Raad van State
donderdag 23 september 2010
Zitting over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten
van Noord-Brabant van het bestemmingsplan 'De Zwaaikom' van de gemeente
Oosterhout. In het gebied De Zwaaikom is de belangrijkste
woningbouwontwikkeling voor de gemeente Oosterhout voorzien. Het
bestemmingsplan maakt de bouw van 1000 woningen mogelijk. Het gaat hier
om een zogenoemde binnenstedelijke locatie, gelegen in de directe
nabijheid van het centrum, tussen de nieuwbouwwijk Vrachelen en de
stad. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft zich
in september 2007 eerder uitgesproken over het goedkeuringsbesluit van
het bestemmingsplan. Toen vernietigde de Raad van State het
goedkeuringsbesluit van de provincie. Naar aanleiding van die uitspraak
heeft het provinciebestuur een nieuw besluit genomen en het
bestemmingsplan opnieuw goedgekeurd. Ook tegen dit nieuwe besluit
bestaan bezwaren. Onder meer van Belangenvereniging LMPweg die ook al
tegen het eerdere besluit in beroep kwam bij de Raad van State. De
belangenvereniging voert onder meer aan dat de toename van verkeer op
de Lage Molenpolderweg als gevolg van de woningbouw in het plangebied
niet goed is onderzocht. (zaaknummer 200903668/1)
Zitting over de afwijzing door het college van gedeputeerde staten van
Gelderland van het verzoek om op te treden tegen grondwerkzaamheden op
de noordoever van de Neder-Rijn vanwege rivierverruiming en
natuurontwikkeling van Lexkesveer. Een maatschap in Wageningen heeft
het provinciebestuur verzocht om op te treden tegen Rijkswaterstaat
omdat in strijd met een eerder verleende vergunning op die locatie
specie wordt aan- en afgevoerd. Volgens het provinciebestuur is er geen
sprake van een overtreding van de vergunning. De maatschap heeft het
provinciebestuur ook verzocht om op te treden tegen Ballast Nedam. De
maatschap wil dat de afvoer van ophoogzand uit de ontgrondingslocatie
in de Schoutenwaard wordt stopgezet. Volgens de maatschap overtreedt
Ballast Nedam met deze werkzaamheden de ontgrondingsvergunning die aan
het bedrijf is verleend. Het provinciebestuur heeft zich op het
standpunt gesteld dat specie (waaronder ophoogzand) mag worden
afgevoerd mits aan alle overige milieuvoorschriften is voldaan.
(zaaknummer 201002012/1, 200909898/1, 201000445/1)
11.15 uur
Zitting over de verlening van een ontheffing van het bestemmingsplan
door het college van burgemeester en wethouders van Aa en Hunze voor de
opvang van 24 alleenstaande minderjarige vreemdelingen in De Broekse
Hoeve aan de Broek in Gieterveen. De Stichting Jade heeft het
gemeentebestuur hierom verzocht. Met de eigenaren van De Broekse Hoeve
is overeenstemming bereikt dat het pand voor de duur van twee jaar
wordt verhuurd. Een aantal inwoners van Gieterveen is het niet eens met
het besluit van het gemeentebestuur. Zij betwijfelen of de opvang wel
tijdelijk is. Ook zijn zij van mening dat de opvang van de minderjarige
vreemdelingen zal leiden tot overlast en het woongenot van omwonenden.
De rechtbank in Assen heeft in februari 2010 een eerder beroep van de
inwoners ongegrond verklaard. Zij komen tegen de uitspraak van de
rechtbank in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State. (zaaknummer 201001509/1)
13.00 uur
Zitting over de bouwvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Eemsmond heeft verleend aan RWE Power voor een
steenkolenkrachtcentrale aan de Synergieweg in de Eemshaven in
Uithuizermeeden. Omdat het bestemmingsplan de bouw niet toestond, heeft
het gemeentebestuur vrijstelling van het bestemmingsplan verleend om de
bouw alsnog mogelijk te maken. De Waddenvereniging in Harlingen is het
niet eens met dit besluit. Volgens de Waddenvereniging is de bouw van
de centrale in strijd met de rust, de ruimte en de weidsheid van het
Waddengebied. Zij vreest bovendien dat bij calamiteiten onherstelbare
schade zal optreden in het Waddengebied. De rechtbank in Groningen
heeft in december 2009 een eerder beroep van de Waddenvereniging tegen
de bouwvergunning ongegrond verklaard. De Waddenvereniging is het niet
eens met de uitspraak van de rechtbank en komt in hoger beroep bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. (zaaknummer
201000404/1)