Het Nederlandse Rode Kruis

Live verslag uit Pakistan van onze Vlaamse collega

Vandaag kom ik aan in een gemeenteschool voor meisjes in Khairpur. Hier hebben mobiele medische teams uit Noorwegen, Canada en Japan zich tijdelijk gevestigd. Iedere dag behandelen zij ongeveer 200 mensen. In deze school leven ook heel wat Pakistaanse vluchtelingen. De meesten onder hen komen uit Jacobabad en kwamen met een tractor naar de school. Velen zijn hun huis, bezit of familie kwijt. De school is voor hen een veilige basis. Leraren leren hen alles over hygiëne en er is drinkbaar water.

Het verhaal van Risvana

Risvana Risvana is acht jaar en woont al een maand in de meisjesschool. Zonder enige waarschuwing moest ze met haar familie op de vlucht slaan voor de overstroming. Het meisje heeft moeten rennen voor haar leven. Anders werd ze met het snel stijgende water meegesleept.

Tijdens haar vlucht raakte ze haar ouders kwijt. Samen met haar twee zussen en drie broers kwam ze naar Khairpur. Een maand lang hebben ze niets van hun ouders gehoord. Totdat gisteren het verlossende nieuws kwam dat de mama en papa van Risvana nog leven. Ze verblijven in een kamp aan de andere kant van de oever van de Indus-rivier. De kinderen kijken er naar uit om hun ouders terug te zien. Ze willen graag naar huis gaan, maar beseffen maar al te goed dat er niets meer is om naar terug te keren.

Risvana's vader is een landbouwer. Hij kweekt tarwe, rijst en groenten. Door de overstroming zijn ze hun oogst van dit jaar kwijt. Ook de voorraad voedsel voor de komende winter werd door het water meegesleurd. Het huisje waar ze in woonden is helemaal door het water vernield.

De oudere zus van Risvana is 13 jaar en loopt mank. Het meisje had op tweejarige leeftijd polio en sindsdien is haar voet misvormd. De zussen worden onderzocht door dokter Alf van het Noorse Rode Kruis. Ze zijn uitgedroogd en moeten dus veel water drinken om niet ziek te worden.

"Bedankt voor jullie hulp, we zijn jullie enorm dankbaar", zegt Risvana en weet niet goed meer wat te zeggen. Het wordt voor de kinderen, net als voor miljoenen anderen Pakistanen, een lange en moeilijke winter.

Het verhaal van Bhagul

Bhagul In de regio van Khairpur is de Pakistaanse Rode Halve Maan zeer actief. Zo heeft de Pakistaanse Rode Halve Maan in het gebied al 1150 tenten uitgedeeld. Maar dat is niet alles. 265 hygiëne kits, 1330 zeilen, 100 kachels, 288 kooksets, 900 dekens, 100 lampen en 100 handwaaiers werden onder de getroffen families verdeeld. Maar de gezinnen ontvangen niet enkel materiële hulp. Ook voedsel is nodig. Al 1650 voedselpakketten werden verdeeld. Melk, dadels en waterkoelers werden aan 150 families gegeven. Voor 300 kinderen werd iets extra voorzien. Zij ontvingen chips, koekjes en krentenbroodjes.

Ik word door Bhagul, een oude vrouw, in haar tent verwelkomt. Ze glimlacht naar me en dankt me. Nadien slaat haar armen om mij heen. Ik weet niet goed waarom. Ik heb geen hulpgoederen bij me en kan haar niets aanbieden.

Bhagul stelt me haar familie voor. Haar tien kleinkinderen zitten op twee bedden. Allen samen leven ze in een tent van ongeveer vier op vier meter. Het is een uur 's middags en ongeveer 45 tot 50 graden warm. Ook een kip en een schaap zoeken schaduw in de tent.

De familie ontving voedsel van de Pakistaanse Rode Halve Maan. Hoelang ze met het voedselpakket kunnen overleven, weten ze niet. Door de overstromingen zijn ze alles kwijt: hun huis, bewaarde oogst van vorig jaar en de oogst van dit jaar werd vernield door de overstromingen. Het schaap en de kip in de tent zijn de enige dieren die ze konden redden.

De familie leeft van dag tot dag. Ze zijn blij dat de Pakistaanse Rode Halve Maan hun een tent en voedsel heeft gegeven. Ze wachten tot het water langzaam wegtrekt, om dan alles opnieuw op te bouwen. Zoals de familie van Bhagul leven er nog duizenden in Pakistan. Allemaal op de vlucht voor het water. Allemaal wachtend op hulp.