Rijksoverheid
Energiepolitiek moet economisch houdbaar zijn
Nieuwsbericht | 25-08-2010
Energiebeleid is economisch en internationaal beleid. Als we voorop
willen blijven lopen in de internationale concurrentie, moet onze
energiepolitiek allereerst economisch houdbaar zijn. We moeten een goed
evenwicht vinden tussen het nastreven van klimaatdoelen en
concurrentiekracht. Dit betoogde minister Maria van de Hoeven van
Economische Zaken tijdens een energiesymposium bij Clingendael in Den
Haag op 25 augustus 2010.
Minister Van der Hoeven spreekt de zaal toe tijdens een
energiesymposium op Clingendael, Den Haag.
Minister Van der Hoeven tijdens een energiesymposium op Clingendael,
Den Haag.
Met betrekking tot duurzame energie benadrukte de minister dat het tijd
is voor verandering. Duurzame energie is te vaak vooral gezien als
instrument van klimaatbeleid. Dit miskent de economische realiteit van
de exploderende vraag naar energie. Daarbij moeten we ons realiseren
dat de horizon voor de overgang naar een duurzame energiehuishouding
niet bij tien jaar ligt maar bij veertig of vijftig jaar.
We moeten volgens de minister duidelijke en economisch houdbare keuzes
maken. Als we op de huidige weg zouden doorgaan, hebben we voor de
komende tien jaar een subsidiebudget van 50 miljard euro nodig. Dat is
in deze tijd financieel gewoon niet haalbaar.
Korte en lange termijn
We moeten er daarom volgens Van der Hoeven voor kiezen om voor de korte
termijn, voor het halen van de Europese duurzame energiedoelstelling in
2020, te focussen op de goedkoopste oplossingen en ons daarnaast voor
de langere termijn concentreren op een aantal gebieden waarop we (ook)
na 2020 kunnen uitblinken.
Voor de korte termijn betekent dat volgens haar kiezen voor wind en
biomassa. Het verder uitrollen daarvan kan relatief snel gebeuren met
acceptabele financiële inspanningen van de overheid.
In plaats van subsidies kunnen ook verplichtingen aan energiebedrijven
worden opgelegd waar het gaat om het realiseren van duurzame energie.
Voor de langere termijn moet nu innovatiebeleid worden gevoerd.
Kijkende naar onze sterktes en onze geografische positie, ligt het voor
de hand om hier de nadruk te leggen op de Noordzee als energiebron,
wind op zee en bio-energie.
Daarnaast moet ook ruimte worden gecreëerd voor kernenergie. De
minister sprak uit dat ze niet inzag hoe we onze afhankelijkheid van
fossiele energiebronnen en de uitstoot van CO2 zouden kunnen
verminderen als we niet ook ruimte maken voor kernenergie.