Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA

Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T 070 333 44 44 F 070 333 40 33 www.szw.nl

Onze referentie IVV/I/2010/13226

Datum 16 augustus 2010 Betreft Kamervragen van het lid Blok (VVD)

Uw referentie 2010Z09932

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Blok (VVD) over het groeiend aantal mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner

Pagina 1 van 4



Vragen van het lid Blok (VVD) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het groeiend aantal mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering (ingezonden 25 juni 2010). Vraag 1 Kent u het bericht «Steeds meer nieuwe arbeidsongeschikten»?1 Antwoord 1 Ja. Vraag 2 Is het waar dat het aantal arbeidsongeschikten met een Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA)-uitkering is opgelopen tot 82.830 in 2009 en er alleen al in de maand april van dit jaar 3110 volledig of gedeeltelijk arbeidsongeschikten bij zijn gekomen? Hoeveel personen stromen er jaarlijks uit de WIA? Antwoord 2 Het gestelde in vraag 2 is correct. In 2009 zijn voorts 6.047 WIA-uitkeringen beëindigd. Vraag 3 Hoeveel procent van de instroom in de WIA is man respectievelijk vrouw en hoe verhoudt dat zich tot de arbeidsdeelname van beide geslachten? Antwoord 3 49,4% van de nieuwe WIA-uitkeringen in 2009 is verstrekt aan mannen en 50,6% van de nieuwe WIA-uitkeringen aan vrouwen. In 2007 was 54,5% van de werkzame beroepsbevolking man en 45,5% was vrouw. Vraag 4 Wat is de procentuele onderverdeling in aandoeningen/aard van de beperkingen van personen in de WIA in 2009 en is sprake van een verandering in deze procentuele onderverdeling sinds 2005? Antwoord 4 De onderverdeling van lopende uitkeringen naar aandoening is min of meer constant. Onderstaand een onderverdeling naar aandoening in 2009 (met tussen haakjes de onderverdeling in 2006): - psychische stoornissen 35% (36%) - aandoeningen aan het bewegingsapparaat 20% (19%) - aandoeningen aan hart- en vaatstelsel 10% (10%) - nieuwvormingen 8% (8%) - aandoeningen aan het zenuwstelsel 7% (7%) - overig / onbekend 20% (20%) Vraag 5 Wordt voor 2010 een budgettaire overschrijding voor de WIA verwacht en zo ja, hoe hoog zal deze zijn? Antwoord 5 De WIA-uitgaven zullen in 2010 waarschijnlijk hoger zijn dan is vermeld in de Begroting 2010. In de Voorjaarsnota is reeds opgenomen dat er binnen het SZAkader met name op de arbeidsongeschiktheidsregelingen sprake is van Pagina 2 van 4 Datum 16 augustus 2010 Onze referentie IVV/I/2010/13226



tegenvallers. Deze tegenvallers zijn met diverse maatregelen geredresseerd. Het definitieve beeld komt bij Prinsjesdag beschikbaar. Vraag 6 Hoe komt het dat de vanaf 2002 ingezette daling in het aantal arbeidsongeschikten als gevolg van de Wet verbetering Poortwachter na 2005 is gestokt en een sterkere trend omhoog is begonnen? Deelt u de opvatting van uitkeringsinstantie Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) dat de toename niets te maken heeft met de crisis maar vooral wordt veroorzaakt door de vergrijzing en doordat er meer vrouwen deelnemen aan de arbeidsmarkt en vrouwen vaker zouden uitvallen dan mannen? Antwoord 6 Het is niet correct zoals in de vraag wordt gesteld dat het aantal arbeidsongeschikten na 2005 een sterke trend omhoog laat zien. Vanaf 2002 vertoont het gecombineerde bestand van WAO- en WIA-gerechtigden een continue daling. In 2002 ontvingen 802.500 uitkeringsgerechtigden een WAOuitkering. In 2009 ontvingen 604.000 uitkeringsgerechtigden een WAO- of WIAuitkering. Deze daling van het gecombineeerde WAO/WIA-volume zal ook de komende jaren nog door zetten. De daling van het WAO/WIA-volume is het gevolg van een sterke afname van de instroom. In 2002 bedroeg de instroom in de WAO 92.400 uitkeringsgerechtigden. Sinds 2006 ligt de WIA-instroom jaarlijks tussen 20.000 en 30.000 uitkeringsgerechtigden. Binnen dit positieve beeld is in de afgelopen jaren wel sprake van een stijging van de WIA-instroom; van 21.000 uitkeringsgerechtigden in 2006 naar 29.300 in 2009. Deze stijging kent een aantal oorzaken: · Bijna de helft is het gevolg van een stijging van het aantal aanvragen. Hieraan liggen drie oorzaken ten grondslag: een stijging van het aantal WIAverzekerden, wijziging in de samenstelling van de groep verzekerden (relatief meer ouderen en vrouwen zijn werkzaam op de arbeidsmarkt) en hoge terugstroom van aanvankelijk afgewezen aanvragen; · De andere ruime helft is het gevolg van een stijging van het toekenningspercentage. Hieraan liggen eveneens drie oorzaken ten grondslag: een stijgend aantal hernieuwde aanvragen, wijziging in de samenstelling van de groep aanvragers en aanvragers van een uitkering hebben gemiddeld genomen meer beperkingen. De hierboven genoemde punten verklaren 90% van de stijging van de WIAinstroom in de periode 2006 - 2009. Deze punten hebben geen directe relatie met de stand van de conjunctuur. Vraag 7 Onderschrijft u de uitspraak van de heer van Vuuren van het Centraal Planbureau (CPB) dat er niet zozeer sprake is van misbruik van de WIA, maar er altijd een grijs gebied is? Zo ja, hoeveel mensen maken volgens u gebruik van de WIA die in tijden van goede conjunctuur best aan de slag kunnen komen? Vraag 8 Bent u bereid om te onderzoeken in welke mate er sprake is van «verborgen werkloosheid» in de WIA en of aanscherping van indicatiestelling de instroom in de WIA zou kunnen terugdringen? Zo nee, waarom niet? Antwoord 7 en 8 Ik onderschrijf niet de stelling van de heer Van Vuuren dat sprake is van een `grijs gebied'. De conjunctuur is niet van invloed op de vaststelling van de mate van Pagina 3 van 4 Datum 16 augustus 2010 Onze referentie IVV/I/2010/13226



arbeidsongeschiktheid. Wel kan langs andere weg sprake zijn van een conjunctuureffect. Dit wil ik echter niet duiden als `grijs gebied'. Tijdens de loondoorbetalingsperiode in de eerste twee ziektejaren dient de werkgever al het redelijke te doen om de zieke werknemer passende arbeid aan te bieden. Voorafgaand aan de beoordeling van het recht op een WIA-uitkering, toetst het UWV ­ op basis van het re-integratieverslag ­ of de werkgever deze verplichtingen is nagekomen. Wanneer de werkgever onvoldoende inspanningen heeft geleverd kan het UWV de loondoorbetalingsperiode verlengen. Ondanks dat werkgevers zich voldoende inspannen om re-integratiemogelijkheden te bieden kan het als gevolg van de economische crisis voorkomen dat werkgevers minder herplaatsingsmogelijkheden binnen of buiten het eigen bedrijf hebben. Daardoor kan het stijgend aantal WIA-aanvragen een conjunctuurelement bevatten. De zichtbare stijging van het aantal aanvragen in de periode 2006 ­ 2009 wordt echter, zoals hiervoor is aangegeven, met name veroorzaakt door andere factoren. De conjunctuur is niet van invloed op het toekenningspercentage. Ik blijf de ontwikkeling van de WIA-instroom nauwgezet volgen. Voorts zal het UWV naar aanleiding van de constatering dat aanvragers van een uitkering gemiddeld meer beperkingen hebben (toegekend) gekregen, de kwaliteitscontrole op de toekenning van medische urenbeperkingen intensiveren.

Datum 16 augustus 2010 Onze referentie IVV/I/2010/13226


1 Z24, 24 juni 2010

Pagina 4 van 4