Nieuws en persberichten
Provincie wil meer samenhang in de marketing van Zuid-Limburg
Onderzoeker uit kritiek op de opdracht aan Regiobranding
Regiobranding Zuid-Limburg doet zijn werk goed, maar is door de
opdracht die zij heeft gekregen gedwongen om meer te doen aan marketing
dan aan het vergroten van naamsbekendheid en imago. Gedeputeerde Staten
stellen voor daar een verschuiving in aan te brengen, zo laten zij
vandaag weten in een brief aan Provinciale Staten naar aanleiding van
de 'Quickscan Regiobranding Zuid-Limburg.
De Provincie was in 2008 samen met de betrokken gemeenten en
bedrijfsleven een van de oprichters van de stichting Branding
Zuid-Limburg. Het doel van de stichting is om het imago van de regio
Zuid-Limburg te versterken. De Provincie verbond zich voor vier jaar
aan het initiatief. Nu twee jaar zijn verstreken is een quickscan
uitgevoerd om lering te trekken uit de activiteiten tot nu toe.
Deze quickscan is in opdracht van de Provincie uitgevoerd door Robert
Govers, professor aan de Katholieke Universiteit Leuven en
gespecialiseerd in branding. Gedeputeerde Staten onderschrijven zijn
conclusies. Govers is lovend over het werk van de stichting, vooral
omdat ze er in is geslaagd binnen de regio de neuzen in dezelfde
richting te krijgen. Hij noemt de noodzaak van branding voor
Zuid-Limburg een evidentie in een globaliserende wereld, waar steden en
regios steeds intensiever concurreren. Het initiatief van regiobranding
moet volgens hem zonder meer voortgezet worden.
Maar er schort volgens Govers ook het een en ander aan de opdracht aan
de stichting. Zijn belangrijkste kritiek is dat de stichting
Regiobranding Zuid-Limburg onder druk van afrekenbaarheid, die haar
door opdrachtgevers en sponsoren wordt opgelegd, teveel op het spoor
van het uitventen van de regio is gaan zitten in plaats van het
opbouwen van een reputatie, dat op den duur meer vruchten afwerpt.
Voorbeelden daarvan zijn de inspanningen bij de promotie van de website
en het vermarkten van wonen en werken in Zuid-Limburg, terwijl er
minder aandacht is voor minder goed meetbare en grijpbare aspecten als
gevoelswaarde, reputatie en imago. Volgens Govers ligt dat besloten in
de opdracht en is het de stichting niet aan te rekenen.
Maar daarnaast is er ook iets misgegaan met andere voorwaarden aan de
stichting. Zo mag de stichting zich nu niet bezighouden met toerisme.
Dat blijkt een enorme handicap, want toerisme is juist een van de
trekkers van Zuid-Limburg. Govers bepleit dan ook juist voor een minder
vrijblijvende, strategisch gestuurde samenwerking met de VVV, city
marketing Maastricht, de gemeenten evenals met Industriebank Liof en de
Kamer van Koophandel.
Vreemd vindt Govers het dat de stichting niks mag doen met het
cliché dat Limburgers bourgondisch zijn omdat dat voor een
randstedeling synoniem zou zijn voor oubollig en lui. In het grootste
deel van Europa wordt een bourgondische levensstijl juist positief
ervaren. We moeten ons volgens hem bij branding van Zuid-Limburg niet
alleen richten op de Randstad, maar op de hele wereld. De
internationale positionering van de regio op een aantal economische
thema's is dan ook door Regiobranding samen met LIOF, KvK en Provincie
opgepakt.
Gedeputeerde Staten onderschrijven de analyse, maar voegen er aan toe
dat een en ander ook voortkomt uit de snelheid en resultaatgerichtheid
waarmee destijds de kwartiersmakers aan de slag zijn gegaan. Omdat er
meerdere partners betrokken zijn bij regiobranding wordt in het najaar
een conferentie gehouden om te bezien op welke wijze aan de
aanbevelingen inhoud kan worden gegeven.
14-9-2010 13:47
Provincie Limburg