Vijftien procent arbeidsverzuim door vage lichamelijke klachten
Datum: 24 september 2010
Vijftien procent van de werknemers die langdurig verzuimen, verzuimt 78
dagen langer door onverklaarde lichamelijke klachten. Deze vorm van
langdurig verzuim wordt niet goed herkend, terwijl dit voor
zowel werknemers als werkgever wel belangrijk is. Dat constateert Rob
Hoedeman, die 29 september 2010 promoveert aan de Rijksuniversiteit
Groningen. Om dit verzuim tegen te gaan moet de baas niet te veel
pamperen, maar ook vooral niet direct zwaaien met doktersbezoek.
Hoedeman is bedrijfsarts bij ArboNed.
Het verzuim van werknemers begint met erkende lichamelijke of
psychische klachten, maar 15% van de zieken die langer dan 3 weken
verzuimen, krijgen `vage' bijkomende klachten als moeheid,
borstklachten en duizeligheid de overhand. Vaak gaat het hierbij niet
om één klacht, maar om meerdere samenhangende symptomen. Dergelijke
klachten komen bovenop de eigenlijke ziekte, maar blijken vaak de
hoofdoorzaak dat de verzuimduur met een derde verlengd wordt.
Kern van het probleem uit het oog verloren
Uit het onderzoek van Hoedeman blijkt dat thuisblijvers te veel
focussen op hun klachten en beperkingen, waardoor ze niet meer bezig
zijn met beter worden en terugkeren naar het werk. Bovendien lopen
verzuimende werknemers met ernstige onbegrepen lichamelijke klachten 3
tot 6 keer meer kans op depressies of angststoornissen. Zo komen zij in
een vicieuze cirkel die uiteindelijk zelfs kan leiden tot
arbeidsongeschiktheid.
Hoedeman: "Natuurlijk hebben de extra klachten oorzaken, maar
werkgevers weten regelmatig niet welke dat zijn en ze onderschatten de
consequenties op het verzuim van de bijkomend klachten. Als die de
hoofdrol krijgen, is de thuisblijver (en zijn werkgever) verder van
huis. Ze zijn alleen nog bezig met de onverklaarde aandoeningen, in
plaats van de terugkeer naar het werk aan te pakken."
Baas moet instinct vertrouwen
Volgens Hoedeman zijn vage klachten bij werknemers wel te herkennen. De
werkgever kan in het alledaagse functioneren van de werknemer alert
zijn op regelmatige klachten die niet zijn toe te schrijven aan
traceerbare lichamelijke redenen. Hoedeman: "Het klinkt onorthodox,
maar werkgevers moeten hun instinct vertrouwen. Als Piet met
rugklachten thuiszit, niet meer zo goed op de bouwplaats mee kan komen
en het thuis ook even wat minder loopt, moet je als werkgever eigenlijk
snel ingrijpen om te voorkomen dat niet-traceerbare klachten de
overhand krijgen. Goede kennis van je personeel is het devies."
Snelheid essentieel
Na drie weken is de werknemer vaak al in een zodanige neerwaartse
spiraal geraakt dat hij hier moeilijk uitkomt. De enige oplossing is om
sneller in te grijpen dan de gebruikelijke 4-6 weken. Pamperen is
daarbij funest. Hoedeman: "De baas wil vaak begripvol zijn en gaat mee
in de klachten. `Goh wat vervelend allemaal; ziek maar lekker even
uit!' Ze tonen begrip voor de klachten, maar dat is de verkeerde
benadering. Het is beter om begrip te tonen voor de beleving van de
klachten, en de werkzaamheden daarop aan te passen. Het omgekeerde
werkt ook averechts: aandringen op een diagnose, nader medisch
onderzoek of een verwijzing versterkt bij deze werknemers hun
ongerustheid en klachten. Help de werknemer in te zien van waar de
problemen vandaan komen. Als er angst is voor een aandoening of angst
voor belasten, is het goed hem in contact met de bedrijfsarts te
brengen om een behandel- en terugkeerplan te maken."
Curriculum Vitae
Rob Hoedeman (Utrecht, 1964) studeerde Geneeskunde aan de Universiteit
van Utrecht en is bedrijfsarts bij ArboNed. Hij verrichte zijn
onderzoek aan de afdeling Gezondheidswetenschappen van het Universitair
Medisch Centrum Groningen (UMCG). Zijn promotor is prof. dr. J.W.
Groothoff. De titel van het proefschrift luidt: 'Severe medically
unexplained physical symptoms in the sicklisted occupational health
population'. Rob Hoedeman is voorzitter van de Kenniskring STECR over
lichamelijk onverklaarde klachten en somatisatie en lid namens de NVAB
van de landelijke richtlijngroep somatisch onvoldoende verklaarde
lichamelijke klachten en somatoforme stoornissen. Hij heeft diverse
nationale en internationale artikelen geschreven over lichamelijk
onverklaarde klachten en andere onderwerpen.
Rijksuniversiteit Groningen