Rijksvoorlichtingsdienst
Kabinet streeft naar hogere arbeidsparticipatie van vrouwen
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jeugd en Gezin
Persbericht ministerraad
27 augustus 2010
KABINET STREEFT NAAR HOGERE ARBEIDSPARTICIPATIE VAN VROUWEN
Als vrouwen meer uren gaan werken, heeft dat een positieve invloed op de verwachte tekorten op de arbeidsmarkt als gevolg van de vergrijzing en de ontgroening. Bovendien is het van belang voor de versterking van de sociaal-economische positie van vrouwen en kinderen en biedt het vrouwen meer mogelijkheden om eigen talenten te benutten. Daarvoor moet de ingezette cultuurverandering, zodat vrouwen daadwerkelijk meer uren gaan werken, worden doorgezet. Dit schrijven minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin en staatssecretaris Van Bijsterveldt van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de kabinetsreactie op het eindrapport van de Taskforce DeeltijdPlus.
Door de mogelijkheid van werken in deeltijd staat Nederland met het aantal werkende vrouwen in de Europese top. Echter met het aantal gewerkte uren door vrouwen, gemiddeld 24 uur per week, staat Nederland binnen Europa op een grote achterstand. Dit was mede reden om in 2007 de Taskforce DeeltijdPlus in te stellen. Zij had tot doel te bezien hoe kan worden bereikt dat vrouwen meer uren gaan werken.
De Taskforce DeeltijdPlus geeft in haar in maart gepresenteerde eindrapport aan dat de tijd van wachten en naar elkaar kijken voorbij is. Om het mogelijk te maken voor vrouwen om meer uren te werken moeten sociale partners, de overheid en ook vrouwen en mannen zelf, in actie komen. De cultuur op de Nederlandse arbeidsmarkt verandert, traditionele arbeidspatronen verdwijnen en meer flexibiliteit voor werkgevers en werknemers is cruciaal. Het kabinet deelt deze analyse en roept, net als de Taskforce DeeltijdPlus, de sociale partners op veel aandacht te besteden aan de invoering van flexibel werken, bijvoorbeeld in cao-onderhandelingen.
Het kabinet wijst daarbij wel op het belang van keuzevrijheid voor gezinnen. Vergeleken met andere Europese landen willen Nederlandse ouders relatief veel tijd zelf aan hun kinderen besteden. Om dat mogelijk te maken, moeten organisaties flexibel werken stimuleren, zowel als het gaat om arbeidstijden als om het thuis kunnen werken. Dit is niet alleen gunstig voor vrouwen, maar ook in het voordeel van mannen, die steeds vaker betrokken willen zijn bij de opvoeding van kinderen. In cao's wordt overigens steeds meer aandacht besteed aan flexibel werken.
Ook de overheid wordt door de Taskforce DeeltijdPlus aangesproken op haar verantwoordelijkheden. Het kabinet heeft de afgelopen periode al een aantal belangrijke stappen gezet om het mogelijk te maken voor vrouwen meer uren te werken: door uitbreiding van het ouderschapsverlof naar 26 weken, de introductie van de inkomensafhankelijke combinatiekorting, het agenderen van de relatie tussen werktijden en schooltijden en door verbeteringen voor te stellen ten aanzien van verlof en arbeidstijden. Welke vervolgstappen in dit dossier moeten worden gezet, is aan het nieuwe kabinet.
RVD, 27.08.2010