De Nederlandse Bank
Ouders te beschermend bij financiële opvoeding
Nieuwsbericht
Datum 14 september 2010
Ouders moeten hun kinderen echt in staat stellen om met geld te leren
omgaan. Dat betekent concreet dat ouders vroeg moeten beginnen met
zakgeld, hun kinderen vrijheid moeten geven bij het uitgeven ervan, en
ze laten sparen met een doel voor ogen en niet alleen 'sparen om het
sparen'. Ouders blijken nogal beschermend en controlerend, terwijl het
op jonge leeftijd niet erg is om een verkeerde aankoop te doen,
integendeel: de bedragen zijn klein, de schade is gering en het effect
zeer leerzaam.
Dat zijn enkele conclusies uit het onderzoek Kinderen met geld om laten
gaan dat de Nederlandsche Bank (DNB) heeft laten uitvoeren onder
kinderen van 4 tot en met 12 jaar en hun ouders.
Het onderzoek, dat door Goos Marketingresearch werd verricht in verband
met de Week van het Geld, is vandaag door DNB-president Nout Wellink
gepresenteerd aan Piet Hein Donner, demissionair minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid. Het onderzoek had twee doelen: in kaart
brengen hoe kinderen van 4 tot en met 12 jaar met geld omgaan, en hoe
hun financiële opvoeding eruit ziet.
Van de ouders zegt niet minder dan 93% aan financiële opvoeding te
doen, met als belangrijkste doelen: kinderen bewust maken van geld,
ontwikkelen van prijsbewustzijn en voorbereiden op de toekomst. Ouders
vinden zichzelf primair verantwoordelijk voor de financiële opvoeding
van hun kinderen (98%), gevolgd door de basisschool (34%).
Driekwart van zowel ouders als kinderen vinden dat kinderen goed met
geld omgaan. 82% van de kinderen spaart. Kinderen vinden sparen
belangrijk. Vrijwel alle kinderen hebben aanvullende inkomsten naast
hun zakgeld. Veel genoemd werden giften en schenkingen (85%) en
beloningen (75%), klusjes en karweitjes (35%), en handel (24%).