Ingezonden persbericht


Persbericht

Reactie KNMG op jaarverslag toetsingscommissies euthanasie

Beoordelingstijd euthanasiezaken baart zorgen

Utrecht, 11 augustus 2010 - De beoordelingstijd van gemelde euthanasiezaken is in 2009 tot zorgwekkende hoogte gestegen. Artsen die een euthanasie melden, blijven hierdoor te lang in onzekerheid. Dit zegt de KNMG in reactie op het jaarverslag van de toetsingscommissies euthanasie.

De gemiddelde wachttijd van euthanasiezaken voordat zij worden beoordeeld is in 2009 verder opgelopen, zo blijkt uit het jaarverslag van de regionale toetsingscommissies euthanasie. In 2007 was een melding in gemiddeld 28 dagen afgedaan, in 2008 waren daar 32 dagen voor nodig en in 2009 is dit gestegen tot 37 dagen. De KNMG is bezorgd over de nog steeds stijgende werkvoorraad van de commissies. Artsen die een euthanasie melden, blijven door de overbelasting van commissies te lang in onzekerheid. Te hopen valt dat de personele uitbreiding die het ministerie van VWS in maart 2010 heeft toegestaan de wachttijd tot aanvaardbare proporties zal terugbrengen.

Leerpunten

De KNMG vindt het jaarverslag een belangrijke bron voor verdere normering en praktijkontwikkeling van levensbeëindiging op verzoek. Het jaarverslag markeert op heldere wijze wanneer meldingen zorgvuldig zijn of waarom het oordeel onzorgvuldig is uitgesproken. Dit levert belangrijke inzichten en leerpunten op voor artsen die betrokken zijn bij een euthanasieverzoek van de patiënt en SCEN-artsen. Juist in dit licht vindt de KNMG dat de achterstand in het anoniem publiceren van alle oordelen op de website snel moet worden ingelopen en dat de oordelen veel beter toegankelijk moeten worden gemaakt.

Andere middelen en dosering

Dat in 2009 slechts negen meldingen als onzorgvuldig werd beoordeeld (2008: 10), toont aan dat artsen op de hoogte zijn van de regels en zich daar ook aan houden. Dit vindt de KNMG goed nieuws. Helaas zijn er nog steeds naar verhouding teveel problemen met de toegepaste middelen en dosering. De KNMG dringt bij artsen en apothekers erop aan de juiste middelen in de juiste dosering te gebruiken, conform het KNMG standpunt euthanasie en de standaard euthanatica van de KNMP. In het verlengde hiervan heeft de KNMG recent nog bij het CVZ en het ministerie van VWS op aangedrongen om de vergoeding van deze middelen standaard te regelen. De artsenfederatie vindt het onacceptabel dat middelen die volgens de euthanasiewet verplicht zijn, niet worden vergoed omdat ze niet binnen het systeem van geneesmiddelenvergoedingen vallen.

----------

Noot voor de redactie,

Ingezonden persbericht