Rijksoverheid
Datum 17 september 2010
Geannoteerde agenda van de informele Raad voor
Concurrentievermogen 29!30 september 2010
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de informele Raad voor
Concurrentievermogen over de interne markt van 29 en 30 september a.s.
Vanwege het informele karakter van deze Raad zal er een vrije gedachtewisseling
plaatsvinden zonder besluitvorming.
De bijeenkomst start op 29 september met een werkdiner over het EU!octrooi. Op
30 september staat de bijeenkomst vooral in het teken van de Europa 2020
Strategie en de vraag wat de EU concreet moet doen om haar
concurrentievermogen te versterken en de Europa 2020 Strategie te laten slagen.
Er zijn vier parallelle breakout sessies over groene groei, innovatie,
arbeidsmarkthervormingen en de interne markt. Nederland zal deelnemen aan de
sessie over de interne markt. De interne markt is één van de EU!instrumenten om
de doelen van de Europa 2020 Strategie te bereiken. Betere benutting van
onbenut potentieel van de interne markt en het wegnemen van knelpunten
kunnen bijdragen aan het realiseren van de doelen van de Europa 2020 strategie.
EUoctrooi
De Raad zal tijdens het diner spreken over het talenregime voor een toekomstig
EU!octrooi. Het voorzitterschap streeft naar besluitvorming hierover nog dit jaar,
mogelijk al tijdens de Raad voor Concurrentievermogen van 11!12 oktober
aanstaande.
In juni jl. lanceerde de Commissie het voorstel tot een verordening voor de
vertaalregeling van het EU!octrooi. Dit voorstel betreft een (laatste) deel van de
wetgeving van het EU!octrooi. Naast de specifieke verordening voor de
vertaalregeling is er ook een algemene verordening voor de instelling van het EU!
octrooi. De Raad is over deze laatste verordening in december 2009 een algemene
oriëntatie overeengekomen, op basis van een Commissievoorstel uit 2000. Dit
voorstel is destijds in het Europees Parlement in eerste lezing behandeld, en ligt
nu voor de tweede lezing bij het Europees Parlement. Parallel aan de twee
verordeningen over het EU!octrooi wordt gewerkt aan een uniform systeem voor
beslechting van octrooigeschillen. De Raad heeft begin 2010 advies gevaagd aan
het Hof van Justitie over het voorziene systeem voor geschillenbeslechting. Het
advies wordt voor eind 2010 verwacht.
Het Commissievoorstel voor de vertaalregeling gaat uit van het huidige
talenregime van het (niet!communautair) Europees Octrooibureau (EOB), te
weten Duits, Engels en Frans. Dit betekent dat het EU!octrooi wordt getoetst en
verleend in één van deze drie talen (bijvoorbeeld Engels), en de conclusies
worden vertaald in de andere twee van deze drie talen (bijvoorbeeld Frans en
Duits). Alleen de EOB!taal waarin het octrooi wordt getoetst en verleend, heeft
juridische binding.
Nederland hecht sterk aan vooruitgang in het octrooidossier. Een EU!octrooi is
belangrijk voor het bedrijfsleven dat wacht op een goed en betaalbaar EU!octrooi.
Dat levert immers vele voordelen op voor innovatieve bedrijven en voor het
Europese concurrentievermogen. Deze discussies over het EU!octrooi worden al
jaren gevoerd, met name vanwege de gevoelige kwestie van de talenregeling.
Nederland is voorstander van een zo beperkt mogelijk talenregime (English!only),
maar realiseert zich dat de kans op een akkoord in de Raad op deze basis
minimaal is. Nederland acht een 3!talenregime, gebaseerd op het huidige EOB!
regime, de meest kansrijke optie en geeft dan ook steun aan het voorstel van de
Commissie. Het Nederlandse en overgrote deel van het Europese bedrijfsleven
heeft steun uitgesproken voor het Commissievoorstel, omdat het een aanzienlijke
kostenbesparing oplevert. Nederland hoopt op een spoedig akkoord over het
Commissievoorstel, op basis van de benodigde unanimiteit. Mocht een akkoord
niet mogelijk blijken, dan komt wat Nederland betreft de optie van versterkte
samenwerking in beeld.
De interne markt
De break!out sessie over de interne markt vindt plaats onder voorzitterschap van
André Sapir, economisch adviseur van Barroso en hoogleraar economie aan de
Vrije Universiteit van Brussel. De Raad zal tijdens de sessie van gedachten
wisselen over hoe de verdere ontwikkeling van de interne markt kan bijdragen
aan het groei! en concurrentievermogen van de EU.
Op 9 mei jl. presenteerde professor Mario Monti, voormalig Commissaris voor
Mededinging en voor Interne Markt, zijn rapport "A New Strategy for the Single
Market," dat hij heeft geschreven op verzoek van de Europese
Commissievoorzitter Barroso. De Commissie zal naar verwachting begin oktober
een mededeling presenteren over de relaunch van de interne markt, mede in
reactie op het rapport van Monti. In zijn rapport concludeert Monti dat een breed
pakket van maatregelen noodzakelijk is. Ambitieuze voorstellen dienen hierbij
gecombineerd te worden met voorstellen die zorgen bij verschillende betrokkenen
wegnemen. Het rapport richt zich op drie onderdelen: de versterking van de
interne markt, het bouwen van consensus voor deze sterkere interne markt en het
verbeteren van de werking in praktijk van de interne markt.
Het voorzitterschap beoogt met het debat de lidstaten gelegenheid te geven hun
prioriteiten ten aanzien van de toekomst van de interne markt toe te lichten. De
Commissie is momenteel bezig met het opstellen van de mededeling over de
toekomst van de interne markt. Naar verwachting zal deze op 5 oktober worden
uitgebracht. Nederland hecht aan verdere versterking van de interne markt.
Prioriteiten zijn wat Nederland betreft de ontwikkeling van een digitale interne
markt, de verdere ontwikkeling van de interne markt voor diensten en
netwerksectoren en de spoedige totstandkoming van het EU!octrooi. Op deze
terreinen zullen we in EU!verband nu echt voortgang moeten boeken om
ondernemers en consumenten ten volle de voordelen van de interne markt te
laten benutten. Nederland zal de Commissie aanmoedigen sectoronderzoeken en
marktmonitoring voort te zetten, omdat deze input kan zijn voor verdere
beleidsontwikkeling ter versterking van de interne markt. Nederland acht het van
cruciaal belang dat lidstaten en de Commissie permanent en nauw samenwerken
om de interne markt in praktijk goed te laten functioneren. Nederland
onderschrijft de rol die de Raad voor Concurrentievermogen heeft om de
voortgang te monitoren.
(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven
Minister van Economische Zaken