Opkomen voor mensenrechten kan ook averechts werken
UvA-onderzoekers bekijken de mogelijke goede en kwalijke effecten van `goed
doen'
Gepubliceerd op 19 augustus 2010
Van links naar rechts: Brian Burgoon, Willem Schudel en Ram
Manikkalingam
Opkomen voor mensenrechten bij gewelddadige conflicten: baat het niet,
dan schaadt het niet, zo wordt algemeen aangenomen. UvA-onderzoekers
beschikken echter over aanwijzingen dat het aansnijden van het
onderwerp juist een averechts effect kan hebben, met meer
mensenrechtenschendingen als gevolg. Een tweejarig, door NWO
gesubsidieerd onderzoek moet uitwijzen of dat inderdaad het geval is.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door de UvA-politicologen Brian Burgoon,
Ram Manikkalingam en Willem Schudel. Zowel Burgoon als Manikkalingam
maken deel uit van de Dialogue Advisory Group (DAG), een groep
adviseurs die bemiddelen bij hardnekkige politieke conflicten in
verschillende landen.
Welke conflicten dat zijn, daarover doet DAG geen uitspraken om de
bemiddelingsprocessen niet in gevaar te brengen. `Iedere vorm van
(externe) aandacht kan het broze evenwicht tussen de
onderhandelingspartners verstoren', verklaart Burgoon. `Collega
Manikkalingam heeft door zijn jarenlange ervaring met dergelijke
conflicten veel zien gebeuren wanneer mensenrechten aan de orde worden
gesteld. Als die tijdens onderhandelingen bij gewapende conflicten ter
sprake worden gebracht, kan dat leiden tot het afbreken van de
onderhandelingen, waardoor het geweld opnieuw oplaait. Die
praktijkbevinding willen we graag onderzoeken - klopt zijn aanname
inderdaad, en zo ja, onder welke omstandigheden?'
Kiezen tussen twee kwaden
Burgoon beseft dat het om een gevoelig onderwerp gaat, waarbij ethiek
en rechtvaardigheid(sgevoel) een grote rol spelen. `Het beschermen van
mensenrechten staat wat ons betreft buiten kijf. Maar we weten
tegelijkertijd dat pogingen om goed te doen, wel vaker in de
geschiedenis kwalijke effecten hebben gehad. Stel: een (voormalig)
dictator, die in het verleden mensenrechten heeft geschonden, zit aan
de onderhandelingstafel met een rebellengroep in zijn land om te
onderhandelen over een staakt-het-vuren. Als de mensenrechtenkwestie
naar zijn mening te veel nadruk krijgt tijdens de besprekingen, kan het
zijn dat de dictator deze laat mislukken. Als het vrede wordt, loopt
hij namelijk alsnog het risico berecht te worden voor zijn misdaden uit
het verleden. Dat dit niet gebeurt, is verschrikkelijk, maar het is nog
veel erger als het geweld opnieuw oplaait en er nog veel meer mensen
overlijden. Soms moet je dus kiezen tussen twee kwaden.'
Causaliteit lastig aan te tonen
Het onderzoek van de politicologen is behoorlijk complex, weet Burgoon.
Immers, de mogelijke causaliteit tussen pogingen om de mensenrechten
aan te kaarten en het mislukken van vredesonderhandelingen (met als
gevolg de toename van mensenrechtenschendingen) is lastig aan te tonen.
Daarom kiezen de wetenschappers voor twee manieren om de materie te
benaderen. Het eerste onderzoek bestaat uit participant observation: de
nog aan te stellen postdoc woont conflictbesprekingen van DAG bij, en
bekijkt verschillende bemiddelingspogingen, alsmede de invloed van
mensenrechten op het verloop van deze processen.
Het tweede onderdeel van het onderzoek is kwantitatief-economisch: de
onderzoekers en een groep student-assistenten verwerken berichtgeving
in de New York Times en VN-rapporten over gewapende conflicten in een
database en zoeken uit wanneer en op welke manier het onderwerp
mensenrechten aan de orde is gekomen. Burgoon, Manikkalingam en Schudel
analyseren vervolgens de gegevens en vergelijken deze met de uitkomsten
van het eerste deel van het onderzoek.
Nog geen effect gevonden
Burgoon verwacht niet één eenduidig antwoord te vinden à la `opkomen
voor de mensenrechten is per definitie goed of slecht voor
vredesprocessen'. `Uit de data die we tot nu toe hebben bekeken blijkt
weliswaar een pacificerend effect, maar dit effect is statistisch
gezien niet groot. Ik verwacht dat we soms wel, en soms geen effect
zullen vinden. Waarschijnlijk zijn de aard en omvang van het conflict
en de manier waarop de mensenrechten worden aangekaart van invloed op
het uiteindelijke effect op het vredesproces. Hoe dan ook levert het
onderzoek belangrijke informatie op voor overheden, bemiddelaars en
mensenrechtenorganisaties.'
Het project is 7 maanden geleden gestart en duurt nog ongeveer twee
jaar.
Auteur: Esther van Bochove, FMG Communicatie
Bron: FMG Communicatie
|
Universiteit van Amsterdam