Rendement twaalf grootste bouwondernemers en baggeraars onder druk

14/09/2010 08:47

PricewaterhouseCoopers B.V.

De omzet en het rendement van tien grote Nederlandse bouwondernemingen en 2 grote baggeraars staan onder druk. Zo bedroeg de gezamenlijke omzet van de tien bouwers in 2009 28,7 miljard euro. Een daling van 5 procent ten opzichte van het jaar ervoor. De echte klappen vielen in het bedrijfsresultaat. Dat ligt met 356 miljoen euro maar liefst 53 procent lager dan de 752 miljoen euro een jaar eerder. De twee onderzochte baggeraars realiseerden een gemiddelde omzetdaling van 10 procent en een daling van het bedrijfsresultaat met 31 procent. De lagere prestaties blijken uit de jaarlijkse Bouw performancemeting van accountants- en adviesorganisatie PricewaterhouseCoopers (PwC). Belangrijke oorzaken voor deze cijfers liggen in de teruglopende bouwproductie en de almaar stijgende faalkosten. Over 2009 liepen de faalkosten op tot bijna 11 procent van de omzet.

De economische crisis en de slechte situatie in de bouw drukken hun stempel op de performancemeting die PwC over het verslagjaar 2009 heeft verricht. Net als in voorgaande jaren werden twaalf bedrijven onderzocht. Tien bouwconcerns en twee baggergiganten. Daarbij werd gekeken naar de financiële performance en de financiële soliditeit. De financiële performance, uitgedrukt in rendement over het gemiddeld werkzaam vermogen, rendement over het gemiddeld eigen vermogen en rendement in procenten van de omzet van de onderzochte bedrijven, laat over vrijwel de hele linie een - soms forse - daling zien. Als we kijken naar de soliditeit, dan zien we een algehele stijgende tendens rondom de benutte leencapaciteit. Daarnaast lopen de relatieve orderportefeuilles (orderportefeuille in percentage van de omzet) van vooral de baggeraars terug.

Baggeraars behalen structureel hoger rendement

In het verleden waren baggeraars in staat zich tot op zekere hoogte te onttrekken aan de economische schommelingen. Afgelopen periode zijn zij echter ook door de malaise geraakt. Wel laten de baggeraars structureel een hoger rendement zien dan hun bouwende collega's. Zo bedroeg het rendement (nettoresultaat in verhouding tot de omzet) over de jaren 2007-2009 gemiddeld 10 procent. Van de tien onderzochte bouwondernemingen is 4 procent de hoogste score.

Benutte leencapaciteit drukt op financieringsmogelijkheden

Een van de onderzochte parameters van de financiële soliditeit van de ondernemingen is de benutte leencapaciteit. Deze wordt bepaald door de rentedragende schulden te plaatsen tegenover de EBITDA. Ten opzichte van een jaar eerder steeg dit kengetal voor de tien bouwondernemingen gezamenlijk verder met 18 procent nadat het in 2008 al een stijging had laten zien van 24 procent ten opzichte van 2007. "Vooral de teruglopende bedrijfsresultaten resulteren in een hogere benutting van deze leencapaciteit", aldus Edmond Verstraete, voorzitter van de sectorgroep Bouw binnen PricewaterhouseCoopers. "Hoewel de solvabiliteit gemiddeld vrij stabiel is, heeft deze ontwikkeling een negatief effect op de financieringsmogelijkheden. Tel daar de stijgende kapitaalkosten bij op door de hoge renteopslagen en het uiterst restrictieve beleid van banken en de uitdaging voor de sector is compleet"

Faalkosten blijven stijgen

Onderzoek binnen de branche toont aan dat de faalkosten blijven stijgen. Over 2009 liepen de faalkosten op tot bijna 11 procent. Bij een geschat bouwvolume van 55 miljard euro in 2010 wordt dus ruim 6 miljard euro verspild. "Deze ontwikkeling is buitengewoon verontrustend. Zeker als we dit bedrag afzetten tegen een nettowinstmarge van slechts enkele procenten", aldus Verstraete. Volgens hem kunnen faalkosten heel goed worden bestreden door er in alle stadia van het bouwproces alert op te zijn. Bijvoorbeeld door kritisch te kijken naar uitvoerbaarheid van projecten bij aanvang, betere communicatie tussen de verschillende partijen in het bouwproces, een perfecte logistiek en een goede evaluatie na ieder project. "Als bouwbedrijven dat beter voor elkaar hebben, kan zowel de winst stijgen als hun concurrentiepositie worden verbeterd", concludeert Verstraete.

Ketenintegratie en duurzaam bouwen

In de zoektocht naar een beter rendement, kan ketenintegratie volgens PwC een belangrijke rol spelen. Een keten kan afhankelijk van de opdracht bestaan uit de hoofdaannemer en onderaannemers, de architect, de leverancier van bouwmaterialen, de constructeur, de installateur, de opdrachtgever en de ontwikkelaar. Deze relatief nieuwe vorm van samenwerken binnen de bouw, zorgt ervoor dat alle partijen in de keten een project als een gezamenlijke opdracht beschouwen. Het bouwproces verloopt sneller en efficiënter, waardoor fouten en zodoende faalkosten worden voorkomen. Bouwen wordt zo een integraal proces en niet - zoals helaas nog vaak het geval - een bonte aaneenschakeling van afzonderlijke taken.

Een andere belangrijke ontwikkeling richting meer rendement is duurzaam bouwen. Duurzaam bouwen is de weg naar product- en marktinnovaties die hogere marges genereren dan gebruikelijk in de meer traditionele bouw. Hoewel de bouw al jaren actief is met duurzaam bouwen, constateert PwC dat vooral opdrachtgevers nog onvoldoende op de hoogte zijn van de mogelijkheden van duurzaam bouwen. Een belangrijke stap naar meer toegevoegde waarde zal dus zitten in het duidelijk communiceren van deze mogelijkheden.

Bij dit persbericht is een bijlage zichtbaar op www.perssupport.nl





http://www.pwc.com/nl/nl/publicaties/strategische-keuzes-voor-de-bouwbranche.jht