Verschoningsrecht voor advocaten in loondienst ingeperkt voor
EU-mededingingsrecht
14 september 2010
Advocaten die in dienst zijn van een onderneming, kunnen niet meer
altijd aanspraak maken op het verschoningsrecht. Dat heeft het Europees
Hof van Justitie vandaag bepaald. Het Hof vindt
advocaat-bedrijfsjuristen niet onafhankelijk genoeg vanwege de
hiërarchische relatie met hun werkgever. In Europese
mededingingskwesties mogen zij zich daarom niet meer beroepen op hun
verschoningsrecht. In andere procedures blijft het beroepsgeheim
onverkort overeind.
Algemeen deken Jan Loorbach van de Nederlandse Orde van Advocaten noemt
de uitspraak van het Hof niet onverwacht maar wel ongelukkig omdat een
onderscheid wordt gemaakt tussen advocaten in dienstbetrekking en
andere advocaten. Hij wijst erop dat de uitspraak heel specifiek het
Europees mededingingsrecht betreft. ,,Maar de argumenten die worden
genoemd nopen ons tot een brede discussie over de onafhankelijkheid en
het verschoningsrecht van advocaten in dienstbetrekking. De Orde zal
hierover in overleg treden met de eigen beroepsgroep en het ministerie
van Justitie.''
Nederland kent in totaal een kleine 400 advocaten in dienstbetrekking
op een beroepsgroep van 16.000 advocaten. Het betreft hier vooral
advocaten die in dienst zijn van grote ondernemingen, het Rijk,
provincies, gemeenten en rechtsbijstandverzekeraars.
Aanleiding voor de uitspraak van het Hof is een inval van
kartelrechercheurs in 2003 bij een dochteronderneming van AkzoNobel.
Bij de inval is het mailverkeer tussen Akzo-directie en de advocaat die
er in dienst was, in beslag genomen. De advocaat verzette zich
hiertegen en beriep zich op zijn beroepsgeheim. Het ging immers om
vertrouwelijke communicatie tussen een cliënt en zijn raadsman. De
Europese Commissie weigerde hieraan gehoor te geven en nam de gemaakte
kopieën toch mee. Reden voor Akzo om hiertegen in beroep te gaan.
Akzo ving bot en tekende daarop hoger beroep aan bij het Hof van
Justitie. Het Hof stelde dat het beroepsgeheim voor advocaten op
Europees niveau weliswaar wordt erkend, maar niet voor advocaten in
dienstbetrekking. De economische afhankelijkheid en de vereenzelviging
van deze advocaten met hun werkgevers, zou ze minder onafhankelijk
maken dan andere advocaten.
Er bestaan wel regels om de onafhankelijkheid van advocaten in
dienstbetrekking te waarborgen. Ze moeten verplicht met hun werkgever
een statuut ondertekenen, waarin nadrukkelijk wordt gesteld dat de
advocaat altijd in eerste instantie advocaat is, ook al heeft hij
slechts één cliënt.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met woordvoerder Yvonne
Wiggers van de Nederlandse Orde van Advocaten op 06-12856797 of
y.wiggers@advocatenorde.nl.
---
Nederlandse Orde van Advocaten