Bouw- en investeringskost gerechtsgebouwen Antwerpen en Gent
24/08/2010 09:00
COUR DES COMPTES - REKENHOF
Het Rekenhof heeft een onderzoek uitgevoerd naar de kostprijs van de bouw van de gerechtsgebouwen van Antwerpen en Gent en heeft naar aanleiding daarvan een aantal aanbevelingen geformuleerd ten aanzien van de Regie der Gebouwen, die optrad als bouwheer.
In 1996 had de Ministerraad, in het kader van de meerjarenplannen van Justitie, de bouw van het nieuwe gerechtsgebouw van Antwerpen en van Gent toevertrouwd aan de Regie der Gebouwen. Nagenoeg een decennium later waren beide gerechtsgebouwen, op basis van een alternatieve financiering via een promotieovereenkomst, voltooid en in gebruik.
De investeringskost zou in Antwerpen (258,8 miljoen euro) een veelvoud van de initiële raming (76,8 miljoen euro) bedragen. Voor Gent was de afwijking tussen de oorspronkelijke raming (49,6 miljoen euro) en de uiteindelijke investeringskost (voorlopig vastgesteld op 135,4 miljoen euro) kleiner.
De investeringskosten bevatten bovendien niet alle kosten. Sommige uitgaven werden immers rechtstreeks gedragen door de begroting van de Regie. Op die manier loopt de totale kost van het gerechtsgebouw van Antwerpen op tot 280,3 miljoen euro (nog te verhogen ingevolge een schadeclaim van 2,2 miljoen euro), die van Gent (voorlopig) tot 154,8 miljoen euro. Ook zijn er de bijkomende kosten verbonden aan de alternatieve financiering via de promotieovereenkomsten en de verkoop van de rechten en plichten van de Regie in deze overeenkomsten. Deze worden via de huuruitgaven jaarlijks op de begroting van de Regie aangerekend. Het Rekenhof had in zijn 163e en 164e Boek aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers reeds meegedeeld welke supplementaire kosten aan de transacties met de derde-investeerders zijn verbonden.
Beide dossiers zijn overigens financieel nog niet volledig afgewerkt op dit moment. De investeringskost in de promotieovereenkomst van Gent (140,1 miljoen euro) was, vergeleken met de werkelijke investeringskost (voorlopig 135,4 miljoen euro), te hoog ingeschat. De Regie heeft bijgevolg een tegoed van (voorlopig) 4,7 miljoen euro op de derde-investeerder. Ook heeft de Regie een schadeclaim lopen van 5,4 miljoen euro wegens grondwatervervuiling op de Stad Gent en een privéfirma. Daarnaast moeten enkele kleinere bedragen worden gerecupereerd van de Stad Gent, de FOD Justitie en een bank. In het Antwerps dossier moeten de Regie en het Vlaams Gewest nog de eindafrekening opmaken voor de Amamtunnel, die op vraag van het Vlaams Gewest in het bouwproject werd geïntegreerd. De Regie moet daarnaast de kosten van de aanleg van een regenwatercollector (0,26 miljoen euro) recupereren van het Vlaams Gewest.
De ramingen van 1996 kunnen niet zomaar worden vergeleken met de kostprijs van de gebouwen, en dit niet alleen omwille van de evolutie van de prijzen en lonen. De ramingen steunden immers op onvolledige informatie zodat de draagwijdte van het project, zeker in Antwerpen, in 1996 onmogelijk correct kon worden ingeschat. Ook zou blijken dat de Regie en de FOD Justitie voor de opmaak van de ramingen verkeerde uitgangshypothesen hanteerden.
De belangrijkste verklaring voor de toename van de bouwkosten in Gent ligt in de grondwatervervuiling en de diverse termijnverlengingen die daarvan een gevolg waren. Wat Antwerpen betreft, biedt vooral de complexiteit van het monumentaal bouwwerk een verklaring voor de hoge kostprijs ervan. Ook de ontwerpmethode van de internationaal vermaarde architect, gekenmerkt door een 'design as build'-aanpak waarmee de Regie weinig vertrouwd was, veroorzaakte problemen op het terrein.
De Regie stond tijdens de uitvoering van de werken in voor controle en toezicht op de promotor en de werkzaamheden. Door de 'design as build'-aanpak die van de aannemers een meer actieve inbreng in de uitvoering van het ontwerp van het gebouw vereiste, bleek het niet mogelijk de individuele verantwoordelijkheid vast te stellen van de betrokken partijen zodat de contractueel bepaalde strafclausules niet konden worden toegepast.
In de praktijk werden de verrekeningen ingevolge meerwerken en meerkosten in hoofdzaak door de promotor zelf gecontroleerd. Dit hield (theoretisch) risico's in. Zijn vergoeding werd immers op de bouwkost berekend, wat niet noodzakelijk aanzette tot het minimaliseren van de kosten, al waren er in de praktijk geen aanwijzingen dat de promotor de kostprijs zonder aanvaardbare reden verhoogde.
De aanpak van de Regie, met één leidend ambtenaar verantwoordelijk voor de praktische uitvoering van het project, voldeed niet meer voor dergelijke complexe projecten. De overheid (beleidsmakers en de Regie als uitvoerder) beschikte bij de voorbereiding en uitvoering ervan niet over een kader om de beschikbare instrumenten en knowhow (financieel, juridisch, technisch, controle en rapportering) optimaal te gebruiken. Zo'n kader had het mogelijk moeten maken de uitbestede projecten in goede banen te leiden en binnen een realistische en a priori aanvaarde budgettaire ruimte en timing te houden, en alle partijen op het geëigende moment op hun verantwoordelijkheid aan te spreken.
Het Rekenhof heeft naar aanleiding van deze vaststellingen meerdere aanbevelingen geformuleerd ten aanzien van de Regie om het beheer van toekomstige bouwprojecten te verbeteren.
De Regie zal overleg opstarten met de betrokken partijen om aan de aanbevelingen van het Rekenhof tegemoet te komen. De minister van Financiën, bevoegd voor de Regie der Gebouwen, onderschrijft de vaststellingen van het Rekenhof en zal met de Regie nagaan in welke mate aan de aanbevelingen gevolg zal worden gegeven. Voorts heeft hij de Regie gevraagd het Rekenhof op de hoogte te houden over de verdere afhandeling van de verrekeningen en schadeclaims voor het gerechtsgebouw van Gent en de eindafrekeningen met betrekking tot de Amamtunnel in Antwerpen.
--------------------------------------------------------------
Informatie voor de pers
Het Rekenhof controleert de openbare financiën van de federale Staat, de gemeenschappen, de gewesten en de provincies. Het draagt bij tot een beter overheidsbeheer door de parlementaire vergaderingen, de beheerders en de gecontroleerde diensten nuttige en betrouwbare informatie te bezorgen, die voortvloeit uit een tegensprekelijk onderzoek. Als collaterale instelling van het parlement werkt het Rekenhof onafhankelijk van de overheden die het controleert.
Het integrale verslag Nieuwe gerechtsgebouwen van Antwerpen en Gent. Bouw- en investeringskost werd aan het federaal parlement overhandigd. Dit verslag (68 p.), de samenvatting (2 p.) en dit persbericht zijn beschikbaar op de website van het Rekenhof (www.rekenhof.be).
Contactpersoon:
Line Emmerechts
Cel Federale Publicaties
02 551 89 85
Voor eventuele hyperlinks en bijlagen:
Zie het origineel