Datum: 30 augustus 2010
Vragen van het lid Braakhuis (GroenLinks) over de mogelijkheid
van het introduceren van een EU-belasting
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de schriftelijke vragen van
het lid Braakhuis over de mogelijkheid van het introduceren van een
EU-belasting.
Hoogachtend,
de minister van Financiën,
mr. drs. J.C. de Jager
Antwoord naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Braakhuis (GroenLinks)
over de mogelijkheid voor het introduceren van een EU-belasting (vraagnummer
2010Z11564, ingezonden 12 augustus 2010)
1. Bent u bekend met het artikel 'Brussel heeft plannen voor Europese belasting'?1
2. Staat u ook positief tegenover de mogelijkheid om een EU-belasting in te voeren op luchtvaart
en/of financiële transacties? Zo nee, staat u daar ook niet positief tegenover wanneer dit gepaard
zou gaan met eenzelfde besparing op de nationale bijdragen aan de EU, die weer uitgekeerd zou
kunnen worden in de vorm van een lastenverlichting, waardoor er per saldo geen
lastenverzwaring optreedt?
3.Deelt u de mening dat wanneer deze twee belastingen EU-breed zouden worden ingevoerd, het
meest gehoorde bezwaar van 'uitwijkgedrag' voor verreweg het grootste deel opgelost zou zijn?
4.Bent u ook van mening dat dit de ideale manier is om te compenseren voor de uit milieuoogpunt
onterechte begunstiging van de luchtvaartsector?
5.Bent u ook van mening dat een zeer kleine belasting op financiële transacties een stabiliserende
werking voor financiële markten kan hebben?
6.Mochten deze voorstellen nog op een Europees podium geagendeerd staan voor de beëdiging van
een nieuw kabinet, hoe zal het demissionaire kabinet hiermee dan omgaan?
1 http://www.fd.nl/artikel/19402585/brussel-heeft-plannen-europese-belasting
1.
Ja.
2. en 3.
Allereerst wil ik er op wijzen dat belastingheffing een bevoegdheid van de lidstaten is en het
Verdrag geen autonome heffingsbevoegdheid voor de EU kent. Zoals in de Nederlandse bijdrage
aan de EU-begrotingsevaluatie is aangegeven, heeft het de voorkeur om de EU-begroting te
financieren uit slechts één finanancieringsbron, namelijk het BNI-middel (bruto nationaal inkomen).
Een Europese belasting op luchtvaart of financiële transacties is derhalve geen optie voor
Nederland. Een Europese belasting op financiële transacties mist zijn doel. Kapitaal is zeer mobiel
en zal gemakkelijk zijn weg vinden buiten de EU, waardoor uitwijkgedrag nog steeds zal bestaan.
Voor wat betreft een Europese belasting op luchtvaart heb ik tijdens de parlementaire behandeling
van het wetsvoorstel van de afschaffing van de vliegbelasting aangegeven dat initiatieven om de
maatschappelijke kosten meer in de prijs van vliegtickets tot uitdrukking te brengen
in Europees of mondiaal verband ontwikkeld moeten worden2. Echter, de afschaffing van de
vliegbelasting is mede ingegeven door de grote onvoorziene terugval in omzetten in deze branche.
Gezien de huidige economische situatie ligt het niet voor de hand een dergelijke belasting in te
voeren, ook niet op EU-niveau.
4.
Voorafgaand aan de invoering van de vliegbelasting heeft het kabinet gesteld dat de
maatschappelijke kosten van vliegen onvoldoende in de prijs van vliegtickets tot uitdrukking
komen. Dit standpunt geldt nog steeds. Gelet op de huidige economische omstandigheden is echter
de afweging gemaakt om de luchtvaartsector de gelegenheid te bieden zich op herstel te richten.
Overigens merk ik op dat de luchtvaartsector vanaf 2012 betrokken zal worden in het CO2-
emissiehandelssysteem, waardoor een deel van de maatschappelijke kosten in de prijs van een
vliegticket tot uitdrukking zal komen.
5.
Het ligt niet voor de hand dat de Financiële Transactie Belasting een stabiliserende werking kan
hebben op de financiële markten. De IMF-staf meent in ieder geval dat dat niet het geval is3. De
IMF-staf geeft aan dat een dergelijke belasting niet goed toegespitst kan worden op het bestrijden
van het systeemrisico van de financiële instellingen en ook niet aangrijpt bij de oorzaak van de
huidige financiële crisis.
6.
Dit najaar zal de Commissie naar verwachting een mededeling uitbrengen over de zogenaamde
begrotingsevaluatie, zoals gevraagd door de Europese Raad in december 2005. Hierin zal ook op
het systeem van eigen middelen worden ingegaan. Bedacht moet worden dat de Commissiemededeling
over de begrotingsevaluatie pas de eerste stap is in de discussie over de Financiële
Perspectieven na 2014 en dat de mogelijke suggesties voor nieuwe eigen middelen voor de EUbegroting
een onderdeel zijn van het bredere debat over begrotingshervorming. Gelet op het
tijdspad verwacht ik dan ook dat een volgend kabinet zich hierover zal buigen. Het demissionaire
kabinet zal het standpunt blijven uitdragen dat het gebruik van het BNI-middel als enige
financieringsbron voor de Europese begroting te prefereren valt.
2 Kamerstukken II 2009/10, 32 132, nr. 6, blz. 5.
3 IMF Rapport "A fair and substantial contribution by the financial sector", mei 2010
Ministerie van Financiën