Rijksoverheid
Pleisterplaats voor de Indische gemeenschap
Toespraak | 16-08-2010
Bronbeek groeit uit tot de ontmoetingsplek voor iedereen in Nederland
die zich betrokken voelt bij de Indische gemeenschap. Dat zei de
Secretaris Generaal van VWS, Geert van Maanen, namens minister Ab
Klink, tijdens de opening van de expositie Het verhaal van Indië.
Dames en heren,
Gisteren was in Den Haag de Herdenkingsbijeenkomst van de Japanse
capitulatie en de bevrijding van Nederlands Indië in Den Haag.
De bijeenkomst maakte veel indruk op alle aanwezigen. Ze liet
overduidelijk zien hoe belangrijk het voor mensen is om te herinneren
en te herdenken.
Hoe belangrijk het is om met mensen die hetzelfde hebben meegemaakt,
stil te staan bij de oorlog.
Om samen te praten over het leven in de gevangenkampen. Waar veel
Nederlanders - jong en oud - werden mishandeld en waar een groot aantal
landgenoten om het leven kwam. Het verblijf in deze kampen, ook al is
dat inmiddels meer dan 65 jaar geleden, heeft geleid tot nooit
verdwijnende lidtekens in het leven van de overlevenden.
Zoals u weet herdenken we in Nederland pas sinds 1980 jaarlijks 15
augustus. Lange tijd is in Nederland geen aandacht besteed aan de
oorlog in Nederlands Indië. Niet alleen de officiële instanties zwegen
over deze periode, ook de betrokkenen zelf deden dat. Nederland had
zijn eigen oorlog meegemaakt, zo redeneerden velen, en Indië was voor
de Nederlanders letterlijk en figuurlijk ver weg. Daarom dachten de
betrokkenen dat het beter was om te zwijgen.
Gelukkig is aan dat zwijgen een eind aangekomen en beseffen we nu hoe
belangrijk het is om te herdenken en te herinneren. Dat is van belang
voor de mensen die de oorlog in Indië hebben meegemaakt, maar het is
ook van belang voor heel Nederland. De oorlogsgeschiedenis van
Nederlands Indië maakt onderdeel uit van onze vaderlandse geschiedenis.
Het is niet iets dat er los van staat.
Natuurlijk geldt dat niet alleen voor de oorlogsgeschiedenis. Dit geldt
voor de gehele 350 jaar oude geschiedenis van Nederlands Indië.
Kijk maar hoe het voormalig Nederlands Indië nog steeds in onze huidige
samenleving zit verweven. Als ik u zeg dat meer dan 1 miljoen
Nederlanders op de een of andere manier verbonden zijn met de Indische
gemeenschap, begrijpt u meteen wat ik bedoel. En iedereen in Nederland,
ik ook, kent in zijn familie- of vriendenkring wel iemand die een band
heeft met Indië.
Het is dan ook verbazingwekkend dat we tot nu toe geen plek hebben waar
op een heldere en duidelijke manier aandacht wordt besteed aan de
gehele geschiedenis van Nederlands Indië.
Eindelijk wordt vanaf vandaag die leemte opgevuld. Met de opening van
de permanente tentoonstelling Het verhaal van Indië, hier op Bronbeek.
De nadruk ligt hierbij op de Tweede wereldoorlog, de bersiapperiode en
de dekolonisatie, maar ook de geschiedenis die daaraan voorafgaat,
krijgt uitgebreid aandacht.
Zoals u weet hebben verschillende partijen er jaren hard aan gewerkt om
deze permanente expositie te verwezenlijken en daardoor een aanzet te
geven om aan Bronbeek een nieuwe functie toe te voegen. Ik wil daarvoor
alle betrokkenen hartelijk bedanken. Met name wil ik de stichting het
Indisch Herinneringscentrum Bronbeek - het IHCB - en het koninklijk
Tehuis voor Oud-Militairen en Museum Bronbeek complimenteren met het
behaalde resultaat.
Sámen hebben zij deze tentoonstelling opgezet en, zo heb ik begrepen,
er één verhaal van weten te maken. Dat is een enorme prestatie want
natuurlijk is het Verhaal van Indië opgebouwd uit heel veel verhalen.
Bijvoorbeeld het verhaal van de KNIL-militair of het verhaal van de
jongeman die gevangen heeft gezeten in een jongenskamp tijdens de
oorlog.
Of het verhaal van de Indo-Europeaan. Hij is net als zijn ouders in
Indië geboren, maar is op z'n Hollands opgevoed. Hij weet waar
Groningen en Sittard liggen ook al is hij nog nooit in Europa geweest.
Hij heeft de oorlog in Indië meegemaakt en overleefde de Bersiaptijd
nauwelijks. Op een dag vertrekt hij naar Nederland waar zijn verhaal
verder gaat.
Zo zijn er vele verhalen te vertellen over de geschiedenis van Indië.
Zo meteen kunnen we de expositie bekijken en ik ben benieuwd hoe al
deze verhaallijnen tot een geheel zijn gemaakt.
Maar daarmee, met deze expositie, is uw werk en dat van veel anderen,
nog niet klaar. Een expositie alleen is niet voldoende om van Bronbeek
dé plaats te maken waar het Indisch verleden tot leven komt. Er moet
meer gebeuren. Iedereen in Nederland -en zeker die miljoen Nederlanders
die deel uitmaken van de Indische gemeenschap - moet de weg naar
Bronbeek weten te vinden en ervan op de hoogte zijn dat hier de
Indische geschiedenis levend wordt gehouden.
Het is belangrijk dat jongeren via school kennis nemen van de
geschiedenis van Nederlands Indië. Ik weet dat het IHCB momenteel werkt
aan het stripverhaal De Terugkeer. Dat verhaal gaat over de
oorlogsgeschiedenis en wordt later dit jaar verspreid onder bijna
200.000 middelbare scholieren en hun leerkrachten.
Dit stripboek moet jongeren inzicht geven in een nog steeds
onderbelicht deel van de Nederlandse geschiedenis. En hopelijk draagt
dat er aan bij dat jongeren zich meer gaan interesseren voor de gehele
geschiedenis van Indië en het belang daarvan voor ons land en komen ze
naar Bronbeek om de expositie te zien.
En Bronbeek moet nog meer worden. Naast dé plaats waar de geschiedenis
levend wordt gehouden moet het ook uitgroeien tot een
ontmoetingsplaats. Een pleisterplaats waar iedereen die iets heeft met
Indië terecht kan. Waar je je thuis voelt vanwege de sfeer die er is en
de mensen die je er kunt ontmoeten. Waar je met elkaar kunt praten over
het verleden. Ook over die onderwerpen die gevoelig liggen en tot nu
toe te weinig aandacht hebben gekregen.
Bronbeek moet, kortom, de natuurlijke plek zijn waar alles wat met
Indië samenhangt kan plaatsvinden. Van symposia tot
herdenkingsbijeenkomsten.
En nogmaals, dat is niet alleen van belang voor de uitgebreide Indische
gemeenschap in ons land, maar voor heel Nederland.
Dames en heren,
Een plaats hebben om stil te staan bij je geschiedenis, bij je roots,
een plek waar je met andere mensen kunt herdenken en herinneren, het is
voor iedereen van groot belang.
De Indische gemeenschap doet dat jaarlijks op 15 augustus in Den Haag.
Maar stil staan bij de oorlog, bij je verleden, beperkt zich niet tot
één dag per jaar.
Het is daarom zo goed dat we nu op Bronbeek een Indisch
Herinneringscentrum hebben waar iedereen altijd terecht kan. Een
centrum dat zich bovendien niet beperkt tot de oorlog, maar ook
aandacht besteedt aan de periode daarvoor en daarna. Een plaats kortom
waar de hele Indische geschiedenis aan bod komt.
De expositie die we vandaag openen markeert het begin, maar de komende
jaren volgen er meer initiatieven die er voor zorgen dat iedereen die
betrokken is bij Indië zich hier thuis gaat voelen. Bronbeek zal
daardoor uitgroeien tot een pleisterplaats en een belangrijk educatief
centrum.
Ik wens iedereen veel succes bij het verder invullen van deze
toekomstvisie.
Voor vragen aan de Rijksoverheid bel Postbus51: 0800-8051