Ministerie van Defensie
Rapport omgangsvormen Defensieopleidingen aangeboden
27 augustus 2010, 16.15 uur
Het onderzoek naar omgangsvormen op opleidingsinstituten van Defensie,
dat minister van Defensie Eimert van Middelkoop op verzoek van de
Tweede Kamer heeft laten doen, is afgerond. Het uitkomen van het
rapport valt samen met recente berichtgeving over incidenten op de
Nederlandse Defensie Academie. De minister heeft bij het aanbieden van
het rapport aan de Kamer ook een reactie gegeven op deze incidenten.
Het onderzoek van bureau Blauw Research is uitgevoerd op de
Wachtmeesteropleiding van het Landelijk Opleidingscentrum van de
Koninklijke Marechaussee, het Opleidingscentrum Initiële Opleidingen en
de Koninklijke Militaire School van de Koninklijke Landmacht, de
Koninklijke Militaire Academie en het Koninklijk Instituut voor de
Marine van de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) en de Eerste
Maritiem Militaire Vorming van de Koninklijke Marine.
Bevindingen
Het rapport stelt vast dat de omgangsvormen en de sfeer bij de
onderzochte opleidingsinstituten in algemene zin overwegend positief
zijn. Het onderzoek wijst echter ook uit dat de specifieke kenmerken en
de cultuur ongewenst gedrag in de hand kunnen werken, in het bijzonder
bij de initiële officiersopleidingen van de NLDA.
Minister Van Middelkoop vindt de bevindingen op dit punt aanleiding om
nadere, gerichte maatregelen te nemen. De omstandigheden die ongewenst
gedrag op de opleidingsinstituten van Defensie in de hand werken,
worden aangepakt, en de regels die Defensie aan gedrag stelt, zullen
daar beter worden gehandhaafd. De minister noemt de maatregelen een
investering in de leerlingen en de opleidingen, die zich in de toekomst
zal terugbetalen wanneer leerlingen zelf leidinggevenden zijn.
Alert
Minister Van Middelkoop benadrukt dat de incidenten op de NLDA die
recent in het nieuws zijn geweest de noodzaak onderstrepen om op alle
niveaus in de defensieorganisatie alert te blijven op ongewenst gedrag
en integriteitschendingen. Hij constateert dat leidinggevenden hebben
opgetreden bij die incidenten waarbij aan Defensie is gemeld om wie het
gaat. Dat gebeurde conform de interne klachtenprocedure over ongewenst
gedrag of, in geval van een aangifte, in samenwerking met de
Koninklijke Marechaussee.
Preventie
Tegelijkertijd constateert de minister dat het in deze gevallen heeft
ontbroken aan aandacht voor de gevolgen van ongewenst gedrag voor het
verdere functioneren van het slachtoffer in zijn werkomgeving en
loopbaan. Juist in de wetenschap dat ongewenst gedrag niet volledig is
uit te sluiten, zal de aandacht nadrukkelijker moeten worden gericht op
de preventie van ongewenst gedrag en op de wijze waarop de opleidingen
daarmee in voorkomend geval omgaan. Slachtoffers van ongewenst gedrag
moeten zich gesteund weten door de organisatie waarvan zij deel
uitmaken.
Verwijzingen
* Kamerbrief onderzoek omgangsvormen bij opleidingsinstituten van
Defensie
* Kamerstuk | 27 augustus 2010 | pdf, 7 pagina's, 56 KB
* Bijlage 1 bij Kamerbrief onderzoek omgangsvormen bij
opleidingsinstituten van Defensie
* Kamerstuk | 27 augustus 2010 | pdf, 154 pagina's, 964 KB
* Bijlage 2 bij Kamerbrief onderzoek omgangsvormen bij
opleidingsinstituten van Defensie
* Kamerstuk | 27 augustus 2010 | pdf, 3 pagina's, 22 KB