Algemene Onderwijsbond

hbo heeft meer én betere docenten nodig

De Algemene Onderwijsbond wil in het hoger beroepsonderwijs (hbo) investeren in meer en betere docenten. In een reportage van EénVandaag (8 september) uit Karl Dittrich, voorzitter van accreditatieorganisatie NVAO zijn zorgen over het niveau van de hbo-docent: grofweg de helft is niet opgeleid op masterniveau. 'Het is goed dat de kwaliteitswaakhond dit oppakt,' zegt AOb-bestuurder Ben Hoogenboom. De grootste onderwijsbond heeft met werkgeversorganisatie HBO-raad al eerder streefcijfers vastgelegd over de groei van het aantal docenten op masterniveau. Het doel is dat minimaal 70 procent van de hbo-docenten dient te beschikken over een hbo- of wo-master. Daarnaast zou 20 procent van het docentenbestand gepromoveerd moeten zijn. Bovendien is voor alle hbo-docenten een stevige binding met de praktijk essentieel voor de beoefening van hun vak. Het is goed dat de NVAO nu nadrukkelijker de rol van het personeel gaat betrekken in het kwaliteitsoordeel. Hoogenboom: 'Het is in onze ogen onbestaanbaar dat een opleiding met een docententeam dat maar voor de helft bestaat uit master-opgeleiden een excellent oordeel zou kunnen krijgen.' De NVAO zou echter niet alleen moeten kijken naar scholing. Naast een hoger opleidingsniveau van de hbo-docent, moeten er ook simpelweg meer collega's bij. De studentenaantallen zijn flink gegroeid, dus de collegezalen zijn veel te vol. De AOb pleit ervoor dat er op iedere 21 hbo-studenten minimaal één docent in dienst is. Daardoor kan iedere student de aandacht krijgen die hij verdient. Bij de NVAO zouden daarom ook de alarmbellen moeten rinkelen bij een onwerkbare student-docent ratio. Vanaf 2014 gaat de NVAO er op toezien dat docententeams van hbo-opleidingen op het afgesproken niveau zijn. Is dat niet het geval, dan volgt eerst een waarschuwing. Uiteindelijk kan een opleiding zijn licentie zelfs kwijtraken. De AOb benadrukt dat het hbo voor die tijd zelf al aan de slag gaat met het opleidingsniveau van personeel. 'De afspraken in het convenant LeerKracht zorgen ervoor dat we een eerste slag kunnen maken,' stelt Hoogenboom. 'Maar daarmee zijn we er nog niet. Er moeten ook meer collega's van hetzelfde hoge niveau bij.'