Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
4. Archief 2010
5. Augustus
Ministerie van VROM
Huizinga geeft startsein voor aanleg CO2-netwerk in Zuidplaspolder
30-08-2010
Minister Tineke Huizinga van Ruimte en Milieu heeft vandaag in
Waddinxveen het startsein gegeven voor het doortrekken van de
OCAP-leiding naar de Zuidplaspolder. Deze leiding moet CO2 uit de
bio-ethanolfabriek Abengoa in Rotterdam aanleveren bij 40
glastuinbouwers in de Zuidplaspolder.
Als het tuinbouwgebied in de Zuidplas verder wordt ontwikkeld, zullen
ook nieuwe tuinders CO2 kunnen afnemen. De CO2 bevordert de groei van
hun gewassen. Het project levert een besparing op van zo'n 25 miljoen
kubieke meter aardgas per jaar - ongeveer even veel als 16.000
huishoudens. De besparing van CO2 die daarmee wordt gerealiseerd
bedraagt 45 kiloton per jaar. Dit past goed bij de ambitie van de
Zuidplaspolder om in 2020 een CO2-neutrale energievoorziening te
realiseren. Inmiddels levert OCAP - waarin onder andere bouwer
VolkerWessels en Linde Gas participeren - ruim 300 kiloton CO2 per
jaar aan 500 glastuinbouwbedrijven in de Randstad. De milieuwinst
ontstaat doordat tuinders zelf geen fossiele brandstoffen meer hoeven
te stoken om CO2 te produceren, maar CO2 gebruiken die vrijkomt bij
Shell Pernis en Abengoa.
Kansen voor tuinders
Minister Huizinga gaf het startsein voor de aanleg van het CO2-netwerk
door op een historische truck de binnentuin van rozenkwekerij Marjoland
binnen te rijden. In gezelschap van vertegenwoordigers van OCAP,
VolkerWessels, Linde Gas Benelux, LTO Glaskracht, tuinders, de
gemeenten Zuidplas en Waddinxveen en provincie onderstreepte de
minister het belang van de verduurzaming van de Nederlandse tuinbouw:
"Dit CO2-netwerk is een prachtig groen en innovatief project en een
voorbeeld voor de rest van ons land. Het is goed voor tuinders, goed
voor de economie en goed voor het milieu. Het is ook een stap op weg
naar een volledig duurzame, zeer innovatieve en economisch sterke
glastuinbouw."
Ambitieuze plannen
Vorig jaar stelde het kabinet 24 miljoen euro beschikbaar voor de
duurzame en klimaatbestendige inrichting van de Zuidplaspolder tussen
Rotterdam, Gouda en Zoetermeer. Het voor de Ocap-leiding bestemde deel
is onder het voorbehoud van goedkeuring uit Brussel die dit najaar
verwacht wordt. De bedoeling is om tussen 2010 en 2020 7.000 woningen
te realiseren in een landelijk en dorps woonmilieu. Verder wordt 400
hectare bestemd voor (natte) natuur en waterberging en 200 hectare
voorzien voor nieuwe glastuinbouw. In combinatie met de nodige
verbetering van de bereikbaarheid, draagt de Zuidplaspolder straks
sterk bij aan de concurrentiekracht van de Randstad. De Zuidplaspolder
moet uitgroeien tot een icoon van duurzaamheid. Zo komen er
voorbeeldprojecten rond zowel klimaatbestendigheid (paalwoningen, wegen
als compartimenteringdijken, in hoogte verstelbare vloeren), als
klimaatneutraliteit (isolatie, benutting van zon, wind en
omgevingswarmte). Bijzonder is ook het indrukwekkende programma om de
CO2-uitstoot van de glastuinbouw te verminderen en het watergebruik te
verduurzamen.
Duurzaamheid centraal
In de Zuidplaspolder zijn veel tuinders gevestigd. Op het moment dat
zij hun kassen kunnen voorzien van CO2 uit het Rotterdamse
Rijnmondgebied zijn tuinders niet langer aangewezen op het stoken van
een aardgasketel voor het produceren van CO2 en warmte. Dit maakt de
weg vrij voor de overstap naar een meer duurzame energievoorziening.
Door de tuinders bovendien in een `energieweb' te koppelen aan
woonwijken, kunnen ze warmte en energie uitwisselen met bewoners. Het
is de ambitie om het aandeel duurzame energie te laten stijgen naar 40
procent, het tienvoudige van wat in de glastuinbouwsector gebruikelijk
is. De beoogde reductie in CO2-uitstoot bedraagt 45.000 ton per jaar,
daarmee ligt de uitstoot de helft lager dan normaal. In Waddinxveen en
Zuidplas gaan tuinders, gemeenten en het hoogheemraadschap een gesloten
watersysteem realiseren, waarbij bijvoorbeeld afvalwater wordt
gezuiverd en in de bodem wordt opgeslagen. Deze reductie in
watergebruik van 100 procent maakt zowel het oppompen van grondwater
als de aanleg van een riolering overbodig.