GGD Zuid-Holland Zuid


Gezondheidsprofiel basisonderwijs
Groep 7
Veranderingen tov 2007-2008 Resultaten van schooljaar 2007-2008 laten nauwelijks een verandering zien ten opzichte van schooljaar 2008-2009.

2008-2009 Hoeksche Waard

Deze factsheet bevat de belangrijkste resultaten uit het Gezondheidsprofiel basisonderwijs schooljaar 2008-2009.

Opvallende gemeente resultaten Het plezier dat kinderen op school hebben is in Korendijk relatief hoog. Pestgedrag komt relatief veel voor in Cromstrijen en Binnenmaas.

Conclusies Hoeksche Waard
Algemene conclusies Groente- en fruitgebruik is laag. 43% van de kinderen van groep 7 heeft wel eens alcohol gedronken. Alcohol wordt voornamelijk door ouders aangeboden. In een klas zonder toezicht wordt twee keer zoveel gepest. Aandacht voor concentratie- en psychosomatische problemen wenselijk.

Zowel tandenpoetsen als tandartsbezoek zijn in Strijen het laagst. Groente- en fruitgebruik Strijen laag. Scholen in Binnenmaas geven weinig sport op school, in Strijen juist veel. Zowel passief meeroken thuis als zelf roken is het hoogst in Korendijk. Inhoud factsheet Conclusies en aanbevelingen Conclusies, opvallende gemeenteresultaten, trends, vergelijking met Zuid-Hollandse eilanden. Aanbevelingen voor de Hoeksche Waard, websites. Inleiding, methode en achtergrondkenmerken Over waarom en hoe dit onderzoek is uitgevoerd. Leefstijlfactoren Voeding, lichamelijke activiteit, vrije tijd, mondgezondheid. Op school Sfeer, contact met leerkrachten, omgang met andere kinderen, concentratie, ongelukken. Zelfbeeld en gevoel Positieve en negatieve gevoelens, vaardigheden, zelfwaardering, lichamelijke klachten.

Hoeksche Waard in vergelijking met Zuid-Hollandse eilanden De Hoeksche Waard is goed vergelijkbaar met de Zuid-Hollandse eilanden als geheel, vergelijkingen zijn vermeldt in factsheet.

Pesten Gepest worden, zelf pesten, plaats van pesten. Genotmiddelengebruik Roken, alcoholgebruik en hun sociale aspecten. Gemeentecijfers De belangrijkste risicofactoren voor de vijf afzonderlijke gemeenten van de Hoeksche Waard.



Aanbevelingen en informatie
De resultaten uit het Gezondheidsprofiel basisonderwijs geven de gezondheid en leefstijl van kinderen in groep 7 van de Hoeksche Waard weer. De percentages hiervan laten geen verbetering zien ten opzichte van het voorgaande schooljaar. Met name de onderwerpen die in de conclusie gemeld staan verdienen aandacht. We zien bijvoorbeeld nog steeds dat het groente- en fruitgebruik erg laag blijft, dat er nog steeds even vaak alcohol door ouders wordt aangeboden en dat wederom een derde van de kinderen op school wordt gepest. Hier kunnen we iets aan doen door het inzetten van de juiste interventies. Gemeenten, scholen, ouders en zorginstanties hebben hierin een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Gezondheidsprogramma's GGD Zuid-Holland Zuid heeft een viertal uitvoeringsprogramma's, namelijk: · · · · Alcoholpreventieprogramma Verzuip jij je Toekomst?! Uitvoeringsprogramma depressiepreventie Uitvoeringsprogramma overgewicht Uitvoeringsprogramma Binnenmilieu

Nadere informatie
Contactpersonen scholen Aan iedere basisschool in de Hoeksche Waard is een jeugdverpleegkundige verbonden die de school en de kinderen kent en kan adviseren over de gezondheid van de kinderen en de mogelijkheden voor interventies. CJG Hoeksche Waard Het basisonderwijs kan, als het gaat om de gezondheid van kinderen in de Hoeksche Waard, een beroep doen op meerdere instanties. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) fungeert als informatieloket voor alle vragen over opvoeden en opgroeien voor kinderen, jongeren, ouders en professionals. Het CJG is een samenwerkingsverband van onder andere GGD Zuid-Holland Zuid JGZ, Careyn Jeugd en Gezin, Sociaal Maatschappelijk Werk (SMW), Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) en Bureau Jeugdzorg. Meer informatie via de hoofdlocatie in OudBeijerland, bereikbaar via telefoonnummer 0186 - 57 84 00. Leskisten GGD Zuid-Holland Zuid leent over diverse onderwerpen leskisten uit aan scholen. Deze worden kosteloos naar school gebracht en opgehaald. Onderwerpen zijn onder andere pesten en weerbaarheid, alcohol, voeding en beweging, tandzorg en relaties en seksualiteit. Docenten kunnen de materialen zelfstandig gebruiken voor themalessen en projectweken. Meer informatie over de leskisten via telefoonnummer 078 770 85 00. Websites De websites op blz 3 geven bruikbare informatie voor zowel gemeenten, ouders, scholen en kinderen.

Alle gemeenten van de Hoeksche Waard zijn inmiddels aangesloten bij Verzuip jij je Toekomst?! In de gezondheidsprogramma's wordt samenwerking gestimuleerd om een gezondheidsonderwerp via verschillende invalshoeken aan te pakken. Diverse (beleids)activiteiten die hieruit voortkomen sluiten goed aan op de doelgroep van kinderen in groep 7, zoals De Gezonde School en Genotmiddelen, Lekker Fit!, Smaaklessen, Vriendenprogramma, Trots op jezelf en de eendagsmethode gezond binnenmilieu. Wij adviseren gemeenten zoveel mogelijk bij de gezondheidsprogramma's aan te sluiten.


2



Relevante websites Voeding www.voedingscentrum.nl www.schoolgruiten.nl www.devoedingswijzer.nl www.groentenenfruit.nl Beweging www.dubbel30.nl www.nisb.nl www.heartjump.nl Beweegtest, beweegtips en informatie voor kinderen en jongeren. Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen. Jump is het jeugdfonds van de Nederlandse Hartstichting en ontwikkelt activiteiten die verleiden gezond te leven. Sociale gezondheid www.pestweb.nl www.sociaalemotioneel.nl Bruikbare informatie voor leerlingen, leerkrachten en ouders. Overzichtelijke site met lesmethoden en ondersteuning op het gebied van o.a.: vergroten zelfvertrouwen, weerbaarheid, pesten en concentratie. www.schoolenveiligheid.nl www.verantwoord overblijven.nl www.kindertelefoon.nl Achtergrondinformatie, instrumenten en scholingsaanbod over alle vormen van sociale veiligheid op school. Dé landelijke vraagbaak over overblijven voor ouders, overblijfkrachten- en coördinatoren, directeuren en schoolbesturen. Voor kinderen om op anonieme manier en in vertrouwen te praten over een probleem en advies en informatie te krijgen. Roken en alcohol www.stivoro.nl www.alcoholinfo.nl www.stap.nl www.alcoholenopvoeding.nl www.drankjewel.nl Overig www.veiligheid.nl www.frissescholen.nl www.mijnkindonline.nl www.ivorenkruis.nl Informatie over schoolveiligheid (Consument en Veiligheid). Informatie en test over (verbeteren van) het binnenmilieu op scholen en de invloed op gezondheid en schoolprestaties. Informatie voor leerkrachten en ouders over internet opvoeding met adviezen en veel praktische zaken. Voor een goede mondgezondheid. Het expertisecentrum in Nederland over (stoppen met) roken, wetgeving, werkstukinfo, nieuws en voorlichting. Informatie en tips met betrekking tot alcohol voor verschillende doelgroepen, waaronder ouders en jongeren. Nieuwsberichten, feiten en activiteiten van de Stichting Alcoholpreventie (STAP), ook voor jongeren. De gevaren van alcoholgebruik bij jongeren, ervaringen van en opvoedingsadviezen voor ouders. Voor kinderen van ouders met een alcoholprobleem. Algemene informatie over voeding. Informatie en spelletjes over groenten en fruit. Informatie over voeding en voedingsmiddelen. Site van het GroentenFruit Bureau.


3



Inleiding
Het Gezondheidsprofiel basisonderwijs is de rapportage van een onderzoek, waarbij de gezondheid van basisschoolkinderen van groep 7 in de regio Zuid-Hollandse eilanden met een vragenlijst in kaart gebracht wordt. Dit gaat om vragen zoals: Hoe staat het met de voedingsgewoonten van de kinderen? Wordt er op school gepest en waar dan? Hoe is het contact met leerkrachten en kinderen op school? En wordt er echt al door zoveel kinderen alcohol gedronken? Met de resultaten van het Gezondheidsprofiel kunnen gemeenten, scholen en gezondheidszorginstellingen gerichtere keuzes maken om aan de slag te gaan met de gezondheidsrisico's die aandacht behoeven. In schooljaar 2007-2008 is het onderzoek uitgevoerd door GGD Zuid-Hollandse eilanden. Dit geldt ook voor de afname van vragenlijsten in schooljaar 2008-2009. Na de gebiedsopsplitsing van de GGD ZuidHollandse eilanden op 1 juli 2009 is ervoor gekozen om over schooljaar 2008-2009 voor elk van de voormalige drie eilanden van de Zuid-Hollandse eilanden afzonderlijk een factsheet uit te geven, uitgevoerd door de GGD Zuid-Holland Zuid in samenwerking met de GGD Rotterdam-Rijnmond.

Dit gebeurde direct na de uitleg van de jeugdverpleegkundige aan de kinderen over het preventief gezondheidsonderzoek (PGO) dat de GGD op scholen uitvoert. Aansluitend op het PGO wordt na een korte uitleg de vragenlijst door ieder kind individueel ingevuld. Totaal duurt de uitleg over het PGO en het invullen van de vragenlijst ongeveer een uur. Ouders worden door de GGD schriftelijk op de hoogte gesteld van het onderzoek. De gegevens worden anoniem verzameld, de kinderen vullen geen naam in. Respons In totaal vulden 2.795 kinderen, afkomstig van 138 basisscholen van de Zuid-Hollandse eilanden de vragenlijst in. Na opschoning van de ingescande vragenlijsten is van 8 vragenlijsten de postcode (vier cijfers) niet bekend danwel niet herleidbaar. Deze vragenlijsten zijn wel meegenomen in de regiogegevens, maar niet in de eiland- en gemeentegegevens. Onderstaande tabel geeft aan hoeveel kinderen uit VoornePutten Rozenburg (VPR), de Hoeksche Waard (HW) en Goeree Overflakkee (GO) de vragenlijst invulden in schooljaar 20072008 en in schooljaar 2008-2009.

Schooljaar

VPR HW

GO

Postcode Totaal onbekend

2007-2008


1.407 722 421 1.318 948 521

66 8


2.616 2.795

Methode
Vragenlijst De vragenlijst is grotendeels samengesteld uit landelijk gestandaardiseerde vragen. De onderwerpen die aan bod komen, zijn voeding, beweging, vrijetijdsbesteding, mondgezondheid, sfeer op school, concentratie, pesten, eigenwaarde, zelfvertrouwen, roken en alcoholgebruik.

2008-2009

De verdeling van de respondenten is exact verdeeld: er deden evenveel jongens als meisjes mee. Het grootste deel is tien jaar (53%) of elf jaar (43%). Een klein deel (4%) is negen of twaalf jaar. Dit gaat om een aantal vroege en late leerlingen of kinderen die een keer zijn blijven zitten.

Leeftijd

9 38 1

10 1.479 53

11 1.200 43

12 78 3

Afname bij de kinderen In schooljaar 2008-2009 hebben alle kinderen van groep 7 op basisscholen in de regio Zuid-Hollandse eilanden een vragenlijst ingevuld.
4

Aantal kinderen Percentage



Rapportage De gegevens van vóórgaand schooljaar 2007-2008 zijn verwerkt in zowel een regionaal rapport als in een samenvattende factsheet. Voor schooljaar 2008-2009 is gekozen voor drie uitgebreide factsheets: de Hoeksche Waard (GGD ZHZ), VoornePutten Rozenburg en Voorne-Putten Rozenburg (beiden GGD RR). De gegevens worden vergeleken met de Zuid-Hollandse eilanden als geheel en het voorgaande schooljaar 2007-2008. Ook is een overzichtstabel toegevoegd met daarin de belangrijkste gezondheidsonderwerpen per gemeente. In enkele gevallen (bij grote uitsplitsingen) worden gegevens voor de gehele Zuid-Hollandse eilanden vermeld. Opvallende gemeenten worden genoemd en indien het gaat om het hoogste of laagste percentage van de ZHE wordt dit expliciet genoemd. Landelijke gegevens van deze specifieke leeftijdsgroep die met eenzelfde vraagstelling verkregen zijn, zijn (nog) zeer weinig tot niet beschikbaar. Om de anonimiteit van kinderen te waarborgen vanwege de kleine klassen aantallen, ontvangen scholen geen verslag voor hun eigen school, maar de factsheet met de gegevens van het betreffende eiland. In deze factsheet staan de gegevens van de Hoeksche Waard vermeld.

De overige kinderen wonen in een andere gezinssamenstelling. Veelal gaat dit om éénoudergezinnen of een gezin met één ouder en zijn/haar nieuwe partner. Cromstrijen kent het hoogste percentage kinderen dat niet woont in een gezin met vader en moeder (26%).

Woonsituatie (%) Vader en moeder Vader/moeder en partner Co-ouders Eénoudergezin Pleeg/adoptief ouders Woont in internaat of tehuis Anders

HW 78 7 3 7
ZHE 76 6 4 9
Voeding
Ontbijt verbetert aandacht op school Goed ontbijten is voor iedereen van belang, maar zeker voor kinderen. Verschillende onderzoeken in binnen- en buitenland leggen een verband tussen het overslaan van het ontbijt en slechte concentratie en prestatie op school. Eén op de tien kinderen (9%) ontbijt niet elke dag. Dit is vergelijkbaar met schooljaar 2007-2008 (9%) en ZHE (11%). 2% ontbijt bijna nooit. 3% van de kinderen zegt vanochtend niet te hebben ontbeten. Het verband tussen niet ontbijten en een verminderde aandacht op school komt in

Achtergrondkenmerken
Etniciteit 98,5% van de kinderen van groep 7 in de Hoeksche Waard is in Nederland geboren, 1,5% in het buitenland.

onderstaande figuur (ZHE gegevens) duidelijk naar voren, wat het belang van ontbijten benadrukt.

Mate van aandacht op school nooit/soms vaak heel vaak Ontbijt elke dag

Kinderen (%) In Nederland geboren

HW 98,5

ZHE 97,3

Ontbijt 5-6 dagen per w eek Ontbijt 0-4 dagen per w eek


1 op 5 woont zonder beide ouders Het percentage kinderen dat woont in een gezinssituatie met een vader en moeder is iets gedaald van 81% in schooljaar 20072008 naar 78% in schooljaar 2008-2009.
5

0%

20%

40%

60%

80%

100%



Groenten- en fruitconsumptie erg laag Groenten en fruit leveren vitamines, mineralen, vezels en bio-actieve stoffen, die nodig zijn om gezond en fit te blijven en weerstand te bieden aan bijvoorbeeld verkoudheid en griep. Aanbevolen wordt dagelijks twee stuks fruit en twee ons groenten te eten. Slechts een derde van de kinderen eet elke dag fruit en 30% van de kinderen eet elke dag groenten. Onderstaande tabel geeft de groenten-, fruit- en vruchtensapconsumptie van kinderen weer. Deze percentages zijn bijna exact vergelijkbaar met ZHE. Binnen de Hoeksche Waard wordt in Strijen relatief het minst groente en fruit gegeten. Hoeveel dagen per week... ..eet je fruit? ..eet je groente? ..drink je vruchtensap? (Bijna) nooit 10 1 15 1-6 dagen 58 69 48 Elke dag 32 30 37

aan snacks, hartige tussendoortjes, snoep en/of koek te eten. Kinderen die meer kcal eten hebben een hoger risico om overgewicht te ontwikkelen. Eén op de tien kinderen (8%) eet minstens drie dagen per week snacks als maaltijd of als tussendoortje. Dit zijn snacks zoals frites, pizza's, saucijzenbroodjes of kroketten. 62% eet één of twee dagen per week een snack en 30% (bijna) nooit. Onder hartige tussendoortjes vallen producten als chips, noten, pinda's, worst en blokjes kaas. Eén op de vijf kinderen eet minstens twee keer per dag een hartig tussendoortje. In Oud-Beijerland worden relatief het vaakst snacks en tussendoortjes gegeten. Koek en snoep 37% van de kinderen snoept elke dag (ZHE 33%). Dit gaat om koek, snoep en chocolade, zoals Liga, Evergreen en Mars. 9% van alle kinderen eet dagelijks méér dan twee keer snoep of koek.

Vooral jongens drinken teveel frisdrank Frisdrank is de afgelopen tientallen jaren enorm populair geworden. Frisdranken met suiker zorgen al snel voor te veel calorieën en een toename in gewicht. Daarnaast doet frisdrank een aanslag op het gebit. Niet alleen vanwege de suikers die erin zitten, maar ook vanwege de zuren die ze bevatten. Deze lossen het tandglazuur op (tanderosie). Eén op de tien kinderen drinkt op minstens vijf dagen per week drie of meer glazen frisdrank, vergelijkbaar met ZHE (9%). Het gaat hier om frisdrank met suiker. Jongens komen vaker aan deze hoeveelheden dan meisjes (respectievelijk 14% en 6%). Snacks en hartige tussendoortjes Kinderen met overgewicht hebben ook op volwassen leeftijd meer kans om overgewicht te ontwikkelen. Het voorkómen van overgewicht bij kinderen is daarom van groot belang. Negen- tot dertienjarigen wordt aangeraden dagelijks niet meer dan 200 kcal (meisjes) of 300 kcal (jongens)
6

Lichamelijke activiteit
Voor jongeren onder de 18 jaar geldt als Nederlandse Norm Gezond Bewegen dagelijks een uur matig intensieve lichamelijke activiteit, waarbij de activiteiten minimaal twee maal per week gericht zijn op het verbeteren of handhaven van lichamelijke fitheid (kracht, lenigheid en coördinatie). Lopen en fietsen naar school Driekwart van de kinderen (77%) gaat vijf dagen per week lopend of fietsend naar school (ZHE 81%). 5% van de kinderen gaat nooit fietsend of lopend naar school. Ruim de helft van de kinderen (54%) loopt of fietst in minder dan tien minuten van en naar school. 13% van de kinderen is langer dan 20 minuten onderweg per dag. Deze percentages zijn vergelijkbaar met ZHE.



Sport op school Sporten heeft een positief effect op de ontwikkeling van hersenfuncties van kinderen. Ook is sport goed voor de gezondheid, weerstand, sociale contacten, fitheid en integratie. Drie kwart (78%) van de kinderen heeft minstens twee keer per week sport op school, zoals schoolgym of schoolzwemmen. In Binnenmaas zijn relatief veel scholen waar slechts één keer per week schoolsport wordt gegeven. In Strijen wordt opvallend veel aan sport op school gedaan. Sport en buiten spelen na schooltijd Veel kinderen spelen na schooltijd buiten en doen aan sport. Dit zijn sporten zoals zwemmen, voetbal of ballet. Eén op de tien kinderen (9%) doet na schooltijd nooit aan sport. Het percentage in de Hoeksche Waard is vergelijkbaar met ZHE. Kinderen uit Strijen sporten na school het minst. Dit kan verband houden met het feit dat de Strijense scholen al veel aandacht aan sport besteden. Aantal keren per week (%) Nooit 1-3 keer 4 keer of vaker Buiten spelen na school Sporten (buiten school), zoals zwemmen, voetbal, ballet, skaten, fietscross of paardrijden. 5 9 43 70 52 21

Vrije tijd
Vrijetijdsbesteding Na schooltijd besteden kinderen hun tijd aan verschillende activiteiten. Dit kan gaan om huiswerk maken, televisie kijken, muziek maken en surfen op het internet. Onderstaande tabel geeft weer hoeveel dagen per week kinderen tijd besteden aan deze activiteiten. Er komen geen verschillen met ZHE naar voren. Wel is opvallend dat kinderen in Korendijk minder vaak achter een beeldscherm zitten (surfen op internet, e-mailen en TV kijken) en juist meer lezen, muziek en huiswerk maken. Kinderen uit Cromstrijen lezen relatief minder vaak dan kinderen uit de omliggende gemeenten. Dagen per week (%) TV of DVD kijken Computerspelletjes (Mobiel)bellen/SMS Surfen op internet E-mailen of chatten Huiswerk maken Muziek maken Tekenen/knutselen Lezen (Andere) hobby 7 8 60 15 31 3 61 21 18 36 Nooit 1-6 dagen 64 74 33 70 53 81 31 71 56 52 Elke dag 29 18 7 15 16 16 8 8 26 12

Voor de Zuid-Hollandse eilanden zijn er ten opzichte van voorgaand schooljaar géén duidelijke verschuivingen in vrije tijdsbesteding. Ook de antwoordcategorieën 1-2 dagen, 3-4 dagen en 5-6 dagen laten geen verschuivingen zien.

Zwemdiploma 98% van de kinderen heeft een zwemdiploma. 1% is niet in het bezit van een zwemdiploma, maar zit wel op zwemles en/of heeft schoolzwemmen. 1% heeft geen diploma én geen les. In ZHE is dat 3%.

Internet kent naast positieve kanten ook negatieve kanten, zoals pesten via internet en misbruik via webcams. Een klasgenoot uitschelden, tijdens het chatten vrienden tegen elkaar opzetten, of elkaars computers infecteren met een virus zijn vandaag de dag onder kinderen heel gewone praktijken. En net als `gewoon' pesten heeft digitaal pesten in veel situaties ernstige gevolgen. Ouders en leerkrachten hebben dit vaak niet in de gaten en/of weten (nog) niet goed hoe ze grenzen moeten stellen.
7



Mondgezondheid
Om problemen met het gebit op latere leeftijd te voorkomen, is het belangrijk zo vroeg mogelijk te beginnen met het aanleren van gezond poetsgedrag. Twee factoren die van invloed zijn op de gezondheid van het gebit zijn tandenpoetsen en tandartsbezoek. Tanden poetsen Geadviseerd wordt om minstens twee maal per dag tanden te poetsen. 81% van de kinderen doet dit, vergelijkbaar met ZHE (80%) en schooljaar 20082008 (79%). Eén op de vijf kinderen poetst minder dan twee keer per dag. In Strijen wordt het minst gepoetst: één op de vier kinderen voldoet niet aan het advies. Controle door tandarts of mondhygiëniste Belangrijk is dat kinderen elk half jaar naar de tandarts gaan. De tandarts kijkt naar de stand van tanden en kiezen, behandelt gaatjes en andere gebitsproblemen en geeft adviezen om het gebit van het kind gezond te houden. 81% van de kinderen gaat elk half jaar of vaker naar de tandarts of mondhygiëniste. Dit is vergelijkbaar met ZHE (80%) en schooljaar 2007-2008 (83%). In Strijen voldoen, net als bij het tandenpoetsen, minder kinderen hieraan (72%). Waarschijnlijk houdt dit verband met elkaar.


8



Op school
Op school leveren verschillende factoren een bijdrage aan een prettige sfeer en goede leeromgeving. De docent speelt hier een belangrijke rol in. Ook de manier van omgang met andere kinderen op school is van belang. Concentratie is belangrijk om lesstof goed op te nemen. Er kunnen verschillende oorzaken zijn waardoor kinderen zich minder goed kunnen concentreren. Tot slot is de veiligheid op school van belang bij het voorkómen van ongelukken. Algemene sfeer op school Een goede sfeer op school en in de klas bevorderen het plezier waarmee kinderen naar school gaan. De leerkracht speelt hierin een belangrijke rol en dient zowel een goede relatie met de kinderen afzonderlijk als met de hele klas te hebben. Belangrijke aspecten hierin zijn bijvoorbeeld enthousiast lesgeven, complimenten geven, weten te motiveren, consequent zijn, veiligheid bieden, signalen opvangen en interpreteren. Over het algemeen hebben kinderen het prima naar hun zin op school (zie de eerste tabel op bladzijde 10). Driekwart van de kinderen had het de afgelopen week (heel) vaak naar de zin op school. Het merendeel van de kinderen (80%) kan (heel) vaak goed overweg met de leerkracht. Toch geeft ook 8% van de kinderen aan nooit met een juf of meester te kunnen praten als hij/zij ergens mee zit. De percentages zijn vergelijkbaar met ZHE. Kinderen in Korendijk geven op bijna al de afzonderlijke vragen over plezier op school en contact met de leerkrachten het meest gunstige oordeel. Opletten en concentratie Een veel gehoorde klacht van leerkrachten is dat kinderen steeds meer moeite hebben om zich te concentreren. Er is sprake van concentratiemoeilijkheden indien een kind zijn aandacht niet goed, niet lang of niet intensief genoeg op een bepaalde prikkel
9

kan richten. Dit kan worden veroorzaakt door concentratiebelemmeringen en/of door concentratiestoornissen. Bij belemmeringen spelen leerkracht, leerstof en/of omgeving een rol. Bij concentratiestoornissen spelen de concentratievaardigheden van het kind zelf een rol. Zeven van de tien kinderen geven aan (heel) vaak goed te kunnen opletten als de juf of meester iets vertelt. 17% geeft aan (heel) vaak moeite te hebben met doorwerken totdat het werk af is. De mate van concentratie is vergelijkbaar met ZHE. Kinderen in Korendijk kunnen zich het best concentreren, in Strijen het minst. Concentratie (vaak of heel vaak) Vind je het moeilijk stil te zitten? Kun je op school goed de aandacht bij het werk houden? Is het voor jou moeilijk om net zo lang te werken totdat het werk af is? Kun je goed opletten als de juf of meester iets vertelt? 71 70 17 18 HW 16 58 ZHE 16 56

Ongeluk op school Scholen zijn verplicht een Schoolveiligheidsplan te hebben en het veiligheidsbeleid in de schoolgids te vermelden. Scholen dienen hiervoor de risico's in kaart te brengen en een plan van aanpak op te stellen om de veiligheid te vergroten. Stichting Consument en Veiligheid ondersteunt scholen hierbij. Ondanks al deze preventieve maatregelen komt het voor dat kinderen zich op school verwonden. 12% van de kinderen heeft in de afgelopen maanden wel eens een ongeluk(je) op school gehad, waardoor hij/zij naar huis of naar de dokter moest. Dit gaat om gebeurtenissen zoals vallen, stoten, snijden of een botsing. In ZHE had 13% van de kinderen een ongelukje.



Op school (%)

Nooit

Vaak of heel vaak

Plezier op school: Had je het de afgelopen week naar je zin op school? Ging je de afgelopen week graag naar school? Heb jij je de afgelopen week op school verveeld? Vond je de afgelopen week de lessen op school leuk? 5 11 39 6 73 57 14 51

Contact met juf en meester: Kun je in het algemeen goed opschieten met juffen/meesters op school? Kun je met een juf of meester op school praten als je ergens mee zit? Heb je het gevoel dat jouw juf of meester je begrijpt? 1 8 4 80 63 65

Vrienden en vriendinnen op school: Heb je het gevoel dat andere kinderen op school je aardig vinden? Vind jij de andere kinderen uit jouw klas aardig? Heb je goede vrienden/vriendinnen op school? Helpen jij en je vrienden elkaar? 2
Ruzie op school: Was je de afgelopen week op school snel boos? Heb je de afgelopen week gevochten met andere kinderen op school? Heb je de afgelopen week ruzie gehad met andere kinderen op school?

54
87 64

6 2 5

Zelfbeeld en gevoel (%)

Nooit

Vaak of heel vaak

Zelfwaardering Ben je tevreden met jezelf? Ben je trots op jezelf? Ben je tevreden met hoe je eruit ziet? 2 4 5 75 62 68

Vertrouwen in eigen kunnen Als je iets gaat doen, ben je dan bang dat het je niet lukt? Maak jij je zorgen of dingen die je moet doen, wel gaan lukken? Ben je bang voor andere kinderen? Ben je bang om iets verkeerd te doen? 28 30 68 30 15 17 6 13

Vaardigheden Kun je in het algemeen goed voor jezelf opkomen? Als je iets niet wilt, durf je dat dan te zeggen? Durf je aan andere kinderen te vragen om je te helpen als dat nodig is? Kun je goed voor jezelf zorgen? 3 6 3 1 70 60 78 87


10



Zelfbeeld en gevoel
Zelfbeeld Voor een goed functioneren is het belangrijk dat kinderen zichzelf waarderen en over sociale vaardigheden beschikken, zoals goed voor zichzelf op kunnen komen en om hulp te durven vragen indien nodig. De onderste tabel op de voorgaande bladzijde geeft weer hoe kinderen zichzelf en hun eigen vaardigheden waarderen. Eén op de zes kinderen is (heel) vaak bang en maakt zich zorgen of de dingen die ze doen zullen lukken. 6% van de kinderen geeft aan nooit `nee' te durven zeggen tegen iets dat ze niet willen. Deze kinderen hebben een gebrekkig zelfvertrouwen. Jongens scoren op vrijwel alle items positiever dan meisjes. Gevoelens in de afgelopen week Het merendeel van de kinderen heeft de afgelopen week (heel) vaak lol gehad en is vrolijk geweest. Eén op de zes kinderen is de afgelopen week somber geweest, bij 5% geldt dit (heel) vaak. 8% heeft zich de afgelopen week (heel) vaak zorgen gemaakt. Positieve gevoelens in de afgelopen week Ben je vrolijk geweest? Heb je lol gehad? Heb je leuke dingen gedaan? Negatieve gevoelens in de afgelopen week Ben je somber geweest? Heb je je zorgen gemaakt? Had je het gevoel dat je alles verkeerd doet? Heb je je rot gevoeld? Heb je het gevoel gehad dat alles misgaat? 65 72 5 4 41 55 69 Nooit Vaak of heel vaak 5 8 6 1 2 3 Nooit Vaak of heel vaak 82 87 77

tig voor. Het gaat hier om slecht slapen, zich moe voelen en klachten als hoofdpijn en buikpijn. Deze klachten kunnen wijzen op meer achterliggende geestelijke problemen. Een kind kan zich bijvoorbeeld druk maken om iets op school of er zijn problemen thuis. Het is van belang aandacht te besteden aan deze signalen indien zij vaker voorkomen. Met name moeheid wordt vrij vaak door kinderen gerapporteerd. Bijna één op de vijf kinderen is de afgelopen week vaak tot heel vaak moe geweest. Kinderen die zich in de afgelopen week wel eens zorgen maakten, rapporteerden ook vaker buikpijn, moeheid, hoofdpijn en een slechte nachtrust. Voor geen van de klachten is een verschil aanwezig in vergelijking met ZHE. Wel is er een toename van 13% naar 18% zichtbaar van kinderen die zich de afgelopen week (heel) vaak moe voelde. Heb je de afgelopen week... (%) ...slecht geslapen? ...je moe gevoeld? ...hoofdpijn gehad? ...buikpijn gehad? 53 37 60 63 35 45 29 27 Nooit Soms Vaak of heel vaak 12 18 11 11

Pesten
Pesten in het onderwijs vormt een wezenlijk probleem. Dagelijks hebben veel kinderen last van pesterijen. Zij worden door één of meerdere kinderen psychisch of lichamelijk gepest. Pesten vindt voornamelijk plaats op en rond school, waardoor kinderen met tegenzin naar school gaan. Pesten is niet uitsluitend een individueel probleem, maar vooral een groepsprobleem met verschillende partijen. Pesten kan leiden tot een vervelende sfeer in de klas en kan, als er niets aan gedaan wordt, escaleren in grote individuele, maar ook klassikale problemen. Het structureel voorkómen van en aanpakken van bestaande pestproblemen is dan ook belangrijk.

Lichamelijke klachten Lichamelijke klachten waarbij psychosomatiek een rol kan spelen komen vrij regelma11



Eén op de drie wordt gepest Een derde (33%) van de kinderen wordt wel eens gepest. Dit is vergelijkbaar met ZHE (34%) en schooljaar 2007-2008 (32%). Bijna één op de tien kinderen (9%) heeft één of meerdere keren per week last van pesterijen. In de gemeenten Binnenmaas en Cromstrijen worden relatief veel kinderen gepest. In schooljaar 2007-2008 was Binnenmaas de gemeente waar het meest gepest werd. Het aantal keren gepest worden, zegt overigens niets over de ernst ervan. Een leerling die bijvoorbeeld enkele keren is gepest, kan daar erg veel last van hebben en andersom geldt dat een leerling die veel wordt gepest daar relatief weinig last van kan hebben. Pesten gebeurt op verschillende manieren. Uitschelden, uitlachen en belachelijk maken komen het meest voor. Ook leugens of vervelende dingen vertellen is een veelvoorkomende manier van pestgedrag. Is het de afgelopen drie maanden gebeurd dat.. ..je op school bent uitgescholden, uitgelachen of belachelijk gemaakt? ..je van andere kinderen op school niet mee mocht doen als je dat wilde? ..je op school werd geschopt, geslagen, geduwd of op een andere manier expres pijn werd gedaan? ..andere kinderen op school leugens of vervelende dingen over jou vertelden? ..er op school iets van jou werd afgepakt, verstopt of expres kapot gemaakt? ..je op school bedreigd werd of gedwongen werd om dingen te doen die je niet wilde? ..je op school op een andere manier bent gepest? 10 2 6 14 11 11 15 (%)

klas waar wél toezicht is, wordt er in de klas tijdens afwezigheid van de juffrouw of meester twee keer zoveel gepest. Een groot deel van de pesterijen speelt zich dus af buiten het toezicht van de leraar/lerares. In de overblijfruimte tussen de middag wordt juist opvallend weinig gepest. Is de laatste drie maanden wel eens gepest... ...in de klas waar de juffrouw of meester bij was. ...in de klas waar de juffrouw of meester niet bij was. ...in de gangen van de school. ...in de overblijfruimte van de school (waar je tussen de middag je boterhammen eet). ...op het schoolplein. ...op weg van huis naar school of van school naar huis. ...ergens anders in of rond de school. 9 21 6 13 9 4 6 (%)

Jongens pesten vaker 22% van de kinderen heeft in de afgelopen drie maanden zelf wel eens op school gepest. In schooljaar 2007-2008 was dit hoger (25%). Ondanks dat jongens en meisjes evenveel gepest worden, blijkt dat jongens vaker de pestkop zijn (29%) dan meisjes (16%). 12% van alle kinderen is zowel slachtoffer als pestkop.

Ouders
De meeste kinderen hebben het thuis goed naar hun zin: 91% van de kinderen voelde zich de afgelopen week thuis redelijk vaak tot altijd gelukkig. Toch voelde gemiddeld één op de tien kinderen zich de afgelopen week vaak niet gelukkig thuis, eveneens één op de tien kinderen kreeg onvoldoende

Toezicht halveert pesten De plek waar overduidelijk het meest wordt gepest is het schoolplein: één op de vijf kinderen is daar de afgelopen drie maanden wel eens gepest. In vergelijking met een

aandacht van de ouders en 8% kon niet met hun ouders praten als zij dit zelf graag wilden. Dit kan een negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van het kind en de leerprestaties.

12



Denk aan de afgelopen week (%) Heb je je thuis gelukkig gevoeld? Hebben je ouders voldoende tijd voor je gehad? Hebben je ouders je eerlijk behandeld? Heb je met je ouders kunnen praten als je dat wilde?

Nooit tot soms 9

Redelijk Altijd vaak

Heeft één van de volgende personen jou welk eens een sigaret aangeboden? Je broer(s) of zus(sen)

%

2 4 3 2

34

62

Je vrienden of vriendinnen Je vader of moeder


11

34

55

Andere jongens of meisjes bij jou op school

Onderschatting rookmentaliteit
6 19 75

Het merendeel van de kinderen denkt later nooit te roken (97%). Slechts één op de 20 kinderen van groep 7 denkt later te roken. Ten opzichte van zowel ZHE als schooljaar 2007-2008 is geen verschil aanwezig in het eigen toekomstidee over roken. Welke uitspraak past het best bij jouw %

8

19

73

Roken
Roken is verslavend en slecht voor de gezondheid. In tabaksrook zitten bijvoorbeeld kankerverwekkende stoffen, stoffen die rokershoest veroorzaken en de conditie laten afnemen. Kinderen die vroeg beginnen met roken, hebben bovendien ook een grotere kans cannabis te gaan gebruiken.

ideeën over roken later? Ik denk dat ik nooit ga roken Ik denk dat ik niet ga roken, maar ik heb er niet goed over nagedacht Ik denk dat ik ga roken Ik rook wel eens en denk niet dat ik daarmee zal stoppen Ik rook wel eens, maar ik wil daar wel mee stoppen 85 12 3

Echter, de werkelijkheid is dat uiteindelijk 10% jongens heeft wel eens gerookt 6% van de kinderen heeft wel eens gerookt, vergelijkbaar met ZHE (6%) en schooljaar 2007-2008 (6%). Hierbij gaat het om tenminste één sigaret, sigaar of pijp. Jongens hebben vaker gerookt (10%) dan meisjes (3%). Minder dan 1% van de kinderen geeft aan momenteel te roken. Kinderen in Korendijk hebben het vaakst gerookt (9%), met name jongens (17%). Ook in schooljaar 2007-2008 had Korendijk binnen de Hoeksche Waard het hoogste percentage kinderen dat weleens had gerookt (11%). Aanbod sigaretten laag Kinderen in groep 7 krijgen wel eens een sigaret aangeboden door anderen, al komt dit in het basisonderwijs zeer weinig voor. Rookgedrag ouders beïnvloedend Bij een vijfde (21%) van alle kinderen werd in de afgelopen zeven dagen thuis gerookt waar hij/zij bij was. De kans dat kinderen roken is groter als hun ouders roken. Als de vader niet rookt, heeft 4% van de kinderen wel eens gerookt, als de vader wel rookt is dat 11%. Ook de moeder heeft een negatieve invloed op haar kind door zelf te roken. Daarnaast bestaat er een sterke relatie tussen rookgedrag van de ouders en de toekomstideeën die hun kinderen hebben 13

één op de vier kinderen in het vierde leerjaar van het voortgezet onderwijs in de Hoeksche Waard rookt. Er gaan dus méér basisschoolkinderen roken dan dat zij nu op deze leeftijd zelf kunnen inschatten. Zowel het toegenomen aanbod, meer sociale invloed als het niet in voldoende mate weerbaar zijn, spelen hierbij een rol.



over roken. Van de kinderen die denken te gaan roken, heeft 46% een moeder die rookt. Van de kinderen die denken nooit te gaan roken heeft slechts 22% een moeder die rookt. Bewustwording van de invloed van het eigen voorbeeldgedrag is daarom van groot belang bij rookpreventie. In Korendijk wordt het vaakst in het bijzijn van het kind gerookt (25%) en hebben de meeste kinderen wel eens gerookt (9%). Sociale invloed Kinderen van groep 7 nemen niet snel een sigaret aan: 93% van hen denkt geen sigaret aan te nemen als hij/zij dat zelf niet wil. 7% laat zich wel beïnvloeden en zal de sigaret toch aannemen en/of (deels) oproken. Met name deze groep kinderen is gevoelig voor sociale druk. Op het voortgezet onderwijs, waar de sociale druk groter wordt, zullen vooral deze kinderen weerbaarheid missen. Stel dat andere kinderen jou een sigaret geven en je wilt dat niet, wat zou je dan doen? (%) Zeggen dat ik de sigaret niet wil (en de sigaret niet nemen) De sigaret nemen, maar geen trekje nemen De sigaret nemen en wel een trekje nemen De sigaret nemen en helemaal oproken
Het is daarom van belang de eerste glazen alcohol zo lang mogelijk uit te stellen, in ieder geval tot 16 jaar. Bijna helft groep 7 alcohol gedronken Ondanks dat alcoholgebruik vóór de leeftijd van 16 jaar wordt afgeraden, heeft bijna de helft van de kinderen (43%) wel eens alcohol gedronken. Van alle kinderen heeft 38% een paar keer een slokje gedronken en 5% drinkt af en toe, maar niet elke week. Slechts een enkele leerling drinkt elke week. Dit is vergelijkbaar met de ZHE. Jongens beginnen eerder met alcohol en drinken ook vaker en méér dan meisjes. Van de meisjes heeft 33% wel eens alcohol gedronken en van de jongens 54%. Eén op de tien jongens drinkt af en toe, maar niet elke week. Van alle kinderen die wel eens alcohol hebben gedronken, zegt 28% in de afgelopen maand te hebben gedronken. Ten opzichte van schooljaar 2007-2008 is in schooljaar 2008-2009 een lichte afname in alcoholgebruik te zien. Onderstaande grafiek laat het alcoholgebruik van jongens en meisjes (2008-2009) zien en van de schooljaren 2007-2008 en 2008-2009.

meisjes

jongens nooit een paar keer een slokje af en toe maar niet elke week elke week 2008-2009

Alcohol
2007-2008

Veel kinderen komen tegenwoordig al jong in aanraking met alcohol. De gevolgen van drinken op jonge leeftijd worden steeds duidelijker. Alcoholgebruik verstoort het proces van het ontstaan van noodzakelijke verbindingen tussen zenuwcellen in verschillende delen van de hersenen. Dit leidt tot verminderde concentratie en schoolprestaties, een lager onderwijsniveau en een gebrekkige schoolmotivatie. 0% 20% 40% 60% 80% 100%

Drankaanbod met name door ouders Het overgrote deel van de kinderen krijgt nooit een drankje met alcohol aangeboden. Indien dat wel gebeurt, zijn het vooral ouders die de alcohol aanbieden. Aanbod van alcohol door vrienden/vriendinnen of schoolgenoten komt veel minder voor. Juist ouders zijn op deze leeftijd belangrijk voor 14



het stellen van regels en het geven van goed voorbeeldgedrag omtrent alcohol. Jongens krijgen vaker alcohol aangeboden van hun ouders (20%) dan meisjes (10%). Dit kan deels verklaren waarom jongens ook vaker alcohol drinken dan meisjes. Heeft één van de volgende personen jou wel eens een drankje met alcohol aangeboden (zoals breezer, bier, wijn)? Broer(s) of zus(sen) Vrienden of vriendinnen Vader of moeder Andere jongens of meisjes bij jou op school 4 2 15 1 %

Alcoholgebruik 6x hoger dan voorspeld Slechts 13% van de kinderen denkt over vijf jaar alcohol te drinken. Jongens geven vaker aan dat zij alcohol zullen drinken (19%) dan meisjes (8%). Tussen HW en ZHE zijn geen verschillen aanwezig. De verwachtingen van kinderen over hun toekomstige alcoholgebruik laten geen verschil zien met schooljaar 20072008. Welke uitspraak past het best bij jouw ideeën over alcohol drinken later? (%) Ik denk dat ik nooit zal drinken 43 43 45 41 HW ZHE

Een duidelijk verschil in alcoholaanbod van ouders in de tijd is niet zichtbaar: in schooljaar 2007-2008 bood 14% van de ouders een alcoholisch drankje aan, nu is dat een vergelijkbare 15%. Onderschatting sociale invloed Op de basisschool speelt sociale invloed van leeftijdsgenoten nog niet zo'n grote rol als op het voortgezet onderwijs. Het merendeel van de kinderen (95%) denkt een aangeboden drankje te kunnen weigeren. 5% laat zich beïnvloeden en neemt of een slokje of drinkt het drankje geheel op. Op het voortgezet onderwijs, waar de sociale druk groter wordt, zullen met name deze kinderen weerbaarheid missen. Jongens zijn gevoeliger voor sociale druk (11%) dan meisjes (5%). Vergeleken met schooljaar 2007-2008 zijn geen verschillen aanwezig. Stel dat andere kinderen jou een drankje met alcohol geven en je wilt dat niet, wat zou je dan doen? (%) Zeggen dat ik het drankje niet wil (en het drankje niet nemen) Het drankje nemen, maar niet opdrinken Het drankje nemen en wel een slokje nemen Het drankje nemen en helemaal opdrinken 1 1 4 4 7 6 88 89 HW ZHE

Ik denk dat ik de komende vijf jaar geen alcohol zal drinken, maar ik heb er niet goed over nagedacht Ik denk dat ik binnen vijf jaar alcohol ga drinken Ik drink wel eens alcohol en denk niet dat ik daar nu of binnen een half jaar mee zal stoppen Ik drink wel eens, maar ik wil daar nu of binnen een half jaar definitief mee stoppen

11

10

2

2


1


2

Echter, uit onderzoek blijkt dat het percentage kinderen dat vijf jaar later op het voortgezet onderwijs alcohol drinkt zo'n zes keer hoger ligt. De eigen ideeën over alcoholgebruik veranderen meer dan dat kinderen in groep 7 verwachten of kunnen voorspellen. De makkelijke verkrijgbaarheid en sociale invloed in de puberteit spelen hierbij een grote rol. Vergroting van kennis en weerbaarheid in het basisonderwijs kunnen hier weerstand tegen bieden.

Colofon GGD Zuid-Holland Zuid, afdeling GBO Meer informatie: Chantal Kenens telefoon: 078-770 33 87, ckenens@ggdzhz.nl www.ggdzhz.nl

15



Gemeenten Hoeksche Waard: gezondheid kinderen groep 7 schooljaar 2008-2009 Gezondheids(risico)factoren* (%) Aantal kinderen Woont niet met beide ouders thuis Ontbijt niet elke dag Eet niet elke dag fruit Eet niet elke dag groente Eet dagelijks méér dan 2 keer koek of snoep Eet minstens 3 dagen per week patat/pizza etc Drinkt >4 dag/wk 3 of meer glazen frisdrank Leest nooit in de vrije tijd Kijkt dagelijks TV en/of DVD Sport nooit buiten schooltijd Minder dan twee keer per week schoolsport Poetst minder dan twee keer per dag tanden Gaat heel vaak graag naar school Heeft heel vaak het gevoel dat de eigen juf of meester op school hem/haar begrijpt Kan heel vaak aandacht erbij houden op school Kan nooit of soms voor zichzelf goed opkomen Sliep afgelopen week vaak of heel vaak slecht Is in de afgelopen drie maanden op school gepest Wordt minstens één keer per week gepest Pest zelf wel eens Is afgelopen 3 mnd gepest in klas zonder docent Heeft wel eens gerookt Heeft afgelopen week thuis passief meegerookt Heeft wel eens alcohol gedronken Heeft wel eens alcohol van ouder gekregen 29 31 13 32 10 20 10 8 21 43 13 30 30 14 38 10 26 16 5 22 44 17 25 28 9 40 10 26 18 7 17 44 17 36 28 5 25 4 22 9 9 25 45 12 21 32 13 20 7 16 6 3 18 39 13 29 30 12 33 9 22 13 6 21 43 15 28 29 14 34 11 24 14 6 24 44 15 OudBeijerland N=277 22 7 64 69 9 10 10 16 29 10 21 15 27 36 N=290 22 10 69 70 9 8 10 16 30 8 33 19 24 29 N=146 26 10 71 73 9 7 12 27 28 8 17 19 26 31 N=123 20 12 69 67 7 4 6 16 22 10 20 21 37 45 N=112 21 7 75 77 10 5 9 20 34 13 5 24 24 31 N=948 22 9 68 70 9 8 10 18 29 9 22 19 27 34 N=2.795 24 11 68 70 8 7 9 18 29 9 25 20 27 33 Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Strijen HW ZHE


*Rood gekleurde percentages zijn opvallend hoge risicofactoren, groen gekleurde percentages zijn opvallend hoge beschermende factoren of lage risicofactoren.