Raad van State
maandag 6 september 2010
10.00 uur
Zitting over de bouwvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Nieuwegein heeft verleend voor twee prefab
vuurwerkbewaarplaatsen op het buitenterrein van een tuincentrum aan de
IJsselsteinseweg in Nieuwegein. Omdat het terrein in het
bestemmingsplan is bestemd als tuincentrum en de verkoop van vuurwerk
daar niet onder valt, heeft het gemeentebestuur ook een vrijstelling
van het bestemmingsplan verleend. Enkele omwonenden zijn het hier niet
mee eens. Zij zien geen noodzaak voor een vuurwerkverkooppunt bij het
tuincentrum en vrezen voor verkeer- en parkeeroverlast. Ook twijfelen
zij of het verkooppunt kan voldoen aan de strenge
vuurwerkvoorschriften. De rechtbank in Utrecht verklaarde in december
2009 een eerder beroep van de omwonenden ongegrond. Tegen die uitspraak
komen zij in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State. (zaaknummer 201001018/1)
10.00 uur
Zitting over de openbaarmaking van een boetebesluit van OPTA. In
november 2007 heeft OPTA aan vijf bedrijven en particulieren een totale
boete van EUR 1.000.000 opgelegd vanwege overtreding van de
telecommunicatieregels. Na oplegging van de boete heeft OPTA op grond
van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) besloten om het boetebesluit
openbaar te maken op de website van de OPTA, zonder daarbij de
bedrijfsnamen te anonimiseren. Openbaarmaking van bedrijfsnamen in een
boetebesluit dient volgens OPTA een groot, publiek belang. Het zou de
betrokken bedrijven weerhouden om weer in de fout te gaan en potentiële
overtreders afschrikken. Verder is naar de mening van OPTA publicatie
van de namen van overtreders van belang om consumentenbelangen te
beschermen. De bedrijven zijn het hier niet mee eens. Zij vinden dat
OPTA te ver gaat door hun bedrijfsnamen te publiceren en dat OPTA haar
doel, preventie en bescherming, ook op een andere manier kan bereiken.
Door de openbaarmaking van hun naam zouden de bedrijven schade lijden
en zouden potentiële klanten worden afgeschrikt. Ook wordt met de
publicatie van de bedrijfsnamen in zo'n vroeg stadium vooruit gelopen
op een rechterlijk oordeel over de rechtmatigheid van de boete. Ten
slotte zouden de bedrijven door openbaarmaking van hun naam extra
worden gestraft. De rechtbank in Rotterdam oordeelde in januari jl. dat
de bedrijven mogelijk ernstige en onherstelbare schade lijden bij
openbaarmaking van hun naam, zeker wanneer nog niet vaststaat dat de
boete terecht is opgelegd. Ook had OPTA naar het oordeel van de
rechtbank beter moeten motiveren waarom openbaarmaking op dit moment
gerechtvaardigd is met het oog op de preventie en de bescherming van de
belangen van anderen. OPTA is het niet eens met deze uitspraak en komt
daartegen in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State. (zaaknummer 201002051/1)
14.00 uur
Vooraankondiging van de uitspraken in hoofdzaken (bodemprocedures) die
de Afdeling bestuursrechtspraak op woensdag om 10.15 uur openbaar zal
maken. Ga naar deze pagina voor een selectie van de meest in het oog
springende uitspraken. Of ga naar deze pagina voor een volledig
overzicht van de uitspraken.
14.30 uur
Zitting over de afwijzing door het college van burgemeester en
wethouders van Zwartewaterland van het verzoek van Koninklijke Horeca
Nederland (KHN) om op te treden tegen een jongerenkeet in de gemeente.
De afdeling Kampen/Zwartewaterland van KHN heeft de gemeente gevraagd
maatregelen te nemen tegen de keet, omdat er sprake zou zijn van een
volwaardig café met een bar, een vaste tapinstallatie, een
muziekinstallatie en een kassa, terwijl de keet niet beschikt over een
drank- en horecavergunning. Het gemeentebestuur is van mening dat het
hier gaat om een 'verlengde huiskamer' waarvoor geen vergunning nodig
is. Volgens het gemeentebestuur komt een vaste vriendengroep van
ongeveer 16 personen iedere week op zaterdagavond in de keet en worden
de consumpties op basis van een rooster bij toerbeurt verzorgd door
twee jongeren. De aanwezige jongeren betalen vervolgens niet voor de
alcoholhoudende drank, aldus het gemeentebestuur. De rechtbank in
Zutphen heeft in april jl. het beroep van KHN tegen de weigering om op
te treden, gegrond verklaard. Naar het oordeel van de rechtbank heeft
de keet op grond van de Drank- en Horecawet wel een vergunning nodig.
Het college van burgemeester en wethouders van Zwartewaterland is het
niet eens met de uitspraak van de rechtbank en komt hiertegen in hoger
beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Op 5
juli jl. deed de Raad van State al een voorlopige uitspraak in deze
zaak op verzoek van het gemeentebestuur. Naar het oordeel van de Raad
van State mocht het gemeentebestuur het nemen van een nieuw besluit
niet uitstellen tot na de definitieve uitspraak van de Raad van State
en moest het op korte termijn beslissen welke maatregelen het zou
treffen tegen de drankkeet. Die voorlopige uitspraak met zaaknummer
201004854/2 is te vinden op de site. (zaaknummer 201004854/1)