dank aanvaard hebben.
Laten wij nog iets anders ook doen. Wij horen natuurlijk enorme
verhalen uit bijvoorbeeld de MOgroep, alsof er iets verschrikkelijks
gebeurt. Laten wij ook eens kijken hoe de kinderopvangmarkt zelf
functioneert. Wat zie je? Men richt zich vaak direct op de maximale
uurprijzen die worden gehanteerd. Er zit nauwelijks enige flexibiliteit
in. Daar zou nog wel eens iets te halen kunnen zijn. Het zou mooi zijn
als wij daar met elkaar ook gericht naar gaan zoeken. Wij hebben daar
nog even de tijd voor, maar laten wij dat doen.
Mevrouw Sap (GroenLinks): Ik heb waardering voor het feit dat de heer
Slob bereid is om te kijken hoe wij die bezuiniging zo kunnen invullen
dat zij niet de laagste inkomens het zwaarste treft en niet leidt --
mag ik aannemen dat hij dat ook steunt -- tot verlies van
werkgelegenheid van ouders met jonge kinderen. Daar komen wij dan nog
op terug. Is het echter niet uiterst merkwaardig dat hij dan nu tekent
voor een bezuiniging van bijna een half miljard, waarvan hij nog
helemaal niet weet waar die terechtkomt en welke effecten die zal
hebben?
De heer Slob: Wij moeten natuurlijk wel de boel bij elkaar houden. De
Kamer heeft het kabinet gevraagd om die 3,2 mld. in te vullen en dat
zal een vervolg moeten krijgen. Als dit kabinet het nu al tot in de
details tot 2015 had ingevuld, weet ik wat er gebeurd was. Dan was er
een heel ander verhaal gehouden, dan was het kabinet waarschijnlijk
gekapitteld vanwege het feit dat het als demissionair kabinet dat zo
had gedaan. Ik vind het mooi dat er nu ruimte is. Er is ook ruimte voor
tegenvoorstellen. Op onderdelen is het misschien zelfs wel nodig dat
wij daar met elkaar eens naar kijken. Laten wij echter met elkaar op
een verantwoorde wijze zaken in reële proporties blijven zien en zoeken
naar een goede invulling. Ik vond het trouwens wel plezierig om te
constateren -- ik heb hem net gekregen -- dat u bij de bezuinigingen
voor 2011, een meer dan ik vorige week dacht, een nulletje heeft
neergezet. Die is in ieder geval nu geaccepteerd. Dat was natuurlijk
eigenlijk al bij de Voorjaarsnota gebeurd. We hebben dus nog een jaar
de tijd voor 2012. Laten wij dat dus doen, maar daarbij wel ruimte
laten voor ouders om eigen keuzen te maken. Ik ben bang dat wij elkaar
daarin niet helemaal vinden, want u bent meer voor staatsdwang dan wij
zijn op dit punt.
Mevrouw Sap: Wij zijn op dit punt meer voor keuzevrijheid dan de
ChristenUnie, maar dat is nu een zijdelings punt .
De heer Slob: Dat is toch raar.
Mevrouw Sap: Misschien mag ik mijn vraag afmaken. Dan kan de heer Slob
zo reageren .
De heer Slob: Er is maar één keuze. Dat is de georganiseerde
kinderopvang, want anders krijg je van GroenLinks geen geld.
Mevrouw Sap: Dat is niet waar. Wat mij aanspreekt en wat de heer Slob
zegt, is dat wij gaan zoeken naar dat waar wij gezamenlijk uit kunnen
komen. Dat is ook juist waar dit demissionaire kabinet het niet
helemaal goed gedaan heeft. Dit demissionaire kabinet heeft niet
gezocht naar bezuinigingsopties die op de meest brede steun in deze
Kamer kunnen rekenen, maar heeft eigenlijk voorgesorteerd op
bezuinigingsopties die in de huidige formatie op de meeste steun kunnen
rekenen.
Er zijn andere bezuinigingsopties, zoals forse ingrepen in het openbaar
bestuur en forse ingrepen in subsidies. Dan had de heer Slob zo
ongeveer op alle zetels in deze Kamer kunnen rekenen. Waarom dan kiezen
voor een bezuiniging op de kinderopvang, waarbij hij blijkens de
verkiezingsprogramma's op hooguit 50, 60 zetels kan rekenen?
De heer Slob: Het kabinet zit in vak-K en ik sta hier namens mijn
fractie, dus ik ga niet de keuzes van het kabinet verdedigen. Als ik
het ChristenUnie-verkiezingsprogramma bij de hand neem, zie ik dat de
gemaakte keuze gewoon op onze steun kan rekenen. Wij vinden dat daar
best wel iets vanaf kan. Wij moeten nu overschrijdingen binnen een
begroting opvangen. Dat is iets waarmee wij te maken hebben. Het
kabinet moet kiezen tussen het financieren van die stijgende aantallen
leerlingen en studenten en de kinderopvang. Het kabinet kiest ervoor om
iets bij de kinderopvang weg te halen. Wat ons betreft is dat een zeer
te verantwoorden keuze. Nogmaals, over de invulling zullen wij nader
komen te spreken. Wij zijn van harte bereid om dat ook met GroenLinks
te doen. Ik ben blij dat onderwijs ontzien is in deze begroting en bij
deze bezuinigingen.
Ik weerspreek in de richting van de heer Plasterk dat er op onderwijs
bezuinigd wordt. Het simpele feit dat een enveloppe niet wordt
uitgekeerd, wil niet zeggen dat er sprake is van een bezuiniging. Het
gaat om nieuw geld. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat ook de
partijen die in het kader van Paars-plus hebben zitten te
onderhandelen, naar die enveloppe hebben gekeken en daar voor de
komende jaren een bepaalde invulling mee voor ogen hadden. Ik weet het
niet, ik zat niet aan tafel, maar het gaat niet om een bezuiniging.
De heer Dijkgraaf (SGP): Is de heer Slob het met mij eens dat het CPB
zich baseert op de stijging van de subsidies in de afgelopen vier jaar?
Dat is een massieve stijging geweest. Het CPB komt tot de conclusie dat
het eigenlijk alleen maar heeft geleid tot een massieve substitutie van
informele naar formele zorg. Dat is het enige effect geweest. Op basis
van die ontwikkeling concludeert het CPB dat de tegenstanders van de
bezuiniging op de kinderopvangsubsidie blij moeten zijn, omdat het
arbeidsparticipatie-effect toeneemt als de procentuele betaling van de
ouders toeneemt. Is de heer Slob dat met het CPB eens?
De heer Slob: Ik heb het rapport van het CPB van februari ook op deze
wijze gelezen, dus mijn antwoord is ja.
De heer Koolmees (D66): Ik kom even terug op het onderwijs. U gaf aan
dat het inhouden van de enveloppe geen bezuiniging is, maar in het
coalitieakkoord staat dat extra geld, bijvoorbeeld voor het bestrijden
van vroegtijdig schoolverlaten en voor innovatieprogramma's,
beschikbaar zou komen. Nu wordt dat geld ingehouden. In welke zin is
dat geen bezuiniging? Dit is toch gewoon het weghalen van geld waarop
mensen gerekend hadden?
De heer Slob: Er wordt niet in de begroting van OCW gesneden.
Natuurlijk had het kabinet ervoor kunnen kiezen om het geld alsnog uit
te keren, maar dan zouden wij hetzelfde probleem hebben als bij die
bezuiniging van 3,2 mld. Een demissionair kabinet dat enveloppes gaat
uitkeren, gedraagt zich in feite als een missionair kabinet. Ik kan
niet anders constateren dan dat de Kamer in juni het kabinet heeft
opgedragen om te bezuinigen. De Kamer heeft het kabinet niet opgedragen
om de enveloppes alsnog uit te keren. Had zij dat gedaan, dan had het
kabinet uiteraard de vrijmoedigheid gehad om dat te doen. Mogelijk was
er een andere afweging gemaakt; ik zit daar ook niet bij. Nogmaals, ik
weerspreek dat het hier om een bezuiniging gaat en dat er dus minder
geld naar onderwijs gaat dan in het afgelopen jaar. Daar komt nog iets
bij. Het actieplan LeerKracht gaat gewoon door, de Rinnooy Kan-gelden
gaan gewoon door -- dat zal de heer Plasterk ook heel veel deugd doen
-- en de incidentele loonontwikkeling is beleidsmatig op nul gezet,
maar onderwijs en zorg zijn daarvan uitgezonderd. Dat zijn goede
dingen, want wij willen wat met het onderwijs. Ik hoop dat wij de
komende jaren zelfs extra geld naar onderwijs toe kunnen laten gaan.
Maar dit demissionaire kabinet is op dit punt echt niets te verwijten.
De heer Koolmees: Scholen hebben plannen gemaakt, bijvoorbeeld om iets
tegen het schoolverlaten te doen. Dat zijn meerjarige plannen. Op grond
van het coalitieakkoord is allerlei beleid gestart. Nu wordt het geld
ingenomen en kan men de plannen niet uitvoeren. In die zin is het
gewoon een bezuiniging. Ik begrijp dat het kabinet keuzes moet maken
waarop het wel en niet bezuinigt, maar als je geld weghaalt bij het
onderwijs, is dat in mijn ogen gewoon een bezuiniging op onderwijs, en
dat vind ik onwenselijk. Hoe je het ook wendt of keert, het kabinet
bezuinigt gewoon op het onderwijs.
De heer Slob: Ik ben het daar niet mee eens, maar ik zal mijn verhaal
van net niet herhalen. Ga mij alsjeblieft niet verwijten dat het
kabinet gevallen is en dat er nu een demissionair kabinet is. Daarvoor
moet je ergens anders wezen. Hadden wij in februari gewoon door kunnen
gaan, dan hadden wij enveloppen kunnen uitdelen en dan hadden wij ook
allerlei andere dingen kunnen doen die wij helaas de afgelopen maanden
niet hebben kunnen doen omdat het kabinet demissionair is. De
ChristenUnie is in het kabinet blijven zitten en ik ben er trots op dat
wij tot het laatst toe onze verantwoordelijkheid blijven nemen en
blijven werken aan een herstel van de overheidsfinanciën. Dat is voluit
een punt van de ChristenUnie en dat was hard nodig. Helaas, helaas kun
je niet alles doen als het kabinet demissionair is. Dit kabinet heeft,
ook als je het vergelijkt met andere demissionaire kabinetten uit het
verleden, misschien zelfs een beetje missionair geopereerd, maar wel
met steun van de Kamer.
De heer Plasterk (PvdA): Wij moeten natuurlijk niet bezuinigen omdat
het kabinet gevallen is. Wij moeten bezuinigen omdat wij een
economische crisis hebben gehad en omdat de vergrijzing ons noopt om op
de lange termijn op een aantal punten de broekriem aan te halen.
De heer Slob sprak mij net aan toen hij zei dat niet bezuinigd is op
het onderwijs. Het gaat mij er niet om of dit in technische zin een
bezuiniging is ten opzichte van de begroting 2010 of niet. Waar het mij
om gaat is dat er sprake was van een effectief programma dat erop is
gericht om het voortijdig schoolverlaten terug te dringen. Daardoor
wordt ervoor gezorgd dat meer jongeren met een diploma de school
verlaten. In dat programma was voor 2011 een extra schijf in het budget
opgenomen. Dat was ook nodig. In het begin is er laaghangend fruit en
kun je met weinig geld meer bereiken, maar dat wordt natuurlijk steeds
moeilijker. Daarna kom je immers aan de steeds lastiger gevallen toe.
Wij zijn hier nu met z'n allen in vergadering bijeen. Het voorstel dat
wij met vier partijen hebben gedaan, is om dat onderdeeltje van de
enveloppengelden niet onderdeel van de bezuiniging te maken, maar
alsnog toe te kennen omdat wij het voorkomen van voortijdig
schoolverlaten een prioriteit vinden. Mijn pleidooi aan de heer Slob is
dan ook: laten wij voorbijgaan aan de technische discussie. Dit is
strikt genomen geen bezuiniging, maar het innemen van extra geld; daar
heeft hij wel een punt en dat ben ik met hem eens. Maar wij hebben ook
een dekking voor dit voorstel. Op die manier kunnen wij elkaar
misschien toch vinden en ervoor zorgen dat dit cruciale programma door
kan gaan. De leerlingen die zonder diploma van school gaan, komen
terecht in de rottigheid. Zij zijn zichzelf tot last en zijn voor de
samenleving uiteindelijk veel duurder dan wanneer wij hen op die school
houden. Ik hoop dus toch dat wij steun kunnen vinden om het programma
ter voorkoming van voortijdig schoolverlaten overeind te houden.
De heer Slob: Ik dank de heer Plasterk voor zijn ondersteuning van mijn
antwoord aan de heer Koolmees over de vraag of het nu wel of niet om
een bezuiniging gaat.
Nu is het probleem -- en dat is de feitelijke vraag van de heer
Plasterk -- dat hij dit onderdeel in een totaalverhaal heeft gestopt.
Ik neem aan dat dit morgen allemaal in één motie wordt gestopt. Als dat
zo is, kan hij het wat betreft de ChristenUnie direct al schudden, want
dat zal de ChristenUnie op deze manier niet steunen. Volgens mij
rammelt het verhaal van de tegenbegroting ook nog wat, maar daar kom ik
misschien bij de andere indieners nog even op terug. Ieder voorstel dat
positief is en deugdelijk is gedekt, zal in onze fractie met een heel
positieve blik worden bekeken, en misschien zelfs wel worden gesteund.
De heer Plasterk: Ik hoor heel goed dat de heer Slob zegt dat een
totaalpakket de Kamer alleen maar de keuze geeft om het hele pakket
over te nemen of te verwerpen. Ik denk dan ook dat wij er goed aan doen
om dat pakket in de tweede termijn in zulke stukken op te knippen dat
het iedere fractie vrij staat om in ieder geval onderdelen daarvan te
steunen. Wij zullen de suggestie van de heer Slob dus inderdaad volgen.
De heer Slob: Misschien komt de heer Plasterk dan nog wel verder van 65
zetels. Dat zou heel mooi zijn.
Mevrouw de voorzitter. De inburgering is een heikel punt. Ik las in de
tegen-A4's dat dit misschien ook wel efficiënter zou kunnen. Mijn
fractie heeft in het verkiezingsprogramma vermeld dat wij op termijn
een eigen bijdrage van inburgeraars best wel reëel vinden. Dit zag ik
ook bij andere fracties, waaronder D66. Het is toch wel goed om een
helder beeld te schetsen van hetgeen de afgelopen jaren allemaal is
gebeurd. Kan de minister bevestigen dat in de afgelopen jaren een
enorme inhaalslag is gemaakt met de inburgeringscursussen? Kan hij ook
bevestigen dat er ondanks de bezuinigingen die worden voorgesteld, voor
de komende drie jaar nog voldoende financiële middelen over zijn om de
cursussen van met name de wettelijk verplichte inburgeraars te
bekostigen? Het is goed om dat hier vast te stellen. Wij zullen daar
misschien voor de periode na 2014 en verder nog heel gericht met elkaar
naar moeten kijken. Mijn fractie vindt in ieder geval dat wij een
rijksverantwoordelijkheid blijven houden voor vluchtelingen die naar
ons land komen. Wij zullen daar bij de behandeling van de begroting
voor WWI nog apart op terugkomen.
Het is goed dat heel gericht wordt gekeken naar de EZ-subsidies. In
principe gaan wij akkoord met het bedrag dat daarbij wordt genoemd. Ik
heb wel een kanttekening, want ook de ontvangers van subsidies voor
duurzame-energiehuishoudingen worden hiermee geconfronteerd.
Het is bekend dat er eigenlijk extra investeringen nodig zijn om het
Europese doel voor hernieuwbare energie in 2020 te halen. Hoe denkt het
kabinet deze doelen nog te gaan halen, als de subsidies voor duurzame
energiehuishouding gekort worden en er geen alternatief tegenoverstaat?
Binnen het innovatiebeleid zijn misschien nog wel slimme stappen te
maken als het gaat om efficiency, zonder dat er een rem op
innovatieactiviteiten komt te staan. De wirwar van regelingen kan
bijvoorbeeld worden teruggebracht. Is de minister het met ons eens dat
hier nog wel winst te boeken valt? We komen hier in tweede termijn en
misschien ook bij de EZ-begroting op terug.
Bij de Voorjaarnota heb ik al een punt gemaakt van de telkens
terugkerende forse overschrijdingen bij het Budgettair Kader Zorg,
waaraan wij ons ergeren. De minister heeft mij toen toegezegd dat dit
als specifiek thema in de Miljoenennota zou terugkomen. Ik dank de
minister dat hij woord heeft gehouden, al had ik er eerlijk gezegd toch
wel iets meer van verwacht. Als ik het goed begrijp, gaat VWS inzetten
op een betere aansluiting tussen de budgettaire cyclus en de
informatievoorziening om de uitgaven te beheersen. Is dat het juiste
medicijn voor de overschrijdingskwaal, zo vraag ik hem. Hij stelt dat
de uitgavengroei in de zorg redelijk te voorspellen is op grond van de
loon- en prijsontwikkeling en de demografische component. Hoe verklaart
de minister dan dat in het BKZ wordt uitgegaan van een groei van
ongeveer 3% per jaar, terwijl de prijsindex personele kosten in 2009
alleen al 3,42% was en daar komt dan nog een volumeontwikkeling
overheen? Dan is het BKZ toch niet reëel geraamd? Hoe logisch is het
dan om overschrijdingen achteraf terug te halen bij ziekenhuizen, even
los van de vraag of dat kan, en door de contracteerruimte bij de AWBZ
te beperken?
We hebben ook kennisgenomen van het voornemen van het kabinet om per 1
januari 2012 de macronacalculatie af te schaffen. Ik hoor graag een
onderbouwing van deze keuze. Worden met de macronacalculatie niet juist
de ramingsfouten bij het BKZ gecorrigeerd? Is er niet een grote kans
dat afschaffing van de macronacalculatie bij zorgverzekeraars zal
leiden tot hogere premies en nog meer concentraties? We zien in
Nederland al wat bewegingen in die richting plaatsvinden. Kortom, hoe
doordacht is dit voornemen?
Wat ons betreft is het laatste woord over de overschrijdingen bij het
BKZ nog niet gesproken, en dan spreek ik ook de collega's aan. Ik denk
dat het goed zou zijn als de Tweede Kamer dit onderwerp zelf eens
stevig zou oppakken. We zijn het eigenlijk een beetje zat om iedere
keer met dergelijke forse overschrijdingen geconfronteerd te worden,
zeker als we zien hoe de begrotingsproblemen bij VWS worden opgelost.
Dit zou een heel mooi thema zijn voor de commissie van Financiën en
misschien ook van VWS om op te pakken.
Zoals ik al zei is wat ons betreft ook een pijnpunt hoe de
begrotingsproblemen worden opgelost, vooral door de ongerichte
bezuinigingen op de langdurige zorg in de AWBZ. Deze zijn ook in strijd
met de afspraken die de minister met de Tweede Kamer had gemaakt. We
zouden geen kaasschaaf meer gebruiken, maar dat gebeurt nu wel. Daar
zullen we bij de VWS-begroting nog apart op terugkomen.
Dan kom ik op de garantieregelingen. Het kabinet heeft er tijdens de
crisis voor gekozen om bepaalde sectoren te ondersteunen door
garantieregelingen uit te breiden of op te zetten. We zien nu dat een
aantal ervan verlengd worden. Daar is misschien wel iets voor te
zeggen, maar het zou goed zijn als het kabinet hier een onderbouwing
voor geeft. Wanneer is volgens de minister het moment gekomen dat we
die garantieregelingen, zoals de GO, de BMKB en de ophoging van de
borgingsgrens van de Nationale Hypotheek Garantie, waar de Kamer bij
motie om heeft gevraagd, weer gaan afbouwen, want ze zijn toch bedoeld
als tijdelijk?
Ik vraag ook aandacht voor de positie van gemeenten, vooral de
gemeenten die een actief grondbeleid voeren. Door de huidige malaise in
de woningbouw liggen veel projecten stil, maar de rentetikker loopt bij
heel veel gemeenten gewoon door, en ook fors. Dat kan echt in enorme
bedragen lopen. Ik las dat Breda over 2009 60 mln. bij het Grondbedrijf
heeft moeten afboeken. Ik vrees dat meer gemeenten in de problemen
zullen komen en dat het aantal artikel 12-gemeenten de komende tijd zal
toenemen. Herkent de minister deze ontwikkeling? Welke
verantwoordelijkheid ziet hij daarbij voor de rijksoverheid?
Tot slot de bankencode. We hebben uiteraard, zoals het hoort, met
aandacht naar de troonrede geluisterd. Ik zag een aantal collega's bij
dit onderwerp wat opveren, onder andere de heer De Wit en velen met
hem. Wij vonden het goede tekst en ik zou zeggen: gewoon doen.
Bijdrage fractie ChristenUnie (2e termijn) tijdens Algemene Financiële
Beschouwingen.
Mevrouw de voorzitter. Ik dank de minister voor de beantwoording. Ik
kom op drie punten terug. Allereerst moet mij van het hart dat de
ChristenUnie nog nooit zo vaak voor rechts is uitgemaakt als tijdens
deze financiële beschouwingen, onder anderen door mevrouw Sap. Dat is
bijzonder omdat ik de afgelopen weken voortdurend in kranten las dat
ons werd verweten links te zijn. Misschien komt het wel heel goed uit
dat wij helemaal niets met die termen hebben. Het is voor ons
verouderde terminologie. Wij staan voor christelijk-sociale politiek en
daar valt ook financiële degelijkheid onder. Dat is de reden dat wij
heel goed kunnen leven met de invulling van het bedrag van 3,2 mld.
waar het grootste deel van de discussie over is gegaan. De invulling
daarvan valt voor het overgrote deel samen met ons
verkiezingsprogramma, dus dat is voor ons goed te dragen.
Ik heb in eerste termijn een paar kanttekeningen gemaakt. Ik kom op
twee kanttekeningen kort terug. Bij de EZ-subsidies gaat het mij niet
om het bedrag, maar heb ik de vinger gelegd bij het feit dat er gekort
wordt op de duurzame-energiehuishoudingen. Ik heb gewezen op andere,
betere mogelijkheden voor slimmere vormgeving van
innovatieactiviteiten.
Ik heb de schriftelijke antwoorden gelezen en ik begrijp daaruit dat
dit ook de bedoeling is. Waarvan akte.
Dan de inburgeringscursussen. Dank voor de gegeven aantallen. Het is
indrukwekkend wat er de afgelopen jaren op dat punt is gebeurd. Dat is
heel veel. Ik ga ervan uit dat er voor de komende jaren nog genoeg geld
overblijft om aan onze verplichtingen te voldoen, en dat er financiële
middelen overblijven voor met name de asielzoekers. Daartoe zijn we
conform internationale verdragen ook verplicht. Ook daarvan neem ik
kennis, ook na de minister te hebben gehoord.
Arie Slob