Raad van de Europese Unie

http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_Data/docs/pressdata/nl/ec/116619.pdf

Brussel, 16 september 2010

Opmerkingen van
Herman VAN ROMPUY
voorzitter van de Europese Raad
op de persconferentie na de
bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders

Wij hebben vanmorgen en tijdens de lunch een zeer goede gedachtewisseling gehad, vooral over de externe betrekkingen van de EU. Tijdens de lunch ging de discussie met name over de taskforce. Vandaag hebben we direct bewezen dat de Europese Unie resultaten kan bereiken op gebieden van groot strategisch belang: Zuid-Korea en Pakistan.
De Europese Raad is verheugd dat de ministers van Buitenlandse Zaken vandaag een consensus hebben kunnen bereiken over de vrijhandelsovereenkomst met Zuid-Korea. Het is goed nieuws voor onze export, en dus voor de werkgelegenheid en de groei in Europa. Wat Pakistan betreft, willen wij maximale steun geven aan dit land dat zo ernstig getroffen is door de verwoestende overstromingen. Meer hulp en meer handel; wij willen dat Pakistan zich nu herstelt en zich economisch ontwikkelt. We zullen de toegang tot onze markt aanzienlijk verbeteren. Catherine Ashton heeft ons geholpen om over deze belangrijke verklaring een akkoord te bereiken.
Ik ga even terug in de tijd. Toen ik acht maanden geleden was aangetreden, bespeurde ik bij mijn bezoeken aan de hoofdsteden frustratie vanwege de top van Kopenhagen. De algemene indruk was dat de EU buitenspel was gezet. Onze economische vooruitzichten waren niet goed, terwijl andere landen een snelle groei kenden. Bovendien begonnen we in te zien dat de economische kracht van de opkomende landen zich meer en meer vertaalt in werkelijke politieke macht. Het feit dat we op de G20 als een Unie het initiatief namen, is daarvoor een aanwijzing. De les is dat nieuwe spelers niet altijd onze belangen en ons wereldbeeld delen. 2
Het Verdrag van Lissabon bepaalt dat de Europese Raad de strategische belangen van de Unie omschrijft en strategische leiding geeft aan de werkzaamheden van de overige instellingen. Ik ben blij dat alle staatshoofden en regeringsleiders vandaag besloten hebben zich van die taak te kwijten en hun inzet voor het buitenlands beleid van de EU te intensiveren. Zij wensen dat de Europese Raad ook in buitenlandse aangelegenheden meer inbreng heeft. Wat hebben wij besproken? In mijn ogen moesten in de eerste plaats onze strategische partnerschappen dringend behandeld worden. De opzet van vandaag was om algemene doelstellingen te koppelen aan concrete middelen, en vorderingen te maken in de praktijk. We hebben derhalve kort besproken hoe het Verdrag van Lissabon het best gebruikt kan worden, met behulp van de nieuwe Dienst voor extern optreden.
* Hoe zorgen we ervoor dat Brussel en de hoofdsteden hetzelfde nastreven?
* Hoe moet de coördinatie tussen de verschillende actoren in Brussel verbeterd worden?
* Hoe moeten de verschillende aspecten van onze betrekkingen met de partners, bijvoorbeeld tijdens toppen, op gebieden als economie, klimaat, waarden en veiligheid, met elkaar verzoend worden?
De praktijk zal dat uiteraard moeten uitwijzen. Hoe gaan we, als groep, met onze partners om? Vandaag hebben we voor een aantal dringende zaken de prioriteiten vastgesteld. Onze kernboodschappen moeten onderbouwd worden door speciale onderhandelingen en afwegingen.
Uit de discussie kwam het volgende naar voren:

1. Dit is het begin van een proces. Deze bijeenkomst van de Europese Raad is de eerste van vele die nog aan het buitenlands beleid gewijd zullen worden.
2. Onze kernboodschappen moeten uitgaan van de Europese Raad, en vervolgens uitgewerkt en uitgevoerd worden door de Raad Buitenlandse Zaken, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger.
3. Wederkerigheid is een sleutelwoord, geen scheldwoord; we kunnen ook spreken van "wederzijdse belangen".

4. Wij leggen allen de nadruk op concrete doelstellingen en middelen.
5. We hebben nauwkeurige ideeën over de vraag hoe we ons ten opzichte van China moeten opstellen (men leze de conclusies van de Europese Raad). Dankzij de besprekingen van vandaag spreken de voorzitter van de Europese Commissie en ik, wanneer wij over drie weken in Brussel de Chinese premier ontmoeten, niet alleen namens "Brussel", maar namens de 27 lidstaten. 3

6. We hebben ook andere nakende bijeenkomsten aangeroerd: de G20 in Seoel en de top EU-VS, beide in november en beide cruciaal voor de mondiale economische vooruitzichten. Wij zullen deze in oktober verder voorbereiden. De komende voorzitter, de Franse president Sarkozy, tekende enkele van zijn ideeën voor de G20 van 2011 uit. Hij kreeg onze volledige steun om de G8 en de G20 een nieuw elan te geven.

7. Midden-Oosten. Een goede afloop van de vredesonderhandelingen in het Midden-Oosten is in het strategisch belang van de Europese Unie. Daarom hebben we hierover een verklaring aangenomen.

8. Ook ons nabuurschapsbeleid, bijvoorbeeld wat de Westelijke Balkan en het oostelijk partnerschap betreft, is van het grootste belang.

9. Onze goede naam in de wereld begint bij stabiliteit op ons eigen continent. Een mondiale speler moet ook een regionale speler zijn, en dat zijn we. Voortaan zullen we het buitenlands beleid in die geest bespreken. Alleen samen staan we sterk. Tijdens de lunch hebben we ook mijn voortgangsverslag over de taskforce economische governance besproken, en heb ik mijn collega's over de vorderingen geïnformeerd; alle staatshoofden en regeringsleiders willen ermee doorgaan en de vaart erin houden. Over enkele van de belangrijkste thema's bestaat een brede consensus, zoals het raamwerk voor macro-economisch toezicht, dat onevenwichtigheden, de gevaren van zeepbellen en verschillen in concurrentievermogen zal monitoren en corrigeren. Er is ook een akkoord om de nationale begrotingskaders te versterken, door Europese begrotingsregels in de nationale wetgeving op te nemen. Ook op het gebied van sancties hebben we vooruitgang geboekt, al moet er nog werk verzet worden.
In oktober zal ik de Europese Raad het volledige verslag van de taskforce voorleggen. Dit voorjaar hebben we de slag om de euro gewonnen. Ik heb er vertrouwen in dat we de volgende maand de laatste lessen uit die crisis zullen trekken.
_____________________