Wageningen Universiteit en Researchcentrum
31 aug 2010
Onderdeel: Wageningen University
Afgelopen week hebben verschillende delen van Nederland te maken gehad
met extreme regenval en daarmee samenhangende ernstige wateroverlast.
Het ergst getroffen was ditmaal de Achterhoek. Met name de regio rond
het stroomgebied van de Hupselse Beek sprong eruit. In drie KNMI
regenmeters (twee handregenmeters en een automatische) werd daar binnen
24 uur meer dan 130 mm regen geregistreerd. De leerstoelgroep
Hydrologie en Kwantitatief Waterbeheer van Wageningen University,
onderdeel van Wageningen UR, gebruikt dit experimentele stroomgebied
al decennialang voor onderzoek en onderwijs.
Hoe extreem de neerslag in de Hupselse Beek precies was is lastig
precies vast te stellen. De automatische regenmeter van het KNMI te
Hupsel registreerde 142 mm in 24 uur. Hoe vaak treedt zo'n extreme
neerslaghoeveelheid op? "Naar schatting gemiddeld eens in de 3000 jaar
voor een gegeven locatie, maar de onzekerheid hierin is groot", aldus
Aart Overeem, postdoc bij de leerstoelgroep Hydrologie en Kwantitatief
Waterbeheer en afgelopen jaar gepromoveerd op het gebied van de
statistiek van extreme neerslag. "Waarschijnlijk komt 142 mm in 24 uur
gemiddeld eens in de 1250 tot 8000 jaar voor op een gegeven locatie".
Ondanks de grote onzekerheid is dus wel duidelijk dat de Hupselse Beek
op de 26e augustus gebukt ging onder zeer extreme regenval. Dit had
uiteraard de nodige consequenties voor de hoeveelheid water die de beek
kreeg te verwerken. "De afvoer van het 6,5 km2 grote stroomgebied steeg
in de nacht van 26 op 27 augustus binnen enkele uren naar meer dan 4 m3
s-1, veruit de hoogste afvoer sinds de metingen in de Hupselse Beek
begonnen in de jaren '60", volgens Piet Warmerdam, voormalig
universitair hoofddocent bij de leerstoelgroep Hydrologie en
Kwantitatief Waterbeheer.
Toen collega's vrijdag de afvoerpiek op internet zagen zijn ze meteen
in de auto gesprongen om deze unieke gebeurtenis van dichtbij te
aanschouwen. In de omgeving bleken veel gebieden al onder water te
staan. "Dat zo iets echt niet vaak voorkomt werd ons bevestigd door
verschillende boeren ter plaatse. Die gaven aan nog nooit zoiets gezien
te hebben", aldus postdoc Ryan Teuling, die binnenkort als assistant
professor stroomgebiedshydrologie de leerstoelgroep komt versterken.
Een dergelijke extreme gebeurtenis, precies over één van onze
experimentele stroomgebieden, biedt een unieke kans om te zien welke
hydro(meteoro)logische processen zorgen voor afvoeren in beken en
rivieren onder dit soort extreme condities", aldus Remko Uijlenhoet,
hoogleraar Hydrologie en Kwantitatief Waterbeheer. Een goed begrip van
het neerslag-afvoergedrag van stroomgebieden onder dit soort
omstandigheden kan een bijdrage leveren aan beter waterbeheer onder
veranderende omstandigheden, zowel wat betreft klimaat als landgebruik.
Het water in de Hupselse beek is inmiddels al weer flink gedaald, al
zal het nog dagen duren voor de afvoer weer terug is op het niveau van
een week geleden. Onderzoekers van de leerstoelgroep Hydrologie en
Kwantitatief Waterbeheer zijn momenteel druk bezig om alle beschikbare
hydrologische en meteorologische meetgegevens te verzamelen en te
bekijken, om zodoende binnen enkele dagen een eerste hydrologische
analyse van deze opmerkelijke gebeurtenis te kunnen presenteren.
Contact
Meer informatie:
A. (Aart) Overeem MSc