College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt omroepbesluiten
van OPTA
Den Haag, 18 augustus 2010 - Op 18 augustus 2010 heeft het College van
Beroep voor het bedrijfsleven vier marktanalysebesluiten van OPTA van 5
maart 2009 voor de zogenoemde omroepmarkten vernietigd. Deze markten
betreffen de wholesalemarkten voor doorgifte van rtv-signalen via en
het op wholesaleniveau leveren van de aansluiting op het
omroeptransmissieplatform van UPC, Ziggo, Delta en CAIW in de
onderscheidenlijke verzorgingsgebieden.
In haar besluiten heeft OPTA allereerst de relevante retailmarkten
bepaald. Volgens OPTA moeten de retailmarkten regionaal worden
afgebakend, zodanig dat deze worden beperkt tot de verzorgingsgebieden
van genoemde kabelaanbieders. Dit standpunt heeft OPTA gebaseerd op de
vaststelling dat er tussen de kabelbedrijven verschillen in strategie,
marktaandelen en prijzen bestaan, op grond waarvan er in de betrokken
verzorgingsgebieden duidelijk afwijkende concurrentievoorwaarden
heersen. Omdat UPC, Ziggo, Delta en CAIW door OPTA zijn aangewezen als
onderneming met aanmerkelijke marktmacht, heeft OPTA aan deze
ondernemingen meerdere verplichtingen opgelegd. Zo zijn UPC en Ziggo
onder meer verplicht om hun kabelnetwerken open te stellen voor andere
aanbieders, die daarmee zelf het analoge televisiepakket en de
aansluiting aan consumenten kunnen leveren.
UPC, Ziggo, Delta en CAIW hebben de marktafbakening van OPTA bestreden
en hebben in hun grieven benadrukt dat in plaats van een regionale een
nationale marktafbakening dient te worden toegepast.
Deze grieven treffen doel. Het College is van oordeel dat OPTA niet
aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van duidelijk afwijkende
concurrentievoorwaarden in de verzorgingsgebieden van de
kabelbedrijven. Wat betreft de door OPTA geconstateerde verschillen in
strategie overweegt het College dat deze niet het analoge
standaardpakket betreffen. Uit de marktanalysebesluiten blijkt voorts
onvoldoende waaruit de verschillen in voorwaarden wat betreft de
digitale rtv signalen zouden bestaan. Bovendien heeft OPTA niet
voldoende aangetoond dat er duidelijke verschillen bestaan in de
ontwikkeling van de marktaandelen nu de marktaandelen van UPC, Ziggo,
Delta en CAIW elk een dalende tendens vertonen. Tot slot volgt het
College OPTA niet in haar vaststelling dat er tussen de kabelbedrijven
duidelijke prijsverschillen bestaan.
Hieruit volgt dat de afbakening van de relevante retailmarkt door OPTA
niet heeft plaatsgevonden overeenkomstig artikel 6a.1, tweede lid, van
de Telecommunicatiewet.
Met de vernietiging van de marktanalysebesluiten vervallen de aan UPC,
Ziggo, Delta en CAIW opgelegde verplichtingen.
LJ Nummer
BN4243
Bron: College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum actualiteit: 18 augustus 2010 Naar boven
Gerechtelijke organisatie