Senternovem
15-09-2010 |
Nederlands bedrijf heeft wereldprimeur: biokolen
In Steenwijk staat de allereerste fabriek voor de productie van
biokolen, ofwel getorreficeerde biomassa. Dit najaar varen de eerste
boten met 'biokolen' naar de Essent-energiecentrale in Geertruidenberg.
'Het is een industriële revolutie op het gebied van biobrandstoffen',
zegt IJsbrand Galema van Stramproy Green Coal BV. Een
demonstratieproject dat met hulp van Agentschap NL kon worden
uitgevoerd.
'Wij zijn de eerste die de techniek volledig operationeel hebben',
vertelt Galema. 'Onlangs opende Minister van der Hoeven een
torrefactiefabriek. Nou ja, opende? De eerste paal ging de grond in.
Wij zijn twee jaar verder in de ontwikkeling! Wij hebben de werkelijke
wereldprimeur met een enorme potentie!'
Voordelen van steenkool en biomassa gecombineerd
De officiële benaming voor de biokolen is 'getorreficeerd materiaal'.
Torrefactie is een behandeling die ervoor zorgt dat uit biomassa veel
energie gewonnen kan worden, veel meer dan zonder de techniek, en
evenveel als uit steenkool. Ook de andere eigenschappen van biokolen
zijn vergelijkbaar met die van steenkool, zodat de grote
energiecentrales ongewijzigd de nieuwe brandstof kunnen meestoken. En
ook aan opslag en transport stelt dit materiaal veel minder eisen dan
bijvoorbeeld gepelletiseerd hout. 'Biokolen kunnen op dezelfde kade
worden gelost, opgeslagen en worden getransporteerd als steenkool. Je
hoeft het niet te beschermen voor regen.' Tegelijkertijd leveren
biokolen per kubieke meter minstens twee keer zoveel energie op als
gepelletiseerd hout.
Oude koffiebranderstechniek gebruikt
Een belangrijk onderdeel van het torrefactieproces is het roosteren van
de biomassa. Dat gebeurt in een reactor, bij een temperatuur van 300
graden Celsius. En om te voorkomen dat het materiaal spontaan ontvlamt
tijdens het drogen, wordt de zuurstof erbij weggehouden. 'Dat roosteren
van het materiaal doen indianen ook', vertelt Galema. 'Bij het
roosteren van hun koffiebonen. Zij gebruiken daarvoor een terracotta
pot. Wij doen dat iets anders, maar het basisprincipe is hetzelfde.'
Chips als biomassa
Als input gebruikt Stramproy 'chips' van biomassa. Dat zijn kleine
staafjes van ongeveer 10 mm dik en 5 tot 8 centimeter lang. Ze worden
door een vrachtwagen gelost in een stortinstallatie, en komen door
enkele zeven via opslagbakken in een zorgvuldig uitgedokterde
biomassamix terecht in de reactor. Te grote of te kleine chips zijn er
dan al uitgefilterd. Daarmee wordt een warmtekrachtcentrale gestookt
die elektriciteit en warmte levert voor de torrefactiereactor. De chips
van de goede omvang worden met die warmte gedroogd.
Daarna gaan ze de torrefactie-reactor in en komen er na ongeveer een
half uur uit als 'biokool'. Ze worden vervolgens gekoeld om te
voorkomen dat ze spontaan ontbranden, worden dan al dan niet
gepelleteerd (samengeperst) en zijn dan klaar voor transport naar de
energiecentrale.
Torreficatie biedt ook internationaal kansen
Torrefactie wordt ook internationaal een toverwoord. 'Zo zijn we in
onder meer Canada in onderhandeling. Daar wordt een stuk bos ter
grootte van Europa gerooid omdat het is aangevreten door een kever. Wij
kunnen daar miljoenen tonnen biokolen realiseren!'
Hout is goed, ook afvalhout voldoet
Voor dit proces is biomassa nodig, legt Galema uit. Dat kan gaan om
gekapt of gerooid hout, bijvoorbeeld van Staatsbosbeheer of gemeentes.
Maar er komen ook vele scheepsladingen vol uit het buitenland. Ander
hout van dichterbij - zoals bouw- of afvalhout - voldoet technisch
gezien prima, maar ontbeert de kwalificaties die nodig zijn om door de
overheid als 'schone' biomassa beschouwd te worden. De energie uit dat
hout wordt niet gesubsidieerd, en dus wil afnemer Essent dat materaal
niet hebben.
'Dat is zonde', vindt Galema. 'Het gaat om miljoenen tonnen hout dat nu
simpelweg wordt verbrand en waar met onze techniek veel meer energie
uit gewonnen kan worden. Met groot CO2-voordeel!'
Wijzigingsdatum |
15-09-2010