Gemeente Haren
Klantevredenheidsonderzoek Wmo 2009
Resultaten
18/08/2010
In de gemeente Haren is een onderzoek gehouden naar de tevredenheid van
burgers die in 2008 of 2009 een Wmo voorziening hebben aangevraagd. In
het rapport worden de prestaties van de gemeente Haren vergeleken met
het gemiddelde van de 195 deelnemende gemeenten, de zogenoemde
referentiegroep. Zo geeft het rapport inzicht in wat de sterke en/of
minder sterke punten van de gemeente zijn als het gaat om de
Wmo-ondersteuning. Een korte samenvatting van het rapport vindt u hier.
Het complete rapport is te raadplegen aan de rechterkant van deze
pagina.
Toegang tot de ondersteuning
Wat betreft de toegang tot WMO-ondersteuning zijn klanten het meest
tevreden over de genomen tijd bij een aanvraag (97%). In de
referentiegroep is 94% hierover (zeer) tevreden.
Hulp bij het huishouden
Klanten geven gemiddeld een 7.7 voor de hulp bij het huishouden. Dit is
ongeveer even hoog als het gemiddelde in de referentiegroep (7.8). Wat
betreft aspecten rond hulp bij het huishouden is men het meest tevreden
over de informatievoorziening richting klanten (90%). Minder tevreden
is men over wisselingen van medewerkers (82%). In de referentiegroep is
dat 84%.
Wmo-hulpmiddelen en collectief vervoer
Het gemiddelde rapportcijfer voor voorzieningen (zoals rolstoelen,
scootmobielen en woonvoorzieningen) is in de gemeente Haren een 7.2.
Binnen de referentiegroep geeft men gemiddeld een 7.3. Het
rapportcijfer voor het collectief vervoer binnen uw gemeente bedraagt
een 7.3 en in de referentiegroep een 6.8. Het blijkt dat de
respondenten het meest positief zijn over het gemak van het bestellen
van het vervoer (98%). In de referentiegroep is 92% hierover tevreden.
Mantelzorg
28% van de ondervraagde cliënten geeft aan mantelzorg te ontvangen. Het
grootste aantal respondenten (36%) in Haren ontvangt 0 - 4 uur per week
mantelzorg. In de referentiegroep is dit 37%.
Participatie
Op de vraag of de ondersteuning en/of het hulpmiddel eraan bijdraagt
dat men kan blijven meedoen aan de maatschappij, antwoordt 35% van de
klanten dat de ondersteuning `zeer veel' hieraan bijdraagt, 36% geeft
aan dat het `redelijk' bijdraagt en 28% zegt `nauwelijks of helemaal
niet'. Binnen de referentiegroep zijn deze percentages, 36% `zeer
veel', 38% `redelijk' en 26% `nauwelijks of helemaal niet'.
WMO
De Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) heeft als doel iedereen mee
te laten doen aan de maatschappij. De benodigde ondersteuning verschilt
van persoon tot persoon. Een van de groepen waarop de Wmo zich richt,
zijn mensen die hulp bij het huishouden of een andere individuele
voorziening nodig hebben vanwege een (lichamelijke) beperking. In de
Wmo gaat het om het welbevinden van mensen. Omdat het om mensen
gaat,hebben burgers een centrale positie in de uitvoering van de wet.
Zo moeten burgers worden geraadpleegd bij de vormgeving van Wmo-beleid.
Ook bij de verantwoording achteraf is de mening van de burger
belangrijk: gemeenten moeten jaarlijks een tevredenheidonderzoek houden
onder vragers van maatschappelijke ondersteuning.
De Adviesraad Wmo speelt hierin een belangrijke rol. In Haren is 40%
van de gebruikers van Wmo voorzieningen op de hoogte van het bestaan
van deze raad. In de referentie groep is dat 29%.