Rijksoverheid
1
a
> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten#Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Datum 19 augustus 2010
Betreft (her)oriëntatiejaren in het hoger onderwijs
Tijdens het debat over de Begroting OCW 2010 heeft de toenmalig minister van
OCW aan de leden van de ChristenUnie toegezegd in kaart te zullen brengen
welke (her)oriëntatiejaren in het (aangewezen en bekostigd) hoger onderwijs in
Nederland bestaan en welke mogelijke aantoonbare resultaten ze boeken op het
terrein van studiesucces in het hoger onderwijs. Met deze brief voldoe ik aan deze
toezegging.
Ik heb het onderzoeksbureau Research voor Beleid de opdracht gegeven om het
onderzoek uit te voeren. Het onderzoeksbureau heeft een selectie op doel en
tijdsduur gemaakt van (her)oriëntatiejaren in het hoger onderwijs.
De (her)oriëntatiejaren met de volgende doelstellingen worden in het onderzoek
meegenomen:
* Oriëntatieklassen voor leerlingen in het vo en leerlingen in het mbo die
nog niet weten welke specifieke vervolgopleiding zij moeten kiezen. Deze
oriëntaties bestaan meestal uit een beperkt aantal groepstrainingen
(circa 10) met beperkte kosten maar wel met een gerichte begeleiding
door studieloopbaanbegeleiders van de betreffende instelling.
* Oriëntatie voor studenten waarvan duidelijk is dat zij het eerste jaar niet
succesvol hebben doorlopen. De studenten die deze optie volgen zijn
vóór 1 februari met een opleiding gestopt en gebruiken de rest van het
academisch jaar om zich te oriënteren op een nieuwe studie. Deze
cursussen worden doorgaans als heroriëntatie aangeduid.
* Oriëntatie voor studenten met een specifieke religieuze of humanistische
overtuiging waarbij studiekeuzes vanuit deze overtuiging vorm krijgen.
De instellingen die dit soort trajecten aanbieden zoals het Bernard
Lievegoed College voor Liberal Arts doen dit vanuit een
geloofsovertuiging en zij zorgen voor een keuze voor opleidingen buiten
de bekostigde of aangewezen instellingen voor hoger onderwijs.
* Oriëntatietrajecten die dienen als voorbereiding op specifieke studies of
opleidingen (zoals kunstvakopleidingen of bètastudies) worden buiten de
inventarisatie gelaten. Ook de trajecten die zich richten op nieuwkomers
worden niet meegenomen. Deze trajecten hebben niet als doel de
(her)oriëntatie op studies of opleidingen te verbeteren.
Het gaat in principe om trajecten met een duur van zes maanden tot één jaar,
maar ook trajecten van kortere duur worden meegenomen.
De (her)oriëntatietrajecten dienen een substantiële tijdsinvestering te vragen
(minimaal tien dagdelen gedurende minimaal één maand of langer).
Tijdens het eerder genoemde debat werd door de leden van de ChristenUnie
aandacht gevraagd voor de volgende drie instellingen: Evangelische Hogeschool,
De Wittenberg en het Bernhard Lievegoed College. Deze instellingen zijn geen
aangewezen of bekostigde onderwijsinstellingen. Uit het onderzoek blijkt dat er
geen (her)oriëntatietraject door De Wittenberg wordt aangeboden. Dit is door de
instelling zelf bevestigd. De Evangelische Hogeschool Amersfoort heeft ondanks
haar toezeggingen geen informatie geleverd over haar traject en wordt daarom
niet meegenomen in het onderzoek. Bernhard Lievegoed College heeft dat wel
gedaan en daarom is deze instelling wel meegenomen in het onderzoek.
Conclusies van de onderzoekers:
* Uit de inventarisatie blijkt dat er niet meer dan tien initiatieven op het gebied
van (her)oriëntatietrajecten in Nederland zijn. Op dit moment is van zes
instellingen bekend dat zij een (her)oriëntatietraject uitvoeren:
Saxion Hogeschool: Saxion oriëntatietraject
Hogeschool van Amsterdam: Oriëntatietraject &
Heroriëntatietraject
Universiteit van Amsterdam: Oriëntatietraject &
Heroriëntatietraject
Bernard Lievegoed College for Liberal Arts: Studie#intermezzo &
vrije jaar
Avans Hogeschool: Heroriëntatietraject
Hogeschool van Rotterdam: naam van het traject is niet bekend
* Het aantal studenten dat jaarlijks deelneemt aan de oriëntatietrajecten is
beperkt. De feitelijke omvang ligt naar verwachting tussen de 500 en 700
studenten per jaar.
* De kosten van de onderzochte oriëntatietrajecten lopen uiteen van ¤895,#
tot ¤3.050,# per student. Voor bepaalde trajecten worden deelnemers
officieel ingeschreven als student waardoor de student recht heeft op
studiefinanciering en een OV#kaart.
* De registraties van de deelnemers aan oriëntatietrajecten zijn nog niet
geschikt voor het volgen van de deelnemers in toekomstige studies. Het is
om deze reden niet mogelijk om te toetsen of deze trajecten behulpzaam
c.q. positief uitwerken op de vervolgloopbaan in het onderwijs en beroep.
Op basis van de bovenstaande informatie concludeer ik dat er maar weinig
(her)oriëntatiejaren bestaan en de trajecten niet op een zodanige manier
gemonitord worden dat de resultaten zichtbaar zijn. De drie door de ChristenUnie
aangedragen instellingen bieden evenmin andere uitkomsten. Ik kan hieraan dan
ook geen conclusies verbinden, maar ik ga er wel van uit dat instellingen in het
kader van de meerjarenafspraken met betrekking tot studiesucces meer aandacht
zullen besteden aan monitoren en evalueren van activiteiten die het studiesucces
van studenten verbeteren.
Ik ga ervan uit dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd.
de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt#Vliegenthart
Rijnstraat 50
Den Haag
Postbus 16375
2500 BJ Den Haag
www.minocw.nl
Onze referentie
HO&S/2010/215621
Onze referentie
HO&S/2010/215621