Oudere migrant hecht aan eigen gewoonten
30 augustus 2010 | Migranten die gebruikmaken van ouderenzorg hechten sterk aan het leven zoals ze dat gewend zijn. Ze hebben dezelfde basisbehoeften aan veiligheid en sociale contacten als andere ouderen en vinden een respectvolle bejegening belangrijk.
De vier hoofddomeinen van het landelijk ingevoerde Kwaliteitskader Verantwoorde zorg - lichamelijk welbevinden, leefomstandigheden, participatie en mentaal welbevinden - blijken voor elke oudere even belangrijk: autochtoon of migrant. De invulling is wel vaak specifiek en kan botsen met het zorgaanbod, door verschillen in taal, andere eetgewoontes of opvattingen over hygiëne, zo blijkt uit onderzoek van het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg). "Voor Antillianen en Surinamers is bijvoorbeeld hygiëne heel erg belangrijk. Zij voelen zich erg vies als ze niet dagelijks kunnen douchen", legt NIVEL-onderzoeker Tineke Meulenkamp uit. "Ze geven aan dat in Suriname en op de Antillen mensen twee tot drie keer per dag douchen."
Ouderen aan het woord
Met subsidie van ActiZ deed het NIVEL onderzoek naar wat oudere migranten belangrijk vinden voor de kwaliteit van leven. In het rapport zijn 83 ouderen uit vijf verschillende culturen (Antillianen, Chinezen, Marokkanen, Turken en Surinamers) of hun naasten aan het woord. Ze maken gebruik van verschillende vormen van ouderenzorg. Ze wonen in verpleeghuizen, verzorgingshuizen, woon-zorgcentra, woongroepen, ze krijgen dagverzorging of thuiszorg. Het rapport biedt tal van citaten en opmerkingen van ouderen waarmee zorgorganisaties hun dienstverlening zouden kunnen verbeteren. Er zijn bijvoorbeeld nogal eens taal- en communicatieproblemen en ouderen willen graag meer naar buiten. In de winter vinden oudere migranten het Nederlandse weer echter te koud. Maar, net als autochtone ouderen, geven ze aan ook weinig naar buiten te gaan door een gebrek aan begeleiding.
Een soort familie
Willen alle oudere migranten graag specifieke zorgvoorzieningen voor de eigen groep? Veel van hen willen inderdaad graag doelgroep-specifieke zorg, maar niet voor iedereen blijkt het samenwonen met ouderen met precies dezelfde achtergrond even belangrijk. Een Surinaams Hindoestaanse vrouw die met verschillende nationaliteiten samenwoont in een complex met seniorenwoningen, geeft aan dat al in Suriname gewend geweest te zijn. "Ik voel me prettig tussen al die mensen. Eén geluk heb ik, Hollandse mensen, Chinezen, Indische mensen, ze groeten mij en ik groet ze terug. Ik voel mij best prettig met ze. Het is een soort familie. Ik voel me echt thuis hoor. In Suriname heb ik in de stad gewoond tussen allerlei volken. Dus ik ben het van kinds af gewend."
Zoals het klokje thuis tikt
Net zoals Nederlandse ouderen genieten ook de oudere migranten van de dingen die ze gewend zijn. "Ik neem elke dag wat mee... echt iets lekkers, iets extra's zodat ze ook een beetje plezier heeft aan de dingen die ze vroeger lekker vond. Om dat te beleven, om die smaak weer in haar mond te krijgen", zegt de dochter van een Surinaams Creoolse vrouw uit een verpleeghuis. En zoals veel Nederlandse ouderen liever aardappelen eten dan rijst of pasta, zo hebben oudere migranten hun eigen eetgewoontes en kunnen ze kritisch zijn over wat er op tafel komt, bijvoorbeeld een Antilliaanse man in een woonzorgcentrum. "U heeft nog niet gegeten?" "Nee. Omdat, kijk hier." En de man laat zijn bord zien. "Deze combinatie gaat nooit. Bonen en aardappelen gaat niet. Bonen gaat met rijst. En ook niet met worst. O man!" "Eet u liever Antilliaans eten?" "Dat kan, maar de combinatie kan niet... Ik ben een kok van mezelf. Ik ken het eten, ik weet wat erin moet zitten. Dus als ik die eten voor me zet dan kan ik zeggen die eten is niet goed. Zo is het niet goed.
We worden allemaal ouder
Maar veel ouderen accepteren ook dat het hier in Nederland anders gaat dan ze in hun land van herkomst gewend zijn. "We worden allemaal ouder", zegt een Marokkaanse vrouw met dagverzorging. En op de vraag door wie zou u bij het ouder worden ondersteund wil worden, antwoordt ze. "... mijn kinderen, en als mijn kinderen het niet kunnen, dan maar de verzorgingstehuizen. Bovendien ben ik echt niet sceptisch over de zorg die ik van de verzorgenden kan krijgen. Ik denk dat zij hun werk wel goed doen.
Subsidiënt
-