Ministerie van Defensie
Van Middelkoop: Aanpakken rebellen vraagt geduld en uithoudingsvermogen
30 augustus 2010, 16.32 uur
Minister Eimert van Middelkoop tijdens zijn speech op het congres van
Commission Internationale d'Histoire Militaire (CIHM). Foto: ministerie
van Defensie Het bestrijden van rebellerende groepen is een kwestie van
lange adem en dat gegeven botst met de wens van het publiek en veel
politici om direct resultaten te zien. Dat zei minister Eimert van
Middelkoop vanochtend tijdens de opening van het 36ste congres van
Commission Internationale d'Histoire Militaire (CIHM), dat deze week in
Amsterdam wordt gehouden.
Meer dan 250 militaire historici uit 40 landen praten in de hoofdstad
over het thema Insurgency en counter insurgency: Irreguliere
oorlogvoering vanaf 1800 tot heden, de gewapende opstand tegen
regeringen en het tegengaan hiervan. Het Nederlands Instituut voor
Militaire Historie organiseert het congres ten behoeve van de CIHM, een
internationale wetenschappelijke organisatie die is verbonden aan de
VN-organisatie UNESCO.
Lange adem
De Westerse wereld moet zich verdedigen, zei de minister. Het
bestrijden van irreguliere troepen houdt aanmerkelijk meer in dan het
arresteren van piraten in een boot voor de kust van Somalië. Het is een
bijzonder moeilijk en diffuus proces met grote kans op militaire en
burgerslachtoffers. "De komende 20 jaar wordt de wereld niet veiliger",
aldus de bewindspersoon. "Onze zwaarbevochten vrijheid, waarden en
voorspoed worden uitgedaagd. Het is aan ons om te bepalen hoe we hierop
reageren. We hebben succesvolle counter insurgency-tactieken in huis,
maar hebben we het geduld en het uithoudingsvermogen?"
Toekomst
De Nederlandse strijdkrachten hebben wat dat betreft de afgelopen jaren
met geduld en verve hun plicht gedaan, zei Van Middelkoop die de wens
uitsprak dat de komende generatie politici dat ook doet. "Dan pas kan
de Nederlandse bevolking wat op het gebied van counter insurgency is
bereikt, waarderen." Professor doctor Jan Hoffenaar, samensteller van
het academische programma, tekent aan dat historische kennis en
inzichten nooit leidden tot een op maat geschreven handboek voor het
hedendaagse optreden. "Kennis en inzichten zijn echter absoluut
onmisbaar voor een zinvolle reflectie op de betekenis, inhoud en vorm
van het hedendaagse optreden", aldus de professor.