Beantwoording Kamervragen over het Rapport bij de Nederlandse
EU-lidstaatverklaring 2009
Datum: 30 augustus 2010
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik de antwoorden op schriftelijke vragen van de commissie
voor de Rijksuitgaven, de vaste commissie voor Financiën en de vaste
commissie voor Europese Zaken over het "Rapport bij de Nederlandse
EU-lidstaatverklaring 2009" (Kamerstuk 32 381, nr.1-2).
Hoogachtend,
De minister van Financiën,
mr. drs. J.C. de Jager
Vraag 1:
Ten laste van welke begroting komen de financiële correcties van de Europese
Commissie?
De financiële correcties van de Europese Commissie komen ten laste van de begroting
van het verantwoordelijke beleidsdepartement.
Vraag 2:
Wie is er verantwoordelijk voor de onnauwkeurige perceelregistraties?
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is verantwoordelijk voor de
correcte uitvoering van de EU regels inzake perceelregistraties.
Vraag 3:
Er zal een sterke toename zijn van het aantal kortingen. Deels vanwege toename van het
aantal meldingen door medehandhavers. Zijn de genoemde provincies aangesproken op
het niet uitvoeren van de 1% controle?
Tussen het ministerie van LNV en medehandhavers heeft overleg plaatsgevonden over de
aandachtspunten in de verbetering van de uitvoering van en de verantwoording over de
1% controles op randvoorwaarden.
Vraag 4:
Voor wiens rekening komt de korting als gevolg van het niet uitvoeren van de 1%
controle?
Eventuele kortingen op de door LNV bij de Commissie ingediende declaraties voor het
niet EU conform uitvoeren van de 1% controles komen ten laste van de begroting van
het ministerie van LNV. Daarbij wordt opgemerkt dat kortingen forfaitair worden bepaald
op basis van het totaal gedeclareerde bedrag. Kortingen zijn daarom niet één op één toe
te rekenen naar subsidie toekenningen en de tekortkomingen in individuele inspecties
door betrokken medehandhavers hierop.
Vraag 5:
Welke maatregelen worden er genomen om in de toekomst te voorkomen dat de
1% controle niet uitgevoerd zal worden?
De vereiste handhavingcontroles zijn in voldoende mate geborgd via afspraken tussen
het ministerie van LNV met medehandhavers en de overlegstructuren. De minister van
LNV heeft daarnaast de mogelijkheid van een aanschrijving van betrokken
medehandhavers op de uitvoering van deze wettelijke taak.
Vraag 6
Wat is het oordeel van het kabinet over de genoemde aanbevelingen?
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft in de bestuurlijke reactie
van het kabinet aangegeven de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer inzake de
tijdige en complete jaarlijkse verantwoording van de (namens de subsidieverlener)
uitgevoerde inspecties ter plaatse over te nemen.
Vraag 7
Zal de aanbeveling met betrekking tot het inzicht in de lopende correcties en het treffen
van voorzieningen voor de eventuele toekomstige financiële correcties worden
overgenomen?
In de nationale verklaring over 2009 (afgegeven 2010) worden de definitieve besluiten
inzake financiële correcties van de Europese Commissie toegelicht. Daarnaast heeft het
ministerie van LNV aanvullend een lijst van alle lopende onderzoeken opgesteld als
bijlage bij de nationale verklaring over 2009. Volgend jaar is informatie over lopende
onderzoeken een regulier onderdeel van die bijlage. Hierbij wordt in relatie tot het
opnemen van voorzieningen opgemerkt dat het Verenigd Koninkrijk met een batenlastenstelsel
werkt terwijl Nederland een kasstelsel heeft. Het opnemen van
voorzieningen sluit niet aan op een kasstelsel.
Vraag 8
Zullen de lopende onderzoeken worden opgenomen in de (deel-)verklaring of is er
slechts sprake van een onderzoek naar de mogelijkheid voor meer transparantie over de
geschatte financiële risico's van lopende onderzoeken?
De besluitvorming over wijzigingen in de informatievoorziening inzake lopende
onderzoeken vormt onderdeel van de voorbereiding van de nationale verklaring 2010. De
komende periode wordt door de betrokken departementen onderzoek uitgevoerd naar de
mogelijkheden voor het geven van meer informatie over geschatte financiële risico's van
lopende onderzoeken van de Commissie. Het onderzoek richt zich ondermeer op de
juridische aspecten rondom de beschikbaarstelling van financiële informatie inzake
Commissie onderzoeken en de vraag of dit de Nederlandse onderhandelingspositie kan
beïnvloeden.
Ministerie van Financiën