De Nederlandse Bank
Kredietverlening aan bedrijven groeit gematigd
Datum 3 september 2010
Wie het weet mag het zeggen: knijpen de banken in Nederland de economie
af door te weinig leningen te geven aan bedrijven? Of is het zo dat
bedrijven vanwege de crisis minder leningen aanvragen bij de banken? De
kwestie speelt al sinds het uitbreken van de kredietcrisis, en is voor
politici en monetaire autoriteiten belangrijk om hun beleidskoers te
bepalen, zeker nu de economie langzaam uit het dal lijkt te kruipen.
Anekdotisch bewijs van teleurgestelde ondernemers, overigens ook in
tijden van hoogconjunctuur niet ongebruikelijk, wordt afgewisseld met
cijfermateriaal dat wijst op een lagere, maar nog steeds aanhoudende
groei van de bedrijfskredieten. En het is waarschijnlijk dat die groei
voorlopig gematigd blijft.
Duidelijk is in ieder geval dat vraag en aanbod uiteindelijk bepalen
hoe de kredietverlening aan bedrijven zich ontwikkelt. Maar hoe meet je
vraag en aanbod? Cijfers over het totaal van de kredietverlening worden
verzameld door DNB en het CBS. Maar als die cijfers een tragere groei
laten zien, is nog niet gezegd dat dat komt door een teruglopende vraag
of door een afgeknepen aanbod. Enig inzicht bieden de gegevens van de
Bank Lending Survey. Dat is een kwartaalenquête gehouden onder
Nederlandse banken, en wat blijkt: de banken melden al sinds eind 2007
een afnemende vraag naar nieuw krediet (zie figuur 1). Maar daarmee is
niet gezegd dat het enkel wegvallende vraag zou zijn waardoor de
kredietverlening is vertraagd. Want diezelfde bankenquête meldt ook,
zeker in het begin van de economische crisis, dat de banken hun
criteria voor het verstrekken van leningen aanscherpten (figuur 1).
Ontwikkeling acceptatiecriteria en vraag bancaire kredietverlening
Het goede nieuws is echter dat het tij inmiddels is gekeerd. In het
tweede kwartaal van dit jaar lag het netto percentage banken dat de
criteria voor bedrijfsleningen aanscherpt op het laagste niveau sinds
het begin van de kredietcrisis. En in het derde kwartaal verwachten de
banken de leenvoorwaarden niet meer aan te scherpen. Ook verwachten ze
dat de vraag naar krediet dan niet verder afneemt (figuur 1). Daarmee
lijkt een keerpunt voor de bancaire kredietverlening in aantocht, zowel
via de aanbodkant als de vraagkant.
De DNB-cijfers voor de kredietverlening door Nederlandse banken aan
binnenlandse bedrijven laten ondertussen nog steeds een toename van de
bedrijfskredieten zien. Wel is die groei een stuk lager dan een aantal
jaren geleden, want waar in de zomer van 2008 nog een groei van 15% op
jaarbasis werd gemeten, zakte dit snel terug tot ruwweg 4% een jaar
later. Het afgelopen jaar is deze daling van de kredietgroei afgevlakt
en kwam in juli uit op 2,9%. Tegen de achtergrond van de momenteel
relatief lage rentetarieven is de daling van de kredietgroei vooral toe
te schrijven aan de sterke terugval in de kredietbehoefte als gevolg
van de economische recessie. Gezien de diepte van de economische
recessie is de huidige kredietgroei zelfs nog boven verwachting hoog.
Ook in vergelijking met het verleden, want dit groeipercentage ligt nog
steeds boven het dieptepunt gedurende de vorige periodes van
laagconjunctuur. Destijds was de terugval van de economie en de
bedrijfsinvesteringen minder diep dan in de huidige recessie (figuur
2).
Bedrijfsinvesteringen en zakelijke dienstverlening
Mogelijk speelt mee dat bedrijven door de crisis in mindere mate
gebruik hebben kunnen maken van andere financieringsbronnen dan krediet
van Nederlandse banken. Zo is de winstgevendheid fors gedaald als
gevolg van de economische recessie, waardoor bedrijven minder uit hun
interne middelen konden financieren. Ook hebben bedrijven sinds de
crisis minder gebruik gemaakt van leningen van anderen dan de in
Nederland gevestigde banken. Volgens het CBS namelijk zijn de totale
leningen aan Nederlandse bedrijven gedurende enkele kwartalen
afgenomen. Het gaat hierbij naast leningen van in Nederland gevestigde
banken ook om leningen van andere financiële intermediairs en
buitenlandse banken. Een afname van het totale bedrag aan uitstaande
leningen duidt erop dat de krimp bij deze partijen in enkele kwartalen
zelfs groter is geweest dan de groei van het krediet bij Nederlandse
banken.
Hoewel de Nederlandse banken de teugels inmiddels niet meer verder
aantrekken, zal de bancaire kredietverlening zich de aankomende periode
waarschijnlijk toch niet meer dan gematigd blijven ontwikkelen. De
kredietgroei reageert over het algemeen met enige vertraging op het
aantrekken van de economie. Ook in de nasleep van de vorige twee
perioden van laagconjunctuur zat er enige tijd tussen het moment dat de
bedrijfsinvesteringen begonnen te groeien en het moment dat de
kredietgroei weer toenam. Er is geen reden aan te nemen dat de
kredietgroei zich ditmaal sneller zal herstellen. Opnieuw heeft dit
zowel met het aanbod als de vraag te maken.
Banken hebben hun leenvoorwaarden gedurende een lange periode
aangescherpt en een forse verdere versoepeling op korte termijn is niet
waarschijnlijk. De voorwaarden zijn dus nog steeds strenger dan
voorheen. Daarbij zullen nieuwe maatregelen ter versterking van
bankbalansen, zoals voorgesteld door het Bazels Comité voor
bankentoezichthouders ("Bazel 3"), in de overgangsfase naar verwachting
een beperkt negatief effect hebben op het aanbod van krediet en op de
economische groei.
Bovendien is het niet waarschijnlijk dat de vraag naar krediet al weer
snel zal toenemen. De bedrijfsinvesteringen, die de afgelopen decennia
al een neerwaartse trend lieten zien, hebben door de crisis een
historisch dieptepunt bereikt (in procenten van het BBP). Daarentegen
bevindt het beschikbare inkomen van het Nederlandse bedrijfsleven zich
- ondanks een daling door de recessie - nog steeds boven het
historische gemiddelde. Ook hebben de bedrijven nog substantiële
financiële reserves. De omvang van de bancaire bedrijfsdeposito's
bijvoorbeeld was eind 2009 bijna 40% van het bbp. Dit is veel hoger dan
tien jaar eerder, toen dit nog 24% was. Als de behoefte aan nieuwe
investeringen weer toeneemt, is het daarom mogelijk dat bedrijven dit
in eerste instantie vooral uit eigen middelen financieren. Het
aantrekken van de Nederlandse economie zal dan voorlopig goed samen
kunnen blijven gaan met een gematigde ontwikkeling van de zakelijke
kredietverlening.