beantwoording vragen van het lid Dikkers over hulp aan de ramp in
Pakistan
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Dikkers over hulp aan de
ramp in Pakistan
Kamerbrief | 6 september 2010
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Dikkers (PvdA) over hulp aan de ramp in Pakistan.
Deze vragen werden ingezonden op 12 augustus 2010 met kenmerk
2010Z11566.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, op
vragen van het lid Dikkers (PvdA) over hulp aan de ramp in Pakistan
Vraag 1
Bent u bekend met de hulpoproep voor een paar honderd miljoen dollar
door de Verenigde Naties voor de slachtoffers van de overstromingen in
Pakistan, en de inschatting van de VN dat zes miljoen personen direct
hulp nodig hebben om te kunnen overleven?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat een extra inzet van de VN in Pakistan nodig is?
Antwoord
Ja. De extreme omvang van de ramp in Pakistan is gaandeweg steeds
duidelijker geworden. Premier Gilani heeft tijdens een oproep om hulp
aan de internationale gemeenschap aangegeven dat de eigen capaciteit
van Pakistan niet langer voldoende is om de enorme aantallen mensen
adequaat te helpen en heeft de Verenigde Naties om steun verzocht. De
Verenigde Naties heeft op 11 augustus een noodhulpverzoek
gepresenteerd, dat in nauw overleg met de Pakistaanse overheid werd
opgesteld, met een financiële omvang van USD 460 miljoen.
Vraag 3
Bent u bereid, naast de 1 miljoen hulp die Nederland heeft toegezegd,
meer hulpgelden beschikbaar te stellen voor deze ramp, die al groter
genoemd wordt dan de tsunami van 2004? Zo ja, hoeveel, via welke
kanalen en aan welke organisaties? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
In reactie op het noodhulpverzoek van de Verenigde Naties heb ik
inmiddels besloten om een extra bedrag van EUR 2 miljoen beschikbaar te
stellen. Dit geld zal aan het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde
Naties (WFP) ter beschikking worden gesteld met name voor voedselhulp
aan de meest kwetsbaren, zoals zuigelingen en kinderen, vrouwen en
ouderen. Vervolgens heeft Nederland tijdens een speciaal aan Pakistan
gewijde plenaire zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde
Naties (d.d. 19 augustus 2010) een extra bijdrage van EUR 3,6 miljoen
toegezegd voor noodhulp aan de slachtoffers van de overstromingsramp in
Pakistan. Deze bijdrage zal worden gekanaliseerd via WFP en UNICEF.
Inmiddels heeft de regering ook een bijdrage van EUR 2 miljoen gegeven
aan de aktie van de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) die op 26
augustus op radio en televisie werd gehouden.
Vraag 4
Bent u in overleg met Nederlandse hulporganisaties in het getroffen
gebied? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Verschillende Nederlandse hulporganisaties zijn al actief in de
getroffen gebieden. Van verscheidene van hen ontvangt het ministerie
berichtgeving over hun handelingen en bevindingen ter plaatse.
Vraag 5
Bent u in overleg met uw EU-collega's om de Europese hulp aan Pakistan
te coördineren? Zo ja, wat is het resultaat? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De Europese Commissie heeft inmiddels in totaal EUR 70 miljoen ter
beschikking gesteld voor noodhulp aan Pakistan. Daarnaast hebben
verschillende lidstaten (waaronder Nederland) ervoor gekozen om, gezien
de omvang van de ramp, additionele fondsen ter beschikking te stellen.
Op Europees niveau wordt informatie uitgewisseld over de bijdragen van
de lidstaten en van de Europese Commissie, onder andere via het EU
coördinatiemechanisme EU-MIC. De algehele coördinatie van de
internationale hulpoperatie berust bij de Verenigde Naties, onder
andere via het clustersysteem waarbij de hulp per sector wordt
gecoördineerd.
1) Trouw, 11 augustus 2010: "VN komen met hulpoproep voor Pakistan"
Ministerie van Buitenlandse Zaken