Rijksoverheid
Datum 18 augustus 2010
Betreft Aanvulling op richtsnoeren voor de zorgsector van de NMa
Mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport doe ik u hierbij
toekomen de 'richtsnoeren zorggroepen' van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit (NMa) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Deze
richtsnoeren vormen voor de NMa een aanvulling op de 'herziene richtsnoeren
voor de zorgsector', die ik uw Kamer op 12 maart jl. heb toegestuurd.1 Met de
'richtsnoeren zorggroepen' geven de NMa en de NZa tevens invulling aan een
verzoek van de minister van VWS aan de toezichthouders om bij samenwerking in
zorggroepen zo concreet mogelijk aan te geven wat wel en niet is toegestaan.2
Zowel de NMa als de NZa hebben signalen ontvangen dat er in de zorgsector
onduidelijkheid bestaat over wat er vanuit het mededingingsrechtelijk kader wel
en niet is toegestaan ten aanzien van samenwerking rond zorggroepen. Met de
'richtsnoeren zorggroepen' beogen NMa en NZa deze onduidelijkheid zoveel
mogelijk weg te nemen. In de richtsnoeren gaan zij nader in op de ruimte voor
samenwerking binnen de mededingingsregels, zoals opgenomen in de
Mededingingswet (Mw). Ook wordt aangegeven hoe partijen zich dienen te
gedragen indien zij over Aanmerkelijke Marktmacht (AMM) beschikken, op grond
van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg). Hiervoor wordt onder meer
gebruik gemaakt van herkenbare praktijkvoorbeelden. De richtsnoeren
zorggroepen zijn tot stand gekomen na een openbare consultatie.
De ontwikkeling van ketenzorg levert een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit,
samenhang en professionalisering van de zorg voor chronisch zieken. De
zorggroep neemt hierbij een coördinerende rol op zich en zorgt ervoor dat de
verschillende disciplines in een keten goed samenwerken. In de 'richtsnoeren
zorggroepen' wordt aangegeven dat er geen mededingingsrechtelijke bezwaren
bestaan tegen samenwerking tussen zorgaanbieders die niet met elkaar
concurreren. Concurrerende zorgaanbieders mogen samenwerken indien dit er
zuiver op gericht is om de kwaliteit te verbeteren en dus in het belang van de
patiënt is. Daarentegen mogen concurrerende zorgaanbieders in principe geen
prijs* of marktverdelingsafspraken maken. Dergelijke afspraken zijn niet in het
belang van de patiënt en niet noodzakelijk om invulling te geven aan goede
ketensamenwerking. Daarnaast wordt in de richtsnoeren ingegaan op de te
onderscheiden hoofdvormen van zorggroepen. Tenslotte wordt ingegaan op
marktafbakening en worden mogelijke mededingingsrechtelijke problemen
toegelicht die kunnen ontstaan indien een zorggroep over een AMM*positie
beschikt.
Voorts attendeer ik u op het beschikbaar komen van de brochure 'Samenwerken
en concurreren in de zorgsector', conform mijn toezegging tijdens het schriftelijk
overleg d.d. 22 juli 2010 over de herziene richtsnoeren voor de zorgsector van de
NMa. Met de brochure, die te vinden is op de website van de NMa
(www.nmanet.nl), geeft de NMa op beknopte en toegankelijke wijze een beeld van
de mogelijkheden en de grenzen van de Mededingingswet, specifiek gericht op
zorgaanbieders. De brochure is toegespitst op de lezer zonder
mededingingsrechtelijke achtergrond. Door dit format is het evenwel niet mogelijk
juridisch sluitende teksten te maken. Derhalve wordt in de brochure voor een
uitgebreidere handleiding verwezen naar de richtsnoeren zelf.
Het is de eerste keer dat de NMa een dergelijke brochure, gericht op een
specifieke sector, heeft uitgebracht. Evenals de richtsnoeren voor de zorgsector
ziet de NMa deze brochure als een 'levend document', waarin periodiek
aanvullingen en aanpassingen kunnen worden gemaakt, al naar gelang de
ontwikkelingen in de zorgsector en de behoeften vanuit het veld.
(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven
Minister van Economische Zaken
1 Kamerstukken II 20092010, 32 012, nr. 8
2 Kamerstukken II 20092010, 32 012, nr. 1, p. 27