MSD’s 'Januvia'® (sitagliptine) toont vergelijkbare vermindering van bloedsuiker ten opzichte van sulfonylureum, glimepiride

Patiënten met type 2-diabetes die 'Januvia' hadden genomen, toonden minder hypoglykemie en geen gewichtstoename, volgens de recente gegevens die werden gepresenteerd op de jaarlijkse vergadering van de European Association for the Study of Diabetes (EASD).

STOCKHOLM, Zweden--(BUSINESS WIRE)-- 20100920 --

De resultaten van een 30-wekenlange studie tonen dat als sitagliptine, een DPP 4-remmer, toegevoegd wordt aan een voortdurende behandeling met metformine, gelijkwaardige bloedsuikerverminderingen lieten zien als bij de toevoeging van glimepiride, een sulfonylureum dat gewoonlijk bij patiënten met type 2-diabetes gebruikt wordt. Deze studie die op een poster werd voorgedragen op de jaarlijkse bijeenkomst van de European Association for the Study of Diabetes (EASD), demonstreerde ook dat de gecombineerde behandeling met sitagliptine en metformine, ten opzichte van glimepiride en metformine, duidelijk minder glykemische voorvallen liet zien, zonder dat er een gewichtstoename plaats vond.

“De vermindering van het risico van hypoglykemie en gewichtstoename zijn belangrijke zaken om in overweging te nemen, als doktoren de keuze hebben uit geneesmiddelen voor patiënten met type 2-diabetes. Daarom is het belangrijk om over gegevens van verschillende behandelingswijzen te beschikken,” verklaarde Barry J. Goldstein, M.D., Ph.D., vice president van Clinical Research, Merck Research Laboratories. “In deze studie onder patiënten die met metformine zijn behandeld, werd getoond dat de toevoeging van sitagliptine tot lagere bloedsuikerniveau's leidde, gelijkend op de behandeling met aanvullend sulfonylureum. Ook werd dit geassocieerd met minder hypoglykemie en was er geen sprake van gewichtstoename, in vergelijking met een sulfonylureum.”

De studie was gericht op het evalueren van de veiligheid en doeltreffendheid van de toevoeging van sitagliptine aan een voortdurende behandeling met metformine bij patiënten met type 2-diabetes, ten opzichte van de toevoeging van glimepiride. Bij een groep met een gemiddelde A1C-basislijn van 7,5 procent werden gelijkwaardige bloedsuikerverminderingen gezien met sitagliptine en glimepiride (gemiddeld verschil van basislijn -0,47 procent en -0,54 procent respectievelijk, gemiddeld verschil - niet belangrijk). Tweeëntwintig procent van de patiënten die een glimepiride-behandeling ondergingen, toonden hypoglykemie, vergeleken met 7 procent van de patiënten die met sitagliptine werden behandeld.

Hypoglykemie, of laag bloedsuikergehalte, komt voor als het glucoseniveau in het bloed te laag is voor wat het lichaam nodig heeft. Hypoglykemie kan voorkomen bij patiënten met type 2-diabetes, soms in verband met andere medicijnen. De symptomen van hypoglykemie kunnen variëren van licht tot ernstig, zoals hoofdpijn, vermoeidheid, slapte, duizeligheid, verwarring, geїrriteerdheid, etenslust, snelle hartslag, transpireren en onrustig gevoel.

Als DPP 4-remmer werkt sitagliptine naargelang het glucoseniveau (d.w.z. bij een hoog bloedsuikerniveau) ter stimulering van de bèta-cellen in de alvleesklier, voor de vrijgave van insuline en ter vermindering van de overproductie van glucose door de lever. Sulfonylurea zoals glimepiride zijn actief, onafhankelijk van het glucoseniveau (d.w.z. zonder de bloedsuikerniveau's in overweging te nemen) en stimuleren de alvleesklier om meer insuline af te scheiden. Dit mechanisme wordt in verband gebracht met een verhoogd risico van hypglykemie.

Sitagliptine is een uiterst selectieve DPP 4-remmer en moet slechts één keer per dag worden ingenomen. Het ondersteunt een natuurlijk lichaamssysteem, het incretinesysteem, bij de regulering van bloedsuiker door de hoeveelheden actieve GLP 1- en GIP-hormonen te verhogen. De inname van sitagliptine 100 mg één maal dagelijks remt DPP-4 gedurende de volledige dosis periode van 24 uur. Het is het eerste goedgekeurde geneesmiddel in de klasse van DPP 4-remmers voor orale behandelingen. Tot op vandaag is sitagliptine in de Verenigde Staten alleen meer dan 24 miljoen keer voorgeschreven, en dit cijfer ligt nog veel hoger wereldwijd.

Studie-ontwerp

Deze gerandomiseerde, dubbelblinde studie werd uitgevoerd bij patiënten met type 2-diabetes, die niet voldoende glykemieresultaten toonden (A1C van 6,5 tot 9,0 procent). Zij ontvingen een stabiele dosis van metformine (≥1500 mg/dagelijks) gedurende een periode van meer dan 12 weken. Na een 2-weken durende ingangsperiode met een placebo, kregen 1.035 patiënten op gerandomiseerde wijze hetzij een toevoeging van sitagliptine 100 mg één maal dagelijks (n=516), hetzij een toevoeging van glimepiride 1 mg/dagelijks (naar boven getitreerd tot een potentiële dosis van 6 mg/dagelijks, gebaseerd op vooraf gespecificeerde criteria) (n=519), aan de voortdurende behandeling met metformine gedurende 30 weken. In de primaire analyse werd geëvalueerd of sitagliptine niet inferieur was aan glimepiride door de vermindering van A1C ten opzichte van de basislijn in week 30 in de per protocol studiegroep.

De gemiddelde dosis van glimepiride na 18 weken was 2,1 mg/dagelijks. Na 30 weken liet de toevoeging van sitagliptine (n=443) gelijkwaardige A1C-verminderingen zien vanaf een gemiddelde A1C-basislijn van 7,5 procent, ten opzichte van de toevoeging van glimepiride (n=436) (gemiddeld basislijnverschil van -0,47 procent met sitagliptine, -0,54 procent met glimepiride; het verschil tussen de groepen was 0,07 procent [95% CI: -0,03, 0,16]).

Een groter aantal patiënten dat met glimepiride in plaats van sitagliptine werd behandeld, bereikte een A1C-waarde van minder dan 7,0 percent in week 30 (59,6 procent en 52,4 procent respectievelijk [oneven hoeveelheden van 0,65; 95% CI: 0,47, 0,90]).

Er bestond geen significant verschil in de gemiddelde basislijnverschillen bij de nuchtere plasmaglucose voor sitagliptine en glimepiride (-0,8 mmol/L en -0,9 mmol/L, respectievelijk).

Glimepiride werd geassocieerd met een significant hoger aantal hypoglykemie-episodes in vergelijking met de sitagliptine-behandeling.

Hypoglykemie kwam bij een significant hoger aantal patiënten voor die met glimepiride (22,0 procent) werden behandeld, in vergelijking met de patiënten die sitagliptine namen(7,0 procent) (p0,001). Tijdens de 30 weken durende behandeling werden er 460 episodes van hypoglykemie gerapporteerd onder 114 patiënten die met glimepiride werden behandeld, vergeleken met 73 episodes bij 36 patiënten die sitagliptine hadden genomen.

De patiënten die met sitagliptine waren behandeld hadden een gemiddelde gewichtstoename van 0,8 kg, terwijl de patiënten met glimepiride een gemiddelde gewichtstoename van 1,2 kg toonden. Dit is een significant verschil tussen de groepen van -2,0 kg (p0,001) (95% CI, -2,3, -1,6).

Belangrijke informatie over sitagliptine:

Voor patiënten met type 2 diabetes mellitus wordt sitagliptine geïndiceerd ter verbetering van de glykemische resultaten als monotherapie voor patiënten als dieet en lichaamsbeweging alleen niet voldoende zijn en aan wie metformine niet kan worden voorgeschreven vanwege contra-indicatie of intolerantie; of als dubbele orale behandeling in combinatie met metformine als dieet en lichaamsbeweging plus metformine alleen niet voldoende zijn om de juiste glykemische resultaten te bereiken; gecombineerd met een sulfonyroleum als dieet en lichaamsbeweging plus een maximaal getolereerde dosis van een sulfonyroleum alleen niet voldoende zijn om de juiste glykemische resultaten te bereiken en metformine niet geschikt is vanwege contra-indicatie of intolerantie; gecombineerd met een PPARγ -agonist (bijv. een thiazolidinedione) als een PPARγ -agonist kan worden voorgeschreven en als dieet en lichaamsbeweging plus de PPARγ -agonist alleen niet voldoende zijn om de juiste glykemische resultaten te bereiken; als driedubbele orale behandeling in combinatie met een sulfonyroleum en metformine als dieet en lichaamsbeweging plus de dubbele behandeling met deze agenten niet de juiste glykemische resultaten bereiken. En in combinatie met een PPARγ -agonist en metformine als een PPARγ -agonist kan worden voorgeschreven en als dieet en lichaamsbeweging plus de dubbele orale behandeling met deze agenten niet voldoende zijn om de juiste glykemische resultaten te bereiken. Ook wordt dit geneesmiddel toegediend op indicatie van een toegevoegde insuline (met of zonder metformine) als dieet en lichaamsbeweging plus een stabiele dosis insuline niet voldoende zijn om de juiste glykemische resultaten te leveren

Sitagliptine mag niet worden voorgeschreven bij patiënten die overgevoelig zijn voor een bestanddeel van dit medicijn. Ook mag het niet gebruikt worden bij patiënten met type 1-diabetes of voor de behandeling van diabetische acidoketose. De toevoeging van sitagliptine aan een sulfonylureum of insuline veroorzaakte een verhoogde incidentie van hypoglykemie in vergelijking met een placebo. Om dit risico te verminderen kan verlaging van de dosis sulfonylureum of insuline in overweging worden genomen. Daar de ervaring hiermee beperkt is, mogen patiënten met matige of ernstige nierproblemen niet met sitagliptine worden behandeld. Ook wordt dit geneesmiddel niet aanbevolen bij patiënten jonger dan 18 jaar, daar niet over voldoende gegevens beschikt wordt met betrekking tot veiligheid en doeltreffendheid. Sitagliptine mag niet worden gebruikt tijdens de zwangerschap of borstvoeding.

Geselecteerde veiligheidsinformatie over sitagliptine:

Ernstige reacties van overgevoeligheid werden er post marketing gerapporteerd bij patiënten die met sitagliptine behandeld werden, waaronder anafylaxie, angioedema, en exfoliatieve huidcondities, zoals het syndroom van Stevens-Johnson. Deze verschijnselen vertoonden zich binnen de eerste 3 maanden na het begin van de behandeling met sitagliptine, en bij sommige patiënten gebeurde dit al na de eerste dosis. Als er een reactie van overgevoeligheid voor dit product verondersteld wordt, moet de inname hiervan gestopt worden en naar andere mogelijke oorzaken hiervoor gezocht worden, en een alternatieve diabetesbehandeling worden ingesteld.

In klinische studies waren de meest gerapporteerde bijwerkingen van dit geneesmiddel als monotherapie en in combinatie met andere agenten bij een te grote hoeveelheid placebo (>0,2 % en verschil > 1 patiënt) de volgende: verminderde bloedglucose, hoofdpijn, slaperigheid, diarree, droge mond, misselijkheid, winderigheid, constipatie, pijn in de bovenbuik, braken, hypoglykemie, influenza, opzwelling van voeten, enkels en benen en duizeligheid. Bijwerkingen (ongeacht de causale verwantheid met het medicijn) bij meer dan ten minste 5% van de patiënten en vaker bij patiënten die met sitagliptine werden behandeld, waren de volgende: ontstekingen van de bovenste luchtwegen en rinofaryngitis. Extra nevenwerkingen die vaker voorkwamen met sitagliptine dan in de controlegroep (die niet het niveau van 5% bereikten maar in meer dan >0,5% van de gevallen voorkwamen) waren osteoartritis en pijn in de ledematen. Voor extra informatie over nevenwerkingen, zie de lijst met kenmerken van het product.

MSD

Het MSD van vandaag is wereldleider op het gebied van de gezondheidszorg en werkt mee aan een gezonde wereld. MSD is een merknaam van Merck & Co., Inc., waarvan het hoofdkantoor is gevestigd in Whitehouse Station, in de Amerikaanse staat New Jersey. Met onze geneesmiddelen, vaccins, biologische therapieën, producten voor consumenten en dieren bieden we innovatieve behandelingen voor een betere gezondheid van mens en dier in meer dan 140 landen. Wij laten ook zien dat we actief betrokken zijn bij een betere toegang tot de gezondheidszorg. Dat doen we met uitgebreid beleid, programma’s en samenwerkingsverbanden. Ga voor meer informatie naar www.msd.com.

Toekomstgerichte verklaring

Dit persbericht bevat "uitspraken over de toekomst", zoals gedefinieerd in de safe harbor-bepalingen van de Private Securities Litigation Reform Act van 1995. Deze verklaringen kunnen, zonder hiertoe beperkt te zijn, betrekking hebben op verklaringen over de voordelen van de fusie tussen Merck en Schering-Plough, zoals de toekomstige financiële en bedrijfsresultaten, de plannen, doelstellingen, verwachtingen en bedoelingen van beide bedrijven en alle andere verklaringen die niet op historische feiten zijn gebaseerd. Zulke verklaringen zijn gebaseerd op de huidige overtuigingen en verwachtingen van het management van Merck en zijn onderhevig aan belangrijke risico's en onzekerheden. De werkelijke resultaten kunnen verschillen van de resultaten die in de toekomstgerichte verklaringen worden beschreven.

De volgende factoren, o.a. kunnen ertoe leiden dat de werkelijke resultaten verschillen van de resultaten die in de toekomstgerichte verklaringen worden beschreven: de mogelijkheid dat de verwachte synergieën van de fusie tussen Merck en Schering-Plough niet gerealiseerd worden, of niet gerealiseerd worden binnen de verwachte periode, vanwege o.a. de impact van reguleringen van de farmaceutische industrie of toekomstige wetgeving die de farmaceutische industrie kunnen beїnvloeden; het risico dat de bedrijven niet op geslaagde wijze samengaan; storingen door de fusie zodat het moeilijker wordt zaken te doen en operatieve relaties te onderhouden; de mogelijkheid van Merck om op de juiste manier toekomstige marktcondities te voorspellen; afhankelijkheid van de doeltreffendheid van de patenten van Merck en andere beschermingen voor vernieuwende producten; het risico van nieuwe regelgeving en gezondheidsbeleid en wijzigingen hierin in de V.S. en daarbuiten en de blootstelling aan procesvoering en/of regelgevende acties.

Merck gaat geen verplichting aan om enige uitspraken over de toekomst publiekelijk te herzien, ongeacht of die het gevolg zijn van nieuwe informatie, toekomstige gebeurtenissen of van iets anders. Andere factoren die ertoe kunnen leiden dat de werkelijke resultaten kunnen verschillen van de resultaten die beschreven worden in de toekomstgerichte uitspraken worden beschreven in het jaarverslag 2009 van Merck op formulier 10-K of in andere documenten die het bedrijf gedeponeerd heeft bij de Securities and Exchange Commission (SEC) en die beschikbaar is op de internetsite van de SECwww.sec.gov).

Een lijst van productkenmerken kan worden gevonden op http://www.ema.europa.eu/ema/index.jsp?curl=pages/medicines/landing/epar_search.jsp

'Januvia’ is een geregistreerd handelsmerk van Merck Sharp & Dohme Corp., een dochteronderneming van Merck & Co., Inc., Whitehouse Station, NJ, USA

Deze bekendmaking is officieel geldend in de originele brontaal. Vertalingen zijn slechts als leeshulp bedoeld en moeten worden vergeleken met de tekst in de brontaal welke als enige juridische geldigheid beoogt.

CONTACT:
MSD
Media:
Lee Davies, 917-679-6368
of
Justine O’Malley, 908-406-2803
of
Beleggers:

Joseph Romanelli, 908-423-5088

Ticker_symbol NYSE:MRK