beantwoording vragen van het lid Ormel over de voorgenomen steniging
van een Iraanse vrouw
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Ormel over de voorgenomen
steniging van een Iraanse vrouw
Kamerbrief | 6 september 2010
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Ormel over de voorgenomen steniging van een
Iraanse vrouw. Deze vragen werden ingezonden op 20 augustus 2010 met
kenmerk 2010Z11784.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van het lid Ormel (CDA) over de voorgenomen steniging van een
Iraanse vrouw.
Vraag 1
Bent u bekend met de voorgenomen steniging van Sakineh Mohammadi
Ashtiani wegens overspel en met het feit dat zij mogelijk wordt
beschuldigd van de moord op haar man? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Zijn de verslagen van de gerechtelijke veroordeling van Ashtiani
openbaar? Zo ja, hoe luidt de exacte beschuldiging tegen haar? Zo nee,
bent u bereid bij het Iraanse regime aan te dringen op het openbaar
maken van deze stukken?
Antwoord
The Guardian citeert een document waarin Ashtiani's vonnis staat
gepubliceerd en waarin staat dat ze is veroordeeld vanwege overspel.
Het Iraanse Openbaar Ministerie houdt echter vol dat ze is veroordeeld
vanwege de moord op haar echtgenoot. De Nederlandse regering benadrukt
bij elke mogelijke gelegenheid het recht van een ieder op een eerlijk
en transparant proces. De EU heeft hiervoor in het geval van Ashtiani
ook aandacht gevraagd.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het opleggen van de doodstraf door steniging past
in een breder beeld van voortdurende mensenrechtenschendingen door het
Iraanse regime?
Antwoord
Ja.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de internationale gemeenschap alles in het werk
moet stellen om de uitvoering van deze verwerpelijke straf te voorkomen
en bent u bereid bij de Iraanse overheid protest aan te tekenen tegen
uitvoering van deze straf?
Vraag 5
Heeft er in inmiddels in EU-verband overleg plaatsgevonden over dit
onderwerp? Zo ja, tot welke acties heeft dit geleid of zal dit leiden?
Zo nee, bent u bereid dit onderwerp op zo kort mogelijke termijn in
EU-verband te bespreken?
Antwoord
Ik deel de mening dat de internationale gemeenschap alles in het werk
moet stellen om de uitvoering van deze straf te voorkomen. De
Nederlandse regering en de EU roepen landen waarin de doodstraf nog
wordt gehanteerd, waaronder Iran, voortdurend op de doodstraf af te
schaffen danwel een moratorium op de tenuitvoerlegging daarvan af te
kondigen. De EU volgt de zaak van mevrouw Ashtiani op de voet en
EU-lidstaten bespreken de zaak geregeld. Op 6 juli jl. heeft Hoge
Vertegenwoordiger Ashton haar zorg uitgesproken over het bericht dat
mevrouw Ashtiani geëxecuteerd zou worden. Ook heeft de Belgische
ambassadeur namens de EU op 29 augustus jl. bij de Iraanse autoriteiten
geprotesteerd tegen de terdoodveroordeling van 15 personen, voor wie
allen steniging is aangekondigd. Mevrouw Ashtiani behoort ook tot deze
groep. De recent aangetreden Nederlandse ambassadeur te Teheran heeft
in zijn kennismakingsgesprek met de Iraanse Minister van Buitenlandse
Zaken de zaak van mevrouw Asthiani nogmaals opgebracht.
1.
2. Trouw 12 augustus 2010
3. http://www.guardian.co.uk/world/2010/jul/27/iran-stoning-case-woman
-cellmate
Ministerie van Buitenlandse Zaken