SP wil opheldering over toekomst OV na overnames en fusies vervoerbedrijven
De Gelderse SP wil weten wat er gaat gebeuren met het Gelderse openbaar vervoer nu er een tweetal grote Europese vervoerbedrijven overblijven. Transdev, het moederbedrijf van Connexxion, wil gaan fuseren met Veolia en het Britse bedrijf Arriva wordt overgenomen door Deutsche Bahn. Deze bedrijven zijn ook in Gelderland actief.
Met de overname van Arriva en de voorgenomen fusie tussen het moederbedrijf van Connexxion en Veolia blijven er twee enorme Europese vervoerbedrijven over. Deze bedrijven hebben samen het grootste gedeelte van de Nederlandse markt in handen en schrijven op alle aanbestedingen in. Daarmee worden overheden afhankelijk van twee grote spelers omdat er nauwelijks concurrentie van kleinere bedrijven is. Dat was oorspronkelijk wel de bedoeling van de marktwerking in het openbaar vervoer. De kleinere NS-dochters Syntus en Qbuzz hebben de grootste moeite om het hoofd boven water te houden en compleet nieuwe bedrijven melden zich nauwelijks bij aanbestedingen van bus- en treindiensten.
SP-statenlid Alex Mink wil van het Gelders provinciebestuur weten wat de gevolgen van de overname van Arriva en de fusie tussen Transdev en Veolia zijn. De provincie wordt door die plannen nog afhankelijker van een tweetal grote bedrijven met particuliere aandeelhouders, die natuurlijk winst willen maken. Hij wil ook weten of er sprake zou kunnen zijn van gedwongen ruil of verkoop van bus- en treinvergunningen omdat beide bedrijven weleens te grote marktaandelen zouden kunnen krijgen en wil ook weten of de provincie berhaupt nog wel mogelijkheden heeft om het openbaar vervoer goed aan te sturen.
Hij wil daarnaast ook weten wat er klopt van de plannen om NS-stoptreinen over te laten nemen door vervoerder Connexxion en welke rol de provincie daarin speelt.
De SP is overigens tegen marktwerking in het openbaar vervoer. De enorme Europese spelers houden geen rekening met reizigers en personeel en beschouwen overheden als hun belangrijkste klant. Zij schrijven gericht in op de eisen van een overheid en doen niet meer dan wat een overheid van hun verlangt. Bedrijven zoals Veolia en Arriva schrijven vaak beneden een realistische prijs in en dumpen werk bij goedkopere taxi- en touringcarbedrijven. Uiteindelijk wordt daardoor de kwaliteit en prijs van het openbaar vervoer in buitenlandse directiekamers bepaald. Zo wilde Veolia in 2008 nog de prijs van stadsretourtjes op de Veluwse stadsbussen met 100% verhogen omdat het hoofdkantoor in Parijs dit wenste. Na protest van de SP en busreizigers was het opeens wel mogelijk om de prijsverhoging fors te dempen.
-- -- --