Rijksoverheid
Reactie op aanbevelingen Commissie Cornielje over 'Onderwijstijd'
Toespraak | 28-09-2010
Dames en heren,
Het zal u niet verbazen wanneer ik u als staatssecretaris van Onderwijs
zeg dat het mijn overtuiging is dat onderwijs een drijvende kracht in
deze samenleving vormt. Het maakt verschil in de levens van jonge
mensen. Het maakt verschil in de slagkracht van onze economie. Het
maakt verschil als het gaat om welvaart en welzijn. Ook in tijden van
crisis houden we dat vuur brandende.
Daarom legt dit Kabinet de lat hoog. We investeren in de basiskennis
met geld voor rekenen en taal en we zorgen er ook voor dat zoveel
mogelijk jongeren van school gaan met een diploma dat een keurmerk is
van het Nederlandse onderwijs . Simpel gezegd: we willen het maximale
uit onze leerlingen halen.
Voldoende tijd om die onderwijskwaliteit te kunnen bieden in het basis-
en voortgezet onderwijs is daarvoor een essentiële voorwaarde.
Natuurlijk moet dat binnen de organisatie van de school haalbaar zijn.
En natuurlijk moet dat tijd zijn waarin docenten het beste van zichzelf
kunnen geven. En natuurlijk willen ook af van een systeem waarbij en de
norm niet wordt gehaald, en de kwaliteit van die uren ter discussie
staat.
Het is daarom dat ik de commissie Cornielje de opdracht heb gegeven om
met alle klachten en knelpunten maar ook de ambities in het
achterhoofd, een afweging te maken die voor iedereen het beste uitpakt.
In de eerste plaats voor onze kinderen die we zo veel mogelijk goed
onderwijs gunnen en die we dat ook moeten kunnen bieden.
In Frankrijk gingen scholieren onlangs de straat op omdat hun
onderwijsuren worden teruggebracht en de rijkdom van hun onderwijs (in
hun ogen) wordt uitgekleed. Ook in ons land komen jongeren in opstand
als ze vinden dat ze te weinig les krijgen of als ze vinden dat de uren
die ze op school zitten voor een deel nutteloos worden besteed. En dat
is terecht. Ik ben er trots op dat we de lat hoog durven te leggen en
met elkaar nadenken hoe we met een evenwichtige norm de waarde van ons
onderwijs zoveel mogelijk kunnen garanderen.
Dank dus aan de commissie voor het gedegen werk. De commissie geeft ons
een aantal adviezen. De ze adviezen nemen we integraal over. Ik neem de
belangrijkste met u door.
1. Nieuwe definitie van onderwijstijd en een nieuwe norm van 1000 uur
Kwaliteit wordt leidend voor de definitie van onderwijstijd. De
commissie geeft duidelijk aan welke kwalitatief goede
onderwijsactiviteiten onder de nieuwe norm vallen. Daarmee verdwijnt
definitief het gevaar van de ophokuren.
Met die kwaliteitscriteria in het achterhoofd, berekent de commissie
Cornielje dat de een nieuwe norm uit moet komen op 1000 uur per
schooljaar, uitgaande van het aantal beschikbare lesweken (37,5).
Daarmee wordt de wettelijke norm voor onderwijstijd in de onderbouw en
in de bovenbouw gelijk.
Waar het om gaat is dat de tijd goed wordt ingevuld. En daar krijgen
scholen, ouders en leerlingen meer mogelijkheden om dat samen te
bepalen.
2. De zomervakantie gaat van zeven weken terug naar zes weken
Voldoende onderwijstijd mag niet leiden tot teveel werkdruk, een van de
meestgenoemde problemen voor leraren in het onderwijs. De leraar heeft
veel taken die tijdens de lesdagen zorgen voor extra werkdruk.
Om de werkdruk beter te spreiden, en voldoende onderwijstijd voor
leerlingen te garanderen adviseert de commissie om de zomervakantie
terug te brengen van zeven naar zes weken, zodat er vijf dagen vrij
vallen. Die dagen kunnen in samenspraak tussen leraren en
leidinggevenden en in overleg met de MR naar keuze kunnen worden
ingezet. Wanneer de leraren tijdens deze dagen op school zijn kunnen ze
deze tijd onder meer inzetten voor scholing, vergaderingen,
teambuilding etc.
voor scholing, vergaderingen en andere zaken. Het gaat hier dus om
roostervrije dagen, dagen dus waarop de kinderen vrij zijn.
Ook het advies rond de vakantie en vakantiespreiding neem ik over.
Belangrijkste hierin is dat in de zomervakantie vier weken voor alle
scholen in het land gelijk zijn. Voor de overige vakanties zullen de
koepels (vo-raad en po-raad) adviesdata geven en blijft de school zelf
verantwoordelijk voor de planning ervan en de communicatie erover.
Voorheen stelde de overheid adviesdata vast. In de nieuwe situatie
weten ouders beter waar ze aan toe zijn.
3. De school legt verantwoording af aan ouders en leerlingen over de
invulling van de norm
Voldoende onderwijstijd is geen kwestie van kille quota halen, het is
een voorwaarde voor kwaliteit. Doel is optimale kennisoverdracht en een
uitdagend en inspirerend lesprogramma dat het maximale uit alle
leerlingen haalt. Daarom is het belangrijk dat degenen die het
onderwijs direct aangaat, erbij betrokken zijn . Scholen moeten aan de
ouders en leerlingen verantwoording afleggen over de manier waarop ze
hun kostbare onderwijsuren vorm geven.
De Inspectie blijft kijken of de norm is gehaald, maar ook of de school
ouders voldoende betrekt bij de invulling van de norm. Als een school
voldoende onderwijstijd realiseert en het is duidelijk dat alle
betrokkenen op schoolniveau tevreden zijn over de kwalitatieve
invulling daarvan en de school heeft een voldoende resultaat, dan zal
de Inspectie een stap terug doen.
Verantwoordelijkheid dicht bij mensen past bij mijn oprechte
overtuiging dat de politiek niet de hartslag is van het onderwijs, maar
de school en de direct betrokkenen uit de samenleving die het onderwijs
'maken'.
Afrondend:
Met het overnemen van deze aanbevelingen van de commissie Cornielje
ontstaat er dus een nieuwe norm die gebaseerd is op kwaliteit, leraren
ontlast en toewerkt naar een nieuwe, eigentijdse vorm van
verantwoording en toezicht. In aanloop naar de nieuwe situatie, die
vanaf schooljaar 2011/2012 in moet gaan, gaan we met pilots kijken of
dit systeem van 'high trust' goed werkt.
Een waardevolle en haalbare norm voor voldoende onderwijskwaliteit. Dat
vind ik een mooie bijdrage aan beter onderwijs als investering voor een
duurzame en veerkrachtige samenleving. Dáár kunnen we op bouwen.
Afzender
* Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Zie ook
* Basisonderwijs
Onderwerp | OCW
* Onderwijspersoneel
Onderwerp | OCW
* Voortgezet onderwijs
Onderwerp | OCW
Voor vragen aan de Rijksoverheid bel Postbus51: 0800-8051