Senternovem
31-08-2010 |
Studie Wereldbank naar prijsrelaties grondstoffen, energie,
voedsel en biobrandstoffen
Na 3 decennia van dalende grondstofprijzen (zowel voor metalen, energie
als landbouwproducten) stegen de prijzen vanaf medio 2000 weer.
Voedselprijzen daalden tussen 1975 en 2000 met meer dan 50%. Tussen
2003 en 2008 stegen de prijzen van energie en metalen met 230% en de
prijs van voedsel verdubbelde en de prijs van rijst verdubbelde in
slechts 5 maanden in 2008. In de studie Placing the 2006/2008 Commodity
Price Boom into Perspective wordt hier verder onderzoek naar gedaan.
De belangrijkste oorzaken van de price spikes in 2007/2008 waren:
* Lage investeringen in grondstoffen in het verleden;
* Zwakke dollar, waardoor de vraag toenam in een sector waar de
US-dollar de munt was voor alle transacties;
* Fiscale expansie en zwak monetair beleid in veel landen leidden tot
hogere grondstoffenprijzen;
* Investeringsfondsen werden actiever in deze sector met de komst van
nieuw kapitaal en relatief weinig absorbtievermogen van deze
sector.
Gecombineerd met slechte weerscondities, de benutting van enkele
landbouwgewassen voor biobrandstofproductie en overheidsbeleid,
waaronder exportbeperkingen en belastingen, zorgden ervoor dat de
voedselvoorraden een niveau bereikten van de jaren '70, waardoor de
perfecte condities voor een scherpe prijsstijging waren geschapen.
Een aantal zaken zijn dieper onderzocht om de lange termijn trends in
te schatten:
* Voldoende financiële middelen en speculatie lijken volgens sommige
onderzoeken wel en volgens andere weinig effect te hebben gehad op
de prijzen. Dit kan wel korte termijn effecten veroorzaken en
indexfondsen hebben daar in 2007/2008 een rol bij gespeeld, maar
geen lange termijnveranderingen.
* Verandering van voedingspatronen en inkomensstijging in midden
inkomenslanden zoals China en India. De vraag naar de meeste
granen, inclusief veevoer, is afgenomen, vanwege de afnemende
groeivraag naar vlees. De hoogste prijsverhogingen in twee
grondstoffen, te weten tarwe en rijst, vonden plaats op het moment
dat de voedselvraag afnam. Een directe relatie is daarom niet
aanwezig.
* De rol van biobrandstoffen. Tijdens de boom liepen de prijzen van
maïs en ruwe olie gelijk op, waardoor sommige onderzoekers
toendertijd inschatten dat 2/3 van de prijsverhoging hierdoor kwam,
terwijl anderen een gering effect zagen. Verschillende modellen
lieten zien dat zonder (of 2007 niveau) biobrandstoffen voor 2020
de prijzen van graan 12%, tarwe 7% en plantaardige oliën 16% lager
zouden zijn (FAO studie), terwijl anderen de graanprijs zien dalen
met 12% en oliën 7% en bij een biobrandstoffenbeleid in de
EU/VS/Japen de prijzen voor tarwe zien stijgen met 19% en oliën met
5% (LEITAP). Echter de rol van biobrandstoffen tijdens de price
spikes in 2007/2008 wordt gering geacht. Biobrandstoffen maken
slechts gebruik van 1,5% van alle tarwe/oliegronden en kunnen een
dergelijke verandering niet veroorzaakt hebben. Dit wordt
ondersteund door het feit dat de maïsprijs nauwelijks veranderde
tijdens de eerste periode waarbij de VS de ethanolproductie
uitbreidde en oliehoudende zaden goedkoper werden toen in de EU het
biodieselgebruik toenam. De prijzen piekten juist op het moment dat
het ethanolgebruik verminderde en het biodieselgebruik
stabiliseerde in de EU.
De belangrijkste link tussen landbouwgrondstoffen loopt direct via
energie, waarbij energieprijzen de basis van de landbouwprijzen
vormen en er eens sterke correlatie bestaat tussen die twee. Een
basisregel is dat de maïsprijs in US-dollar/ton ruwweg de dubbele
prijs is van ruwe olie in US-dollar/barrel.
De algemene conclusie voor de lange termijn zijn:
* De agrarische grondstoffen markten zullen minder belangrijker
worden en meer gedicteerd worden door energieprijzen;
* Net zoals in het verleden zal prijsvolatiliteit veel bepalender
zijn dan de prijstrends.
Bron
Placing the 2006/2008 Commodity Price Boom into Perspective, John
Baffes van de Wereldbank en Tassos Haniotis van de Europese Commissie
(juli 2010)
Wijzigingsdatum |
31-08-2010