Honderduizenden koeien met pijn op stal
(15 september 2010)
Honderdduizenden Nederlandse koeien lijden pijn door uierontsteking of
klauwontsteking. 350.000 koeien (26%) mogen al nooit meer de wei in. De
schaalvergroting in de melkveesector is in volle gang en er zijn
ondertussen al meer megastallen voor melkkoeien dan voor varkens. Dit
zijn enkele conclusies uit het rapport `Vijf voor twaalf voor de
melkveehouderij' van Wakker Dier. Hoewel de melkveesector zeker nog
niet zo dieronvriendelijk geĂŻndustrialiseerd is als de varkens- en
kippenindustrie, gaat het wel in rap tempo die kant op. Het rapport
moet gezien worden als een wake-up call: niet alleen voor de
melkveesector maar vooral voor consumenten en supermarkten. Zij bepalen
met hun inkoop en consumptie hoe de melkveesector zich ontwikkelt. lage
melkprijzen, laag dierenwelzijn.
Bekijk ook de uitzending van Nieuwsuur:
http://nieuwsuur.nl/video/184963-koeien-grazen-niet-meer.html
Het typische beeld van de tevreden herkauwende koe in de wei staat in
schril contrast met de werkelijkheid. Zeven van de tien koeien lopen
rond met klauwontsteking. Voor de koe is dit zeer pijnlijk: zij staat
met haar volle gewicht van honderden kilo's op ontstoken poten.
Belangrijkste oorzaken van klauwontsteking zijn de hoge melkproductie,
afnemende beweiding en de harde betonnen vloeren in de stal, met poep
besmeurt. Elk jaar krijgen 4 van de 10 melkkoeien uierontsteking. Ook
deze aandoening is zeer pijnlijk. Voorzitter Hellebrekers van de
dierenartsenorganisatie KNMVD zei hierover: "Als een vrouw
borstontsteking heeft, kun je al een dreun krijgen als je er naar
wijst. We mogen er intussen zeker van uitgaan dat mastitis bij een koe
vergelijkbaar pijnlijk is. ". Met name door de eenzijdige fok op hoge
melkproducties is de koe hiervoor zeer gevoelig geworden. De
dierenartsenorganisatie KNMVD bepleit om deze reden pijnbestrijding.
Maar deze wordt vrijwel niet toegepast.
Onder druk van een lage internationale melkprijs, industrialiseert de
melkveesector in hoog tempo. De productie van de koe wordt
gemaximaliseerd van 3.300 liter per jaar in de jaren vijftig tot
momenteel 8.000 liter met uitschieters naar 12.000 liter. Dit houdt een
koe gemiddeld 3 productiejaren vol. Dan wordt zij naar de slachterij
afgevoerd, voornamelijk vanwege uierontsteking,
vruchtbaarheidsproblemen of pootgebreken. De absurd hoge producties
leiden tot tal van ziektes met massale pijn tot gevolg. Daarnaast
maximaliseert de sector de productie door een sterke schaalvergroting.
Aan de ene kant stoppen dagelijks 3 tot 4 melkveehouders. Aan de andere
kant worden door de overblijvers in rap tempo megastallen gebouwd. Nu
al zijn er meer megastallen voor melkvee dan voor varkens, 107 versus
73. Dit aantal zal naar verwachting stijgen tot meer dan 1.000
megamelkstallen in 2030. Deze sterke schaalvergroting wordt mede
bereikt door vergaande automatisering. Nergens ter wereld is de opmars
van de melkrobot zo sterk. Maar de melkrobot jaagt de koe weer uit de
wei: op de helft van de robotbedrijven komen de koeien nooit meer
buiten. Er staan al 3 keer meer koeien jaarrond opgesloten in de stal
dan in 1997.
Het is hoog tijd voor sector, burger, politiek en supermarkten om kleur
te bekennen: gaan we voor goedkope productie met ontsierende
megastallen in een wereldmarkt met vergaande industrialisering en
slecht dierenwelzijn tot gevolg, of willen we het traditionele beeld
van de koe in de Nederlandse wei behouden op grondgebonden boerderijen
die het buitengebied kleuren? Doen we niets dan kiezen we als
maatschappij automatisch voor het eerste.
Stichting Wakker Dier