De Nederlandse Bank
Ten geleide van het ECB Maandbericht augustus 2010
Nieuwsbericht
Datum 12 augustus 2010
In zijn op 5 augustus 2010 gehouden vergadering heeft de Raad van
Bestuur op basis van zijn reguliere economische en monetaire analyses
de huidige basisrentetarieven van de ECB als passend beoordeeld en
derhalve onveranderd gelaten.
Met inachtneming van alle nieuwe gegevens die sinds zijn vergadering
van 8 juli 2010 beschikbaar zijn gekomen, blijft de verwachting van de
Raad van Bestuur dat de prijsontwikkelingen op de voor het beleid
relevante middellange termijn gematigd zullen blijven, profiterend van
een lage binnenlandse prijsdruk. De beschikbare economische gegevens en
op enquêtes gebaseerde indicatoren duiden op een versterking van de
economische bedrijvigheid in het tweede kwartaal van 2010, en de
beschikbare gegevens voor het derde kwartaal zijn beter dan verwacht.
Verder vooruitblikkend, en rekening houdend met een aantal tijdelijke
factoren, blijft de Raad van Bestuur verwachten dat de economie van het
eurogebied in een gematigd en nog steeds ongelijkmatig tempo zal
groeien, in een klimaat van onzekerheid. De monetaire analyse bevestigt
dat de inflatoire druk op de middellange termijn beperkt zal blijven,
zoals blijkt uit de zwakke groei van de geldhoeveelheid en de
kredietverlening. Al met al verwacht de Raad van Bestuur dat de
prijsstabiliteit op de middellange termijn zal worden gehandhaafd,
waarmee de koopkracht van huishoudens in het eurogebied zal worden
ondersteund. De inflatieverwachtingen blijven stevig verankerd in
overeenstemming met de doelstelling het inflatiecijfer op de
middellange termijn onder maar dicht bij 2% te houden. De stevige
verankering van de inflatieverwachtingen blijft van essentieel belang.
Het monetaire beleid zal al het noodzakelijke doen om de
prijsstabiliteit in het eurogebied op de middellange termijn te
handhaven. Dit is de noodzakelijke en centrale bijdrage van het
monetaire beleid aan de bevordering van duurzame economische groei, de
schepping van werkgelegenheid en de financiële stabiliteit. Alle
niet-standaard maatregelen die tijdens de periode van acute onrust op
de financiële markten zijn genomen, ook wel aangeduid met "ruimere
kredietondersteuning" ("enhanced credit support") en het Programma voor
de effectenmarkten ("Securities Markets Programme"), zijn volledig in
overeenstemming met het mandaat van de Raad van Bestuur en, gezien de
opzet ervan, tijdelijk van aard. De Raad van Bestuur blijft
prijsstabiliteit op de middellange tot langere termijn ten volle
nastreven. De koers van het monetaire beleid en algehele verschaffing
van liquiditeit zullen waar nodig worden aangepast. De Raad van Bestuur
zal daarom alle ontwikkelingen gedurende de komende periode zeer
nauwlettend blijven volgen.
Wat de economische analyse betreft, de economische bedrijvigheid in het
eurogebied is na een periode van sterke afname sinds medio 2009
toegenomen. Het reële bbp van het eurogebied is in het eerste kwartaal
van 2010 gestegen met 0,2% op kwartaalbasis. De beschikbare economische
gegevens en op enquêtes gebaseerde indicatoren duiden op een
versterking van de economische bedrijvigheid in het tweede kwartaal van
2010, en de beschikbare gegevens voor het derde kwartaal zijn beter dan
verwacht. Verder vooruitblikkend, en rekening houdend met tijdelijke
effecten, blijft de Raad van Bestuur verwachten dat het reële bbp in de
loop der tijd en over de gehele linie in de economieën en sectoren van
het eurogebied in een gematigd en nog steeds ongelijkmatig tempo zal
groeien. De aanhoudende groei op mondiaal niveau en de invloed daarvan
op de vraag naar uitvoer uit het eurogebied, samen met de
accommoderende monetairbeleidskoers en de maatregelen die zijn genomen
om het functioneren van het financiële stelsel te herstellen, zouden
steun moeten blijven geven aan de economie van het eurogebied. Verwacht
wordt echter dat het proces van balansaanpassing in verschillende
sectoren en arbeidsmarktvooruitzichten een dempend effect zullen hebben
op het herstel van de bedrijvigheid.
De Raad van Bestuur is van oordeel dat de risico's voor de economische
vooruitzichten globaal in evenwicht zijn, in een klimaat van
onzekerheid. Wat de opwaartse risico's betreft, zouden de
wereldeconomie en de buitenlandse handel krachtiger kunnen herstellen
dan nu wordt voorzien en daardoor de uitvoer van het eurogebied verder
kunnen ondersteunen. Wat de neerwaartse risico's betreft blijft er
bezorgdheid bestaan ten aanzien van hernieuwde spanningen op de
financiële markten, hernieuwde prijsstijgingen van aardolie en andere
grondstoffen, protectionistische druk, en de mogelijkheid van een
onordelijke correctie van mondiale onevenwichtigheden.
Wat de prijsontwikkelingen betreft, volgens de voorlopige (flash)
raming van Eurostat is de HICP-inflatie op jaarbasis in het eurogebied
gestegen van 1,4% in juni naar 1,7% in juli, zeer waarschijnlijk ten
gevolge van opwaartse basiseffecten in de energie- en
voedingsmiddelencomponenten. De komende paar maanden zal de
HICP-inflatie op jaarbasis naar verwachting nog enige verdere
schommelingen rond het huidige cijfer vertonen. Verder vooruitblikkend,
zou de inflatie in 2011 over het geheel genomen gematigd moeten
blijven, profiterend van een geringe binnenlandse prijsdruk. De
inflatieverwachtingen voor de middellange tot lange termijn blijven
stevig verankerd in overeenstemming met het streven van de Raad van
Bestuur het inflatiecijfer op de middellange termijn onder maar dicht
bij 2% te houden.
De risico's voor de prijsontwikkelingsvooruitzichten zijn over het
geheel genomen in evenwicht. De opwaartse risico's op middellange
termijn houden met name verband met het beloop van de
grondstoffenprijzen. Bovendien zouden de indirecte belastingen en door
de overheid gereguleerde prijzen sterker kunnen stijgen dan momenteel
wordt verwacht, als gevolg van noodzakelijke begrotingsconsolidatie
gedurende de komende jaren. Tegelijkertijd zijn de risico's voor de
binnenlandse prijs- en kostenontwikkeling beperkt. Over het geheel
genomen zal de Raad van Bestuur de toekomstige ontwikkeling van alle
beschikbare prijsindicatoren nauwlettend volgen.
Wat de monetaire analyse betreft, het twaalfmaands groeitempo van M3 is
positief geworden en bedroeg in juni 2010 0,2%, ten opzichte van -0,1%
in mei. Het groeitempo op jaarbasis van leningen aan de particuliere
sector is iets verder gestegen, maar bleef met 0,3% zwak. Samen blijven
deze gegevens de beoordeling ondersteunen dat het onderliggende tempo
van de monetaire expansie gematigd is en de inflatoire druk op
middellange termijn beperkt. Op korte termijn zijn de ontwikkeling van
M3 en enkele van de componenten en tegenposten ervan volatiel gebleven,
en het is goed mogelijk dat deze volatiliteit voortduurt.
De voorheen sterke invloed van de rentetarievenconstellatie op de
monetaire dynamiek lijkt geleidelijk af te nemen, hoewel deze nog
steeds van invloed is op het tempo van de onderliggende geldgroei. Dit
impliceert dat het effect op het feitelijke groeitempo van M3 van de
neerwaartse impact van de steile rendementscurve en de daarmee verband
houdende allocatie van middelen naar langerlopende deposito's en
effecten buiten M3, geleidelijk vermindert. Tegelijkertijd blijft de
groei van M1 op jaarbasis gematigd, hoewel deze in juni 2010 met 9,2%
krachtig is gebleven. Dit weerspiegelt deels de enigszins hogere
alternatieve kosten van het aanhouden van overnight deposito's in
vergelijking met andere kortlopende deposito's.
De nog steeds zwakke groei op jaarbasis van bancaire leningen aan de
particuliere sector blijft tegengestelde ontwikkelingen verhullen, met
een toenemend positieve groei van leningen aan huishoudens en een
gestabiliseerde negatieve groei van leningen aan niet-financiële
ondernemingen. Dat leningen aan niet-financiële ondernemingen vertraagd
reageren op ontwikkelingen in de economische bedrijvigheid is een
normaal kenmerk van de conjunctuur.
De gegevens tot en met juni geven aan dat de totale balansomvang van de
banken, na eerder in het jaar een paar maanden te zijn gestegen, niet
verder is toegenomen. Het blijft een uitdaging voor de banken om de
beschikbaarheid van krediet voor de niet-financiële sector te vergroten
wanneer de vraag aantrekt. Om aan deze uitdaging het hoofd te bieden
dienen banken waar nodig winsten in te houden, de markt aan te spreken
om hun kapitaalbasis verder te versterken of de overheidssteun bij
herkapitalisering ten volle te benutten.
In dit verband verwelkomt de Raad van Bestuur de EU-breed uitgevoerde
stresstests, die zijn voorbereid en uitgevoerd door het Committee of
European Banking Supervisors (CEBS) en nationale toezichthouders, in
nauwe samenwerking met de ECB. Deze stresstests waren veelomvattend en
streng, en de resultaten bevestigen de bestendigheid van de
bankenstelsels in de EU en het eurogebied als geheel tegen economische
en financiële schokken. De stresstest heeft tevens de transparantie ten
aanzien van de huidige financiële toestand en risicoblootstellingen van
de 91 instellingen die eraan hebben deelgenomen, aanzienlijk vergroot.
Deze exercitie betekent dan ook een belangrijke stap voorwaarts naar
herstel van het marktvertrouwen.
De Raad van Bestuur verwelkomt tevens de door nationale autoriteiten
gedane toezegging met betrekking tot het verschaffen van
steunfaciliteiten aan banken wanneer middelen uit de particuliere
sector ontoereikend zijn. Gezonde balansen, effectief risicobeheer en
transparante en degelijke bedrijfsmodellen zijn essentieel voor het
versterken van de schokbestendigheid van banken en voor het waarborgen
van adequate toegang tot financiering, zodat de basis wordt gelegd voor
duurzame groei, schepping van werkgelegenheid en financiële
stabiliteit.
Kortom, de huidige basisrentetarieven van de ECB blijven passend. Met
inachtneming van alle nieuwe gegevens die sinds zijn vergadering van 8
juli 2010 beschikbaar zijn gekomen, blijft de verwachting van de Raad
van Bestuur dat de prijsontwikkelingen op de voor het beleid relevante
middellange termijn gematigd zullen blijven, profiterend van een lage
binnenlandse prijsdruk. De beschikbare economische gegevens en op
enquêtes gebaseerde indicatoren duiden op een versterking van de
economische bedrijvigheid in het tweede kwartaal van 2010, en de
beschikbare gegevens voor het derde kwartaal zijn beter dan verwacht.
Verder vooruitblikkend, en rekening houdend met een aantal tijdelijke
factoren, blijft de Raad van Bestuur verwachten dat de economie van het
eurogebied in een gematigd en nog steeds ongelijkmatig tempo zal
groeien, in een klimaat van onzekerheid. Toetsing van de resultaten van
de economische analyse aan die van de monetaire analyse bevestigt dat
de inflatoire druk op middellange termijn beperkt zal blijven, zoals
blijkt uit de zwakke groei van de geldhoeveelheid en de
kredietverlening. Al met al verwacht de Raad van Bestuur dat de
prijsstabiliteit op middellange termijn zal worden gehandhaafd, waarmee
de koopkracht van huishoudens in het eurogebied zal worden ondersteund.
De inflatieverwachtingen blijven stevig verankerd in overeenstemming
met de doelstelling het inflatiecijfer op de middellange termijn onder
maar dicht bij 2% te houden. De stevige verankering van de
inflatieverwachtingen blijft van essentieel belang.
Wat het begrotingsbeleid betreft, het is van essentieel belang dat de
begrotingsplannen voor 2011 en daarna blijven getuigen van een krachtig
streven naar terugkeer naar gezonde overheidsfinanciën. Gezien de
uitzonderlijke verslechtering van de begrotingen gedurende de afgelopen
twee jaar is het dringend noodzakelijk dat geloofwaardig
consolidatiebeleid voor de middellange termijn wordt uitgevoerd
teneinde de houdbaarheid van begrotingen te herstellen en budgettaire
manoeuvreerruimte te scheppen. De begrotingsdoelstellingen van landen
dienen minimaal te voldoen aan de begrotingsconsolidatievereisten zoals
voorzien in de respectieve buitensporig-tekortprocedures. Ambitieuzere
doelstellingen, zoals die door een aantal landen reeds zijn aangenomen,
kunnen nodig worden wanneer de huidige plannen niet afdoende blijken
ter verwezenlijking van de hoofddoelstelling, namelijk het stoppen en
ombuigen van de toename van de overheidsschuldquote. Bovendien dienen
alle landen geloofwaardige begrotingsaanpassingen, met de nadruk op de
uitgavenzijde, te formuleren en bereid te zijn de komende jaren, waar
nodig, aanvullende maatregelen te nemen.
Om het proces van begrotingsconsolidatie te ondersteunen, om het goed
functioneren van het eurogebied te bevorderen en de vooruitzichten voor
hogere duurzame groei te verbeteren, is het nastreven van verregaande
structurele hervormingen van essentieel belang. Grote hervormingen zijn
met name nodig in de landen die in het verleden aan
concurrentievermogen hebben ingeboet of die kampen met hoge begrotings-
en externe tekorten. De maatregelen dienen voor een
loononderhandelingsproces te zorgen waarin lonen zich flexibel kunnen
aanpassen aan de werkloosheidssituatie en het verlies aan
concurrentiekracht. Hervormingen ter versterking van de
productiviteitsgroei zouden het aanpassingsproces van deze economieën
verder ondersteunen.
De Engelstalige versie van dit nummer van het Maandbericht bevat drie
artikelen. In het eerste artikel wordt de ontwikkeling van de olieprijs
en de effecten daarvan op de inflatie en economische bedrijvigheid van
het eurogebied besproken. Het tweede artikel is gewijd aan de recente
ontwikkelingen in de wereldhandel en de handel binnen het eurogebied.
In het derde artikel wordt een overzicht gegeven van de nieuwe,
geharmoniseerde ECB-statistieken over beleggingsfondsen in het
eurogebied.
---