Persbericht van de Universiteit Utrecht
24 augustus 2010
Driekwart van Nederlandse jongeren doet stapsgewijs seksuele ervaring op
Tongzoenen, na verloop van tijd voelen en strelen onder de kleren, vervolgens naakt vrijen en tot slot geslachtsgemeenschap. Stapsgewijs steeds wat verder gaan op het gebied van seks: ongeveer drie kwart van de Nederlandse jongeren tussen de 12 en 25 jaar doet het op deze manier. Dat stelt Hanneke de Graaf in haar proefschrift over opvoeding en de seksuele gezondheid van adolescenten. De psychologe promoveert 31 augustus aan de Universiteit Utrecht.
In tegenstelling tot deze driekwart van de Nederlandse jongeren, blijkt een kwart eerst ervaring op te doen met verdergaande vormen van seks om pas daarna voor het eerst te zoenen of te strelen. Jongeren met een niet-westerse allochtone achtergrond en laag opgeleide jongeren wijken vaker af van het gangbare, stapsgewijs opdoen van seksuele ervaringen. De Graaf geeft een mogelijke verklaring: "Voor een stapsgewijze seksuele ontwikkeling zijn bepaalde vaardigheden nodig. Het bewust zijn van de eigen behoeften bijvoorbeeld. Of het kunnen communiceren over deze behoeften en het kunnen weigeren van vormen van seks waar je nog niet aan toe bent. Mogelijk beschikt de groep jongeren die niet stapsgewijs seksuele ervaringen opdoet in mindere mate over deze vaardigheden."
Rol voor ouders
De Utrechtse psychologe deed haar promotieonderzoek in het kader van haar werk als onderzoekster bij de Rutgers Nisso Groep, kenniscentrum seksualiteit. Ze toont met haar onderzoek aan dat ouders een bijdrage kunnen leveren aan een gezonde seksuele ontwikkeling van hun kind. Steun, en kennis over het doen en laten van het kind spelen daarbij een cruciale rol: "Ouders die hun kind steunen en weten wat hij of zij doet en met wie, kunnen meer vertrouwen hebben dat hun kind op seksueel gebied de juiste beslissingen neemt", zo schrijft De Graaf in haar dissertatie. Kinderen uit hechte gezinnen beginnen volgens het onderzoek van de promovenda op latere leeftijd met seks en zij omschrijven de seksuele contacten vaker als prettig en veilig. De Graaf: "Kinderen uit hechte gezinnen beginnen minder snel aan een vaste relatie en daarmee minder snel aan seks."
Verschil jongens en meisjes
De Graaf toont in haar onderzoek tevens aan dat verbanden tussen opvoeding en seksuele gezondheid sterker gelden voor meisjes dan voor jongens. Een hoge mate van gezinscohesie blijkt voor meisjes samen te hangen met het uitstellen van de eerste ervaringen op seksueel gebied. Meisjes die juist een slechte relatie met hun ouders hebben, proberen dit mogelijk te compenseren door op jonge leeftijd een vaste relatie aan te gaan, wat vervolgens vaak resulteert in vroege ervaringen met seks. Bij de seksuele ontwikkeling van jongens spelen de ouders een minder belangrijke rol. Nader onderzoek zal dit verschil tussen jongens en meisjes kunnen verklaren.
Meer informatie
Universiteit Utrecht