Wageningen Universiteit en Researchcentrum
19 aug 2010
Onderdeel: Alterra
Bij uitvoering van het huidige natuurbeleid blijft de natuur kwetsbaar
voor de gevolgen van klimaatverandering. Behoud van alle dier- en
plantensoorten per gebied is niet realistisch in het licht van de
klimaatverandering. Het beleid kan zich beter richten op het vergroten
van het aanpassingsvermogen van natuur. Een voorstel hiertoe doet het
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) dat vandaag in samenwerking met
Wageningen UR de studie 'Adaptatiestrategie voor een klimaatbestendige
natuur' uitbrengt.
Nederland warmt op en zal in de toekomst vaker te maken krijgen met
extreme weersomstandigheden. Meer droogte, hitte en wateroverlast
zullen er onvermijdelijk toe leiden dat bepaalde populaties achteruit
gaan of zelfs uit Nederland verdwijnen. Het veranderende klimaat is op
termijn ongeschikt voor 15 procent van alle hier voorkomende dier- en
plantensoorten.
Andere soorten krijgen echter de kans zich hier te vestigen. Zij kunnen
de rol van de verdwijnende soorten overnemen. Bij een veranderend
klimaat kan de biodiversiteit dus op peil blijven. De natuur moet dan
wel voldoende in staat zijn zich aan te passen aan de verstoringen.
PBL en Wageningen UR stellen daarom voor om het Nederlandse
natuurbeleid op een andere leest te schoeien. Niet het behouden van
plant- en diersoorten per gebied, maar het vergroten van het
aanpassingsvermogen van de natuur is het nieuwe uitgangspunt. In
grotere, aaneengesloten gebieden kunnen dieren en planten zich beter
aanpassen om zo de gevolgen van extreem weer op te vangen. Als
daarnaast natuurgebieden internationaal met elkaar verbonden worden,
kunnen dier- én plantsoorten voor wie het hier te warm wordt,
noordelijke, koudere streken bereiken. Vanuit het zuiden kunnen nieuwe
soorten zich in ons land vestigen. Goede verbindingen vergroten het
aanpassingsvermogen van de natuur en dat is gunstig, ongeacht of de
gevolgen van de klimaatverandering nu groter of kleiner zullen zijn.
PBL en Wageningen UR bevelen aan om het door het kabinet gewenste
netwerk van natuurgebieden, de zogenaamde ecologische hoofdstructuur,
aan te passen. Tegengaan van de versnippering van natuurgebieden blijft
van belang, maar aan te kopen gebieden liggen bij voorkeur in de in
deze studie gepresenteerde corridors en clusters. Klimaatbestendige
natuurontwikkeling valt goed te combineren met andere maatschappelijke
belangen, zoals het beschermen van Nederland tegen wateroverlast.
Naar het rapport 'Adaptatiestrategie voor een klimaatbestendige natuur'
Contact
Meer informatie:
dr. CC (Claire) Vos