Unieke schedelreliekenschat Herkenrode geconserveerd

10/08/2010 15:09

Stadsbestuur Hasselt

Op dinsdag 10 augustus verwelkomt de Hasseltse kerkraad Sint-Quintinus en Onze-Lieve-Vrouw de unieke schat van Herkenrode terug in de kathedraal, waar de schat sinds begin jaren 1990 bewaard wordt. 114 schedels, botfragmenten en reliekhouders zijn in 2009 voor conservatie naar het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium gebracht, waar een team de unieke schat bestudeerde en voor verder verval behoedde.

De schat is omwille van het aantal schedels uniek voor België. De 47 schedels en andere botfragmenten zijn verpakt in prachtige textielomhulsels. Volgens de overlevering zouden de schedels en relieken afkomstig zijn de Heilige Ursula en 11(000) maagden en tijdens het historische en materiaal-technische onderzoek van de schat, kwamen er interessante paralellen tussen legende en historische waarheid naar boven.

Uit Keulen én uit de tijd van de Heilige Ursula

Alvorens van start te kunnen gaan met het conserveren van de reliekenschat, moest er eerst een grondig vooronderzoek gebeuren: de ouderdom, de herkomst van de schedels en het textiel er rond, de rol van de schat voor de Herkenrodeabdij, - Voor onderzoekster Frieda Sorber van het Modemuseum Antwerpen, die het onderzoek voerde voor het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, was de interessantste vraag: "Kan het dat deze schedeltjes werkelijk van Ursula en haar reisgezellen zijn, zoals de legende ons vertelt?"

Frieda Sorber: "Tot onze vreugde bleken er inderdaad wel paralellen te zijn tussen wat het onderzoek vertelt en wat de legende vertelt. Volgens de legende bracht de abt van de Sint-Trudoabdij, Willem van Rijckel, de schedeltjes mee uit Keulen omstreeks 1285. Op dat moment werden er in Keulen inderdaad een aantal Romeinse begraafplaatsen gevonden. Het pathologische onderzoek van de schedeltjes toont trouwens ook dat ze verweerd zijn door begraving en later gereinigd werden en gebleekt in de zon, en dus is het mogelijk dat de relieken uit zo'n Keulse begraafplaats afkomstig zijn."

Maar het wordt nog interessanter, als blijkt dat de C14-methode de schedeltjes en andere botfragmenten in de periode dateert, waarin Ursula en haar elf(duizend) reisgezelinnen omgekomen zouden zijn in Keulen. Sorber: "De C14-methode geeft weliswaar een ruime datering - van de late Oudheid tot de vroege middeleeuwen, maar het is een datering met zeer grote zekerheid (95,4%) en het is bovendien in deze periode dat het beleg van Keulen viel, waarbij Ursula zou zijn omgekomen."

De Ursulaverering in Herkenrode

De datering en situering van de reliekenschat versterken het unieke karakter van de schat, maar ook in vroegere tijden had de reliekenschat een grote aantrekkingskracht. Sorber: "In de middeleeuwen was de Ursulacultus - en de reliekencultus in het algemeen - in heel Europa wijd verspreid. Voor de middeleeuwse gelovigen was de authenticiteit niet het belangrijkste aspect, maar wel dat de relieken een verbinding vormden met het sacrale. Voor de Herkenrodeabdij betekende deze cultus veel inkomsten van de vele bedevaarders die naar de abdij kwamen. Vandaar dat de relieken ook een centrale plaats kregen in de abdij: vanaf het begin werd de schat getoond en in de 16de eeuw was er een apart Ursula-altaar. Mogelijk stond de schat in een besloten hofje, waarbij de relieken tussen bloemen geplaatst werden; een manier van presenteren die sterke gelijkenissen vertoont met de Ursulaverering in Noord-Duitsland."

De zorg en aandacht die de zusters gaven aan de schat, is ook te zien in de verschillende lagen textiel rond de relieken: de relieken werden opnieuw ingepakt, of verstevigd, - Toen de reliekenschat na de Franse Revolutie naar de parochiekerk van Kermt werd gebracht en later naar de Sint-Quintinuskathedraal, kreeg ze ook daar telkens een centrale plaats.

Onderzoek en conservatie

Diezelfde zorg en aandacht hebben de onderzoekers en restaurateurs aan de dag gelegd tijdens de conservatie van de reliekenschat. Sorber: "Tijdens het vooronderzoek van 2007-2008 dat mijn collega's en ikzelf deden, is geen enkel speldje losgemaakt. Het hele onderzoek is gebeurd met eerbied voor de historische en religieuze context. Eerst werden alle relieken stuk voor stuk gefotografeerd, later voorzichtig onderzocht.

In 2009 werd begonnen aan de conservatie van de reliekenschat. De schat werd overgebracht naar het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, waar een team van textielconservatoren de fragmenten stuk voor stuk onder handen namen om ze te behoeden voor verder verval. Fanny Van Cleven, verantwoordelijke conservatie-restauratie textiel van het KIK, legt uit hoe zij en haar collega Shirin Van Eenhooge te werk gingen. "De conservatie van de relieken gebeurde in een optiek van minimale interventie. De complexe gelaagdheid van de objecten zette ons aan om een geheel eigen aanpak uit te werken. De goed bewaarde onderliggende lagen textiel werden gebruikt als steunweefsel, wat normaal gezien nooit mogelijk is. Alle relieken werden één voor één ontstoft, geconsolideerd waar nodig en gemonteerd op een aangepaste steunvorm, voor in de kast in de Sint-Quintinuskathedraal."

Toekomst in de Sint-Quintinuskathedraal

De afgelopen dagen werden de 114 voorwerpen teruggebracht vanuit Brussel. "Het is prachtig dat we de relieken terug hier in Hasselt hebben, nu de Virga Jessefeesten van start gaan", vertelt schepen van erfgoed Karolien Mondelaers. "De afgelopen jaren hebben de stad Hasselt, de Erfgoedcel Hasselt, de kerkraad en de Vlaamse Gemeenschap in nauw overleg bekeken wat er moest gebeuren om dit religieuze erfgoed te vrijwaren van verder verval. Toen er besloten werd de relieken te conserveren, was het opzet ze opnieuw te kunnen tentoonstellen tijdens de zevenjaarlijkse Virga Jessefeesten. Hoewel de relieken in se geen verband houden met de zevenjaarlijkse feesten, zijn ze net zoals de zevenjaarlijkse feesten en de traditie rond het Heilig Sacrament van het Mirakel, een essentieel onderdeel van het Hasseltse religieuze erfgoed."

De kerkraad, de stad Hasselt en de Hasseltse erfgoedcel zullen nu bekijken hoe de reliekenschat in de toekomst aan de bezoeker getoond kan worden. In afwachting daarvan werkte het multifunctionele architectenvennootschap Spectrum alvast een tijdelijke tentoonstelling uit, waarbij je via een interactieve digitale opstelling kan kennismaken met de reliekenschat. De tentoonstelling is te bezichtigen in de Sint-Brigittakapel in de kathedraal, tussen 14 augustus en 12 september 2010, telkens van 9u tot 16u30. Wie meer wil weten over de 114 botfragmenten kan ook de inventaris van de Sint-Quintinus kopen, waarbij een cd-rom zit waarop foto's van alle fragmenten staan.

Een hedendaagse interpretatie van het thema relieken en het inwikkelen ervan, vind je in het voormalige Clarissenklooster, waar kunstgalerij De Mijlpaal een tentoonstelling uitwerkte rond haarlokken en textielomhulsels ontwikkelde. Deze tentoonstelling loopt van 6 augustus tot en met 29 augustus, telkens van 14u tot 18u (op woensdag 18 en 25 augustus is de tentoonstelling geopend tot 22u). Meer informatie vind je op www.ingewikkeld.be.

In nauw overleg besloten de kerkraad van Sint-Quintinus, de stad Hasselt, de Erfgoedcel Hasselt en het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium in 2007 de schedels grondig te onderzoeken, om zo te weten te komen hoe de reliekenschat het best bewaard kon worden voor de toekomst.

Voor eventuele hyperlinks en bijlagen: Zie het origineel