Gemeente Veenendaal
Versmalling magneetveldzone bij hoogspanningslijn
Het college van burgemeester en wethouders van VeenendaaI gaat de raad
voorstellen te investeren in een versmalling van de magneetveldzone van
de hoogspanningslijn in Veenendaal. Deze aanpassing zorgt ervoor dat
een aantal bestaande woningen buiten de magneetveldzone komt te liggen.
Bovendien komen potentiële ontwikkelingslocaties nabij de
hoogspanningslijn hierdoor geheel of gedeeltelijk in aanmerking voor
bestemmingen als wonen en scholen. Dit is gunstig voor het financiële
resultaat van deze ontwikkelingslocaties.
Â
Volgens wethouder Marco Verloop is de maatregel geen einddoel. âDe
voorgenomen versmalling van de magneetveldzone is geen alternatief voor
de uiteindelijke wens om de hoogspanningslijn ondergronds te brengen
dan wel op een andere manier uit de bebouwde kom van Veenendaal te doen
verdwijnen. Wel is het een op dit moment realistische manier om de kans
op eventuele effecten te verminderen en meer ontwikkelingsmogelijkheden
te creëren.âÂ
Â
Uit recente berekeningen blijkt dat de magneetveldzone in Veenendaal
westelijk van de Kastanjelaan 2 x 60 meter bedraagt en oostelijk
daarvan 2 x 80 meter. Door het nemen van een technische maatregel (een
zogenoemde fasedraaiing) kunnen deze zones worden versmald naar
respectievelijk 40 en 50 meter. De omgeving van de Lindenlaan,
Kerkewijk, Spanjaardsgoed en De Grote Pekken heeft hier voordeel van.
Potentiële ontwikkelingslocaties als CSV-Stationssingel, Ritmeester,
ât Holle Goed en CSV-Boompjesgoed komen door de aanpassing geheel of
gedeeltelijk voor bestemmingen als wonen en scholen in aanmerking.
De beheerder van de hoogspanningslijn, Stedin, is bereid de technische
aanpassingen te doen. Voor de kosten die hiermee gemoeid zijn (ruim â¬
180.000,-) vraagt het college aan de raad geld beschikbaar te stellen.
Door de ontwikkelingsmogelijkheden die kunnen ontstaan na de aanpassing
is deze uitgave geheel of gedeeltelijk terug te verdienen. De raad
behandelt het voorstel in de vergadering van 30 september 2010.