Ingezonden persbericht


Slaagkansen in het hoger onderwijs.
Is Latijn en Grieks de voorbode voor succes?

Vandaag stelt De Standaard op basis van een studie Vives (KULeuven) dat de slaagkansen in het universitair onderwijs gerelateerd kunnen worden aan het net waar men heeft gestudeerd. Meer nog volgde men er Latijn of Grieks dan worden de slaagkansen exponentieel groter. Klopt deze benadering? Moeten meer leerlingen daarom Latijn of Grieks gaan studeren? Of is er meer aan de hand?

Democratisering heeft zijn prijs
Onze maatschappij heeft nood aan meer en beter geschoolde mensen. Daarom zet het onderwijsbeleid in op democratisering van het onderwijs. De afgelopen 20 jaar worden meer diploma's aan universiteiten en hogescholen afgeleverd. Dit is zonder meer een positieve evolutie. Een evolutie die bestendigd moet worden. Daar is iedereen het over eens.

Het secundair onderwijs zoals wij het vandaag kennen dwingt kinderen van 12 jaar al in een bepaalde richting. Een richting die onmiddellijk consequenties heeft voor hun latere schoolloopbaan. Kinderen die - geholpen door hun ouders - voor een 'sterke studierichting' kiezen komen ook vaak uit een 'sterke kansrijke' omgeving. De studie stelt het watervalsysteem niet in vraag, integendeel ze bevestigt wat iedereen al weet. Namelijk dat de sterkste leerlingen kiezen voor de sterkste studierichtingen en de sterkste resultaten halen aan de universiteit. Maar de sterkste leerlingen doen dat ook los van de richting of het net waar ze les hebben gevolgd.

Wij stellen vast dat meer leerlingen uit technisch en beroepssecundair onderwijs de stap wagen naar het hoger onderwijs. Hun voortraject maakt het hen extra moeilijk. Uit analyses blijkt verder dat heel wat van deze jongeren geen universitaire ma of pa hebben. Dat maakt dat zij minder omkadering en begeleiding hebben. Het GO! telt in het secundair onderwijs 45% leerlingen waarvan minstens een GOK-indicator in rekening gebracht kan worden (1). Betekent dit dan dat wij in deze jongeren niet moeten investeren?

Als wij zoals in de studie uitgaan van een economisch model, met name de kostprijs die een jaar universiteit aan de samenleving/gezinnen kost, is dit minstens de conclusie. Maar doet dit geen onrecht aan de vele studenten die na een jaar van overzitten toch de draad oppikken en met glans een universitaire/hogeschoolstudie beëindigen? Door jongeren de toegang tot de universiteit te ontzeggen ontneemt men ze een kans om zich verder te ontwikkelen. Het huidige flexibiliseringdecreet(2) voor het hoger onderwijs laat jongeren toe een traject op maat af te leggen. De studie Vives (KU Leuven) houdt hier geen rekening mee.

Vanuit deze redenering is het GO! geen voorstander van een toelatingsproef. Anderzijds menen wij dat een niet-bindende oriëntatieproef voor de jongere, maar ook voor de school een hulpmiddel kan zijn. De jongere kiest vandaag in alle vrijheid zijn verder studietraject. Vaak zonder veel kennis van wat er wordt verwacht. Wij menen dat er ook voor onze centra voor leerlingenbegeleiding en voor de hogescholen en universiteiten een rol is weggelegd naar studie(keuze)begeleiding.

Kwaliteit: een continu proces
De vertegenwoordigers van alle onderwijsnetten zijn zich ervan bewust dat er verschillen zijn tussen scholen. Die verschillen hebben te maken met de context van de school en niet met het net waartoe de school behoort. Dat heeft het onderwijs in Vlaanderen ook uit de vorige PISA-onderzoeken geleerd. Raymonda Verdyck, afgevaardigd bestuurder: "Schooldoorlichtingen geven inderdaad aan dat er verschillen in kwaliteit bestaan tussen scholen onderling, ook in het GO! Wij moeten scholen met scholen vergelijken. Als men cijfergegevens bijeenbrengt, verdwijnt de individuele foto van de individuele school. Het GO! investeert al jaren in het verhogen van de kwaliteit." Dat dit geen holle woorden zijn bewijzen de doorlichtingverslagen. Het GO! zet hoog in op kwaliteit. Vandaag plukken wij daar de vruchten van. In 2009 kregen meer GO! scholen een positief doorlichtingverslag dan andere scholen. (als bijlage)

De rol van de secundaire school?
Moet de secundaire school enkel voorbereiden op wat de hogere studies vereisen? Is de secundaire school als het ware de kweekschool voor de universiteit? Het GO! meent van niet. In de secundaire school moeten jongeren vooral leren zich op basis van hun eigen competenties en talenten te ontwikkelen. Zij moeten naast cognitieve kennis heel wat vaardigheden ontwikkelen die hen helpen om een eigen plaats in de samenleving op te nemen. Het GO! zet hoog in op deze talentontwikkeling waarbij persoonlijk welbevinden een belangrijk aspect is. Raymonda Verdyck: 'We werken in het GO! aan individuele leertrajecten en soepele structuren die het mogelijk maken om in te spelen op individuele talenten van alle leerlingen. We zijn ervan overtuigd dat deze aanpak loont, maar de vruchten daarvan plukken, vergt tijd."

De resultaten die in de studie 'Slaagkansen aan Vlaamse Universiteiten: tijd om het beleid bij te sturen? van Vives-KUL' zijn opgenomen zijn niet nieuw. Ze kunnen ook inhoudelijk verdiept worden. De slaagkans aan universiteit en hogeschool hangt vaak samen met de vaardigheid van studenten om grote hoeveelheden leerstof te kunnen verwerken, analyses te kunnen maken en in staat te zijn om te synthetiseren. Ook dit is een aandachtspunt dat wij bij de hervorming Secundair onderwijs moeten meenemen. Dit kan op verschillende manieren gebeuren. De studie geeft vandaag - toeval of niet- een indirect pleidooi om dit aan de hand van Latijn en Grieks te doen. Helaas blijkt dat Latijn en Grieks in vele gevallen voor minder kansrijke gezinnen een te hoge barrière betekent. Moeten wij om die redenen en in het kader van een echte democratisering niet werken aan een secundair onderwijs waar dergelijke barrières geen plaats meer hebben?

(1) GOK indicatoren: laaggeschoolde moeder, thuistaal geen Nederlands, vervangingsinkomen, thuisloos of trekkende bevolking. (1) Dankzij het flexibiliseringsdecreet kunnen jongeren in het hoger onderwijs naar een volgend jaar overstappen ook al hebben ze niet voor alle vakken een voldoende gehaald. De vakken waarvoor ze niet slaagden nemen ze mee naar het volgende jaar.