Rijksoverheid
Antwoorden op kamervragen van De Krom en Harbers over subsidie voor het aantrekken en begeleiden van niet-westerse allochtone studenten
Datum 24 augustus 2010
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de leden De Krom en Harbers
(beiden VVD) over subsidie voor het aantrekken en begeleiden van niet#westerse
allochtone studenten. (Ingezonden 5 juli 2010)
De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met het
kenmerk 2010Z10525.
de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt#Vliegenthart
Vragen van de leden De Krom en Harbers (beiden VVD) aan de ministers voor
Wonen, Wijken en Integratie en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over
subsidie voor het aantrekken en begeleiden van niet#westerse allochtone
studenten. (Ingezonden 5 juli 2010)
1
Bent u bekend met het bericht "Ministerie: Miljoenen voor meer
allochtonen op universiteit"? 1)
Ja, ik ben bekend met het bericht.
2
Is het waar dat het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ¤3
mln. beschikbaar stelt aan universiteiten in de Randstad om meer niet-
westerse allochtonen naar de universiteit te krijgen en om uitval onder
deze groep te verminderen?
Op 23 november 2007 is met de Tweede Kamer gesproken over een breed en
samenhangend pakket aan maatregelen om het studiesucces in het hoger
onderwijs te verbeteren (Kamerstuk vergaderjaar 2007#2008, 31288, nr.1). In
dat kader stelt het ministerie van OCW van 2011 tot 2014 ¤3 mln. per jaar
beschikbaar aan de universiteiten in de Randstad om het studiesucces van niet#
westerse allochtone studenten te verbeteren. Voor het hbo zijn met dit doel
overigens ook middelen beschikbaar gesteld en zijn afspraken gemaakt met de
betreffende hogescholen.
Achtergrond hiervan is dat in de vier grote steden de samenstelling van de
bevolking in de afgelopen jaren sterk is veranderd. Meer dan de helft van de
jongeren in de grote steden heeft inmiddels een niet#westerse allochtone
achtergrond. Dat zien we terug in de schoolpopulatie en inmiddels ook in de
instroom in het hbo en het wo. De middelen zijn bedoeld om elke student die de
capaciteiten en de ambitie heeft om een diploma in het hoger onderwijs te halen
te stimuleren en te ondersteunen. We hebben immers alle talenten hard nodig om
Nederland te ontwikkelen tot een toonaangevende kenniseconomie.
Voor veel studenten van niet#westerse komaf geldt dat zij (meer dan studenten
van autochtone komaf) met factoren te maken hebben die studievoortgang
kunnen belemmeren, zoals lager opleidingsniveau van ouders, andere thuistaal
dan het Nederlands, onbekendheid met het hoger onderwijs en langere
studieduur door stapelen in de beroepskolom.
Uit de cijfers (bron 1cijferHO) blijkt dat het studiesucces van niet#westerse
allochtone studenten achterblijft ten opzichte van de autochtone studenten.
De universiteiten en hogescholen in de Randstad staan door de diverse
studentenpopulatie voor een grotere uitdaging dan instellingen buiten de
Randstad, vandaar dat ik hierin extra investeer.
Ook autochtone studenten die extra begeleiding nodig hebben kunnen gewoon
deelnemen aan de projecten.
Daarnaast heeft het ministerie van OCW meerjarenafspraken gemaakt met de
VSNU en HBO#Raad om het studiesucces van alle studenten te verbeteren. Vanaf
2008 hebben alle (bekostigde) hogescholen en universiteiten extra middelen
gekregen voor dit doel (het budget bedraagt vanaf dit jaar structureel ruim ¤ 80
mln. per jaar). Hogescholen en universiteiten kunnen de financiële middelen
gebruiken om diverse projecten op te zetten om studenten te ondersteunen bij
hun studie.
3
Op welke wijze dienen de universiteiten deze subsidie te besteden? Op
welke resultaten worden zij afgerekend?
De komende periode maak ik prestatieafspraken met de universiteiten in de
Randstad over concrete streefcijfers (met betrekking tot o.a. vermindering van
uitval en verbetering van rendement binnen de groep niet#westerse allochtone
studenten) en de wijze waarop de universiteiten resultaten willen bereiken. Deze
zullen realistisch en ambitieus moeten zijn. Ik denk hierbij aan projecten, zoals
summercourses om meer sociale en academische binding te creëren met de
instelling, meer aandacht voor studiekeuzeprocessen en mentoring en tutoring
van studenten die dat nodig hebben.
Eind 2013 vindt, op basis van de resultaten en de evaluatie van de inspectie,
besluitvorming plaats over de vraag of het arrangement wordt voortgezet en zo
ja, in welke vorm.
4
Kunt u uiteenzetten hoe de universiteiten constateren dat er sprake is
van een niet-westerse allochtone student in plaats van een autochtone
student?
Universiteiten werken met de geanonimiseerde data van 1cijferHO 1. Daarin staan
de persoonsgegevens van studenten, zoals geboorteland van de ouders en de
student. Op basis hiervan wordt bepaald of een student 'niet#westerse allochtoon'
is. Deze gegevens worden geanonimiseerd en zijn verder niet herleidbaar tot
personen. De universiteiten kunnen op basis van deze gegevens monitoren aan
welke opleidingen niet#westerse allochtone studenten studeren en wanneer ze
hun studie (al dan niet) met een diploma afronden. De universiteiten kunnen hun
interventies daarop aanpassen.
1
In het 1 cijfer#project dat door OCW gezamenlijk met CBS en andere partijen is opgezet
wordt beoogd om de individuele gegevens van leerlingen/studenten uit de basisbestanden
bij DUO op een éénduidige manier te ontsluiten volgens van tevoren vastgestelde definities
en algoritmes.
5
Waarom wordt deze subsidie exclusief beschikbaar gesteld voor niet-
westerse allochtone studenten? Is uitval bij autochtone studenten geen
probleem? Hebt u ook een subsidieregeling opgezet voor het bevorderen
van wetenschappelijk onderwijs voor autochtone studenten? Zo nee,
waarom niet?
Uitval bij alle studenten in het hoger onderwijs vind ik problematisch. Ik wil dat
het studiesucces van studenten over heel de linie omhoog gaat. Daarom heb ik
ook ambitieuze meerjarenafspraken gemaakt met de HBO#Raad en VSNU om het
studiesucces van alle studenten te verbeteren, zie antwoord op vraag 2.
Zoals gesteld in het antwoord op vraag 2 zijn de projecten voor niet#westerse
allochtone studenten een verbijzondering van de afspraken over studiesucces. De
studentenpopulatie in het hoger onderwijs wordt steeds diverser en daarom
worden instellingen in staat gesteld om maatwerk te leveren voor diverse groepen
zoals niet#westerse allochtone studenten. Er zijn ook andere (mogelijk
overlappende) groepen waar specifieke aandacht voor is zoals internationale#
excellente# en volwassen studenten.
Het gaat er uiteindelijk om dat instellingen maatwerk kunnen bieden om de
talenten van studenten tot uiting te laten komen door meer studiesucces.
6
Deelt u de mening dat het beschikbaar stellen van subsidie voor het
aantrekken van niet-westerse allochtone studenten oneerlijk is voor
autochtone studenten, die dit voordeel niet genieten, en impliciet niet-
westerse allochtone studenten neerzet als een groep die zonder extra
hulp niet in staat zou zijn een studie af te ronden?
Ik wil benadrukken dat talentontwikkeling van alle studenten mijn inzet is. Mijn
ambitie is dat studiesucces van alle studenten op een hoger niveau wordt getild.
De instellingen kunnen de extra financiële middelen inzetten om alle studenten
die het nodig hebben extra steun en begeleiding te geven, met daarbij de
mogelijkheid om maatwerk te bieden. Verschillende instellingen hebben
verschillende studentenpopulaties. Er moet daarom maatwerk geleverd worden
om het studiesucces van studenten te verhogen. We kunnen het ons momenteel
niet veroorloven om de talenten die we hebben verloren te laten gaan. Het is niet
mijn bedoeling om studenten uit te sluiten of studenten weg te zetten als
slachtoffers. Wat mij betreft gebeurt dat ook niet met de uitvoering van deze
projecten.
1) Elsevier, 30 juni 2010