Rechtbank Amsterdam
Bierfiets niet toegestaan; verhuurder gaf onvoldoende instructies
Amsterdam, 11 augustus 2010 - De kantonrechter Amsterdam heeft vrijdag
6 augustus 2010 in een strafzaak geoordeeld dat de zogenaamde bierfiets
niet voldoet aan de Regeling Voertuigen. De kantonrechter oordeelde dat
de bierfiets een fiets is, en niet een wagen. Dat betekent dat de
bierfiets niet breder mag zijn dan 1,50 meter. Aangezien de bierfiets
waarmee op 23 mei 2009 het ongeval op de Buiksloterweg werd veroorzaakt
2,20 breed was, voldeed deze niet aan de vereisten van de Regeling
Voertuigen. Dat betekent in feite dat naar het oordeel van de
kantonrechter iedere bierfiets zodra deze breder is dan 1,50 meter niet
de weg op mag.
De kantonrechter oordeelde ook dat de verhuurder ten aanzien van het op
23 mei 2009 veroorzaakte ongeval onvoldoende instructies had gegeven
over het gebruik en de werking van de fiets en over de plaats op de weg
waar gereden moest worden.
De kantonrechter bestempelde de bierfiets als een fiets in de zin van
de Regeling Voertuigen. Omdat een fiets op meer dan twee wielen volgens
die regeling niet breder mag zijn dan 1,50 meter, voldoet de bierfiets
niet aan de wettelijke vereisten. Aan dit oordeel ging discussie vooraf
omdat de wet wel het begrip ´wagen´ definieert, maar niet het begrip
´fiets´. Volgens de kantonrechter is het kenmerk van een fiets dat deze
door trapkracht wordt voortbewogen. Zoals de naam ook aangeeft, is dat
met de bierfiets het geval. De regeling Voertuigen geldt voor heel
Nederland. Dat betekent dat, wanneer andere rechters dit oordeel
volgen, zonder een eventuele ontheffing het weggebruik van bierfietsen
niet meer is toegestaan.
Aan het ongeval op 23 mei 2009, toen een bierfiets de onderkant van het
viaduct op de Buiksloterweg raakte waarbij drie gewonden vielen, ging
een veelheid aan gebeurtenissen vooraf. De bierfiets werd in Wevershoof
gehuurd ter gelegenheid van een vrijgezellenfeest. De fiets werd
verhuurd aan een van de vriendinnen, hij werd afgeleverd aan de vriend
van een van de anderen, die de fiets per trailer van Wevershoof naar
Volendam bracht, vanwaar gefietst zou worden naar de pont in Amsterdam
Noord. De bestuurster was weer een andere vriendin. De kantonrechter
oordeelde dat de verhuurder tekort was geschoten in zijn
informatieplicht, door geen blad met duidelijke informatie over de
werking en het gebruik van de bierfiets mee te geven, door maar een
beperkte mondelinge instructie te geven, en deze ook uitsluitend te
verstrekken aan degene die de fiets kwam ophalen, en niet aan de
uiteindelijke bestuurder. Door de fiets op deze manier te verhuren,
zorgde de verhuurder voor ´gevaar op de weg´, wat volgens de
Wegenverkeerswet strafbaar is. Voor dat strafbare feit werd een boete
opgelegd van EUR 1.500, waarvan de helft voorwaardelijk. De drie
slachtoffers hadden in deze strafzaak om vergoeding van de door hen
geleden schade gevorderd. De kantonrechter oordeelde dat het
vaststellen van de hoogte van die schade niet op eenvoudige manier kon
gebeuren. Om de door hen geleden schade vergoed te krijgen moeten de
slachtoffers daarom een civiele procedure starten.
Bron: Rechtbank Amsterdam
Datum actualiteit: 11 augustus 2010 Naar boven