verslag van de Informele Raad Buitenlandse Zaken ('Gymnich') van 10 en
11 september en Raad Algemene Zaken van 13 september 2010
Kamerbrief inzake verslag van de Informele Raad Buitenlandse Zaken
('Gymnich') van 10 en 11 september en Raad Algemene Zaken van 13 september
2010
Kamerbrief | 14 september 2010
Graag bied ik u hierbij aan het verslag van de Informele Raad
Buitenlandse Zaken (`Gymnich') van 10 en 11 september en van de Raad
Algemene Zaken van 13 september 2010.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Verslag van de Informele Raad Buitenlandse Zaken (`Gymnich') van 10 en
11 september 2010 en van de Raad Algemene Zaken van 13 september 2010.
Pakistan (Gymnich)
De ministers bespraken welke acties de EU zou kunnen ondernemen om de
ernstige humanitaire noden in Pakistan na de recente overstromingen te
lenigen en de wederopbouw van het getroffen gebied te bevorderen. Hoge
Vertegenwoordiger (HV) Ashton benadrukte dat de EU zich in eerste
instantie moet richten op humanitaire hulp, in het bijzonder in de
gezondheidszorg. Daarnaast moet terrorismebestrijding ruime aandacht
blijven krijgen. Mede in dit kader moet de EU zich na de noodhulpfase
inzetten voor versterking van de civiele capaciteiten van het land,
verbetering van het rechtssysteem en de ontwikkeling van (regionale en
lokale) instituties. De HV onderstreepte daarbij het belang van de rol
die Pakistan in de regio speelt.
Commissaris Piebalgs (ontwikkelingssamenwerking) zette, mede namens
Commissaris Georgieva (humanitaire hulp), de uitdagingen uiteen bij de
hulpverlening aan de Pakistaanse bevolking, waaronder de moeizame
toegang tot afgelegen gebieden. Commissaris Piebalgs wil op de
middellange termijn, op basis van de nog af te ronden Damage and Needs
Assessment(DNA), in aanvulling op de door HV Ashton genoemde
prioriteiten bijzondere aandacht geven aan landbouw en kleinschalige
infrastructuur. Daarnaast moet er ruime aandacht komen voor reductie
van het rampenrisico. De Commissie heeft voor de komende drie jaar een
budget van 225 miljoen euro beschikbaar voor Pakistan. De Commissie zal
nagaan of extra middelen kunnen worden vrijgemaakt, bijvoorbeeld binnen
thematische programma's. Ook zal worden onderzocht of een deel van de
allocatie voor Pakistan naar voren, dat wil zeggen naar 2011, kan
worden gehaald.
De ministers stonden stil bij de ernst van de overstromingen. Zij waren
het eens over de strategische betekenis van Pakistan en deelden zorgen
over de veiligheidsimplicaties van de ramp. In dit licht achtten
verschillende ministers het noodzakelijk te investeren in de lange
termijn relatie met Pakistan en zijn bevolking. Daarbij werd ook het
belang benadrukt van het investeren in onderwijs en het tegengaan van
uitsluiting van groepen.
De ministers waren het er over eens dat de EU de handelsvoorwaarden
voor Pakistan moet verbeteren. Commissaris De Gucht (handel) gaf te
kennen dat momenteel wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn om de
voorwaarden voor handel tussen Pakistan en de EU te verbeteren,
waaronder het toekennen van APS+ status, een unilaterale verlaging van
het tarief voor enkele voor Pakistan relevante producten en het
toekennen van de zogeheten Most Favoured Nation-status aan Pakistan.
Commissaris De Gucht beloofde op korte termijn nadere informatie te
geven over wat mogelijk en haalbaar is.
Strategische partners (Gymnich en RAZ)
Algemeen
Mede ter voorbereiding van de discussie over dit onderwerp tijdens de
Europese Raad stonden de ministers zowel tijdens Gymnich als tijdens de
Raad Algemene Zaken stil bij de wijze waarop beter vorm en inhoud kan
worden gegeven aan de relatie van de EU met voor haar van strategisch
belang zijnde landen. Algemeen werd onderschreven dat strategische
relevantie bepaald wordt door zowel economische als politieke en
veiligheidsgerelateerde factoren, die voor de EU zowel in negatieve als
in positieve zin relevant kunnen zijn. Het gaat dan niet alleen om
opkomende machten als China, India en Brazilië, maar ook om
bijvoorbeeld Rusland, Japan en de VS. Meerdere ministers wezen
daarnaast op het belang van de landen in de directe omgeving van de EU
en de noodzaak voor de EU om een actieve en constructieve rol te
blijven spelen in de eigen regio, ook omdat dit de waarde van de EU als
internationale partner nog eens kan aantonen.
Tijdens de discussie kwam duidelijk naar voren dat herstel van de
mondiale economie en duurzame economische groei voorop dienen te staan
in de relatie met strategische landen. In dit licht moeten onderwerpen
als handel, intellectuele eigendomsrechten, klimaat en energie ruime
aandacht krijgen. Daarnaast waren de ministers het eens over het belang
van vergroting van de veiligheid in de wereld en van groter engagement
van opkomende machten in internationale kwesties. Hierbij werd onder
meer door Nederland onderstreept dat de EU ook haar kernwaarden, met
name mensenrechten, moet blijven uitdragen in haar externe contacten.
Van veel kanten werd benadrukt dat de EU haar partners veel te bieden
heeft, niet alleen op het gebied van handel en investeringen, maar ook
op het gebied van veiligheid, mensenrechten en multilaterale
samenwerking. Tegelijkertijd is duidelijk dat de EU in haar
strategische relaties méér kan bereiken door de verschillende
onderdelen van haar externe beleid, waaronder economisch-,
ontwikkelings- en buitenlandpolitiek beleid, op meer eenduidige en
geïntegreerde wijze in te zetten. Dit vereist duidelijke prioritering
en constructieve samenwerking tussen de instellingen van de EU en de
lidstaten, waarin de HV en de EDEO een verbindende rol kunnen spelen.
De mogelijkheden die het Verdrag van Lissabon hiertoe biedt, waaronder
de EDEO en coördinatie van EU-standpunten in multilaterale fora, dienen
ten volle te worden benut.
De HV ontving van de ministers brede steun voor haar voorstel om de
komende tijd dit thema verder uit te werken.
China
De ministers gingen tijdens het Gymnich-overleg dieper in op de relatie
met China. Eurocommissarissen Rehn (economische en financiële zaken),
Hedegaard (milieu) en De Gucht (handel) waren hierbij aanwezig en
vulden de discussie aan met hun inhoudelijke expertise. De HV deed kort
verslag van haar recente bezoek aan dit land en leidde de discussie in.
Zij wees op de grote rol die China speelt op veel voor de EU essentiële
terreinen (handel, economische groei, klimaat) en op de noodzaak tot
een beter afgestemde en geïntegreerde benadering tot China te komen.
Zij noemde in dit kader drie thema's waar de EU aandacht aan zal moeten
besteden, mede omdat deze voor China van groot belang zijn: Market
Economy Status(MES), het wapenembargo en mensenrechten.
De ministers waren eensgezind van oordeel dat economische belangen een
belangrijke prioriteit moeten blijven in de EU-relatie met China en dat
daarom ingezet moet worden op verbetering van de relatie op het gebied
van handel, investeringsmogelijkheden en intellectueel eigendom,
evenals op het bevorderen van een duurzaam Chinees klimaatbeleid en
evenwichtige groei van de Chinese economie. Tegelijkertijd is duidelijk
dat veiligheidsbeleid, meer engagement van China in internationale
kwesties en mensenrechten hoog op de agenda moeten blijven staan. Naast
een beter gecoördineerde inzet van de verschillende beleidsinstrumenten
zou de EU beter gebruik moeten maken van de verschillende toppen en
dialogen met China. Met name de High Level Dialoguezou strategischer
kunnen worden ingevuld. Meerdere ministers wezen er op dat de EU beter
inzicht in de Chinese belangen en interne besluitvormingsdynamiek dient
te verwerven, zodat hier beter op kan worden ingespeeld.
Turkije (Gymnich)
In de discussie over Turkije onderstreepten ministers de strategische
betekenis van Turkije voor de EU. Deze noopt tot goede samenwerking met
Turkije, niet alleen in het externe beleid, maar evenzeer op de
terreinen van bijvoorbeeld handel en energie. De bestaande
samenwerkingsmogelijkheden, die onder andere door het
EU-integratieproces worden geboden, dienen daarvoor optimaal te worden
ingezet. Zo zou over buitenlandspolitieke onderwerpen een frequentere
en intensievere politieke dialoog met Turkije gevoerd kunnen worden.
Tegelijkertijd dient de bestaande conditionaliteit van het
uitbreidingsproces te worden gehandhaafd. Turkije heeft duidelijk
aangegeven niet alleen een strategische partner van de Unie te willen
zijn, maar een volwaardige lidstaat te willen worden. Daartoe zal het
land aan de daaraan verbonden voorwaarden moeten voldoen, onder andere
door verdere politieke en sociaaleconomisch hervormingen door te
voeren. Ook mag van Turkije als kandidaat-lidstaat verwacht worden dat
het tijdens het toenaderingsproces tot de EU in buitenlandspolitieke
dossiers in de regel tot dezelfde afweging komt als de Unie.
EU-commissaris Füle (uitbreiding) noemde de toetredingsonderhandelingen
het belangrijkste instrument om te bereiken dat Turkije op termijn
dezelfde normen en waarden onderschrijft en handhaaft als de Unie.
Ministers merkten daarbij op dat het EU-integratieproces een open einde
heeft, waarvan de uitkomst niet vaststaat.
Werkmethoden RBZ (Gymnich)
De ministers spraken over de werkmethoden van de Raad Buitenlandse
Zaken. Om de agenda van de Raad te stroomlijnen en de toename van
onderwerpen die onder any other businessworden besproken te beperken,
zal de HV elke zes maanden een agendaplanning opstellen en deze
bespreken met de Raad. Voorafgaand aan een Raad zal de HV met de
hoofdsteden bezien in hoeverre de actualiteit aanleiding geeft de
agenda aan te passen en welke onderwerpen eventueel toegevoegd moeten
worden. Conform het Reglement van Orde behouden lidstaten uiteraard de
mogelijkheid om binnen de daarvoor gestelde termijnen onderwerpen aan
te dragen voor agendering, of te bespreken onder any other business.
Ook op de lidstaten berust een verantwoordelijkheid om de agenda
beheersbaar te houden. Om voldoende tijd te behouden voor een gedegen
discussie streeft de HV naar drie tot zes agendaonderwerpen per Raad.
Ontbijt met de kandidaat-lidstaten (Gymnich)
Conform gebruik werden de kandidaat-lidstaten door de HV op de hoogte
gesteld van de discussies die tot dusverre tijdens het Gymnich hadden
plaatsgevonden. Vanwege binnenlandse verplichtingen kon IJsland niet
deelnemen.
Servië (diversenpunt RAZ)
Op verzoek van enkele lidstaten werd kort over Servië gesproken. Veel
lidstaten waren van mening dat de EU-lidmaatschapsaanvraag die Servië
in december 2009 heeft ingediend nu naar de Commissie zou moeten worden
gezonden met verzoek om een advies (het `avis'). Deze lidstaten
betoogden dat Servië moet worden beloond voor zijn coöperatieve
opstelling bij de stemming over de Kosovo-resolutie in de Algemene
Vergadering van de VN op 9 september jl. Servië diende toen samen met
de EU een tekst in waarin werd opgeroepen tot een dialoog tussen Servië
en Kosovo. Het voorzitterschap kondigde aan dat Servië (en het
vraagstuk van het `avis') geagendeerd zal worden voor de Raad Algemene
Zaken van 25 oktober as.
Werkgroep van Rompuy inzake economische governance (RAZ)
Dhr. Van Rompuy heeft tijdens de RAZ-lunch de ministers ingelicht over
de vorderingen die onder zijn leiding gemaakt zijn in de werkgroep die
zich bezighoudt met de economische governance inde Unie. Hij zal de
staatshoofden en regeringsleiders hierover mondeling informeren bij de
komende Europese Raad. Voor de stand van zaken in deze werkgroep
verwijs ik uw Kamer graag naar de geannoteerde agenda van de Europese
Raad van 16 september. Deze Europese Raad zal een tussenstand opmaken.
Het rapport van de werkgroep Van Rompuy zal ter bespreking voorliggen
op de Europese Raad van 28/29 oktober.
Ministerie van Buitenlandse Zaken